‘Het is net een dorpskapper’

| Rik Visschedijk

We werken bijna iedere dag samen, maar hoe goed kennen we de collega’s nu echt? U-Today is benieuwd naar de persoonlijke verhalen achter het ondersteunend- en beheerspersoneel en zet ze in deze rubriek ‘On the spot’. Aan het woord is Ine van Puffelen (53), eigenaar van kapsalon de Barreboks.

Photo by: Arjan Reef

Hoe lang loop je al op de UT rond?

‘In 1989 ben ik met de Barreboks begonnen op de campus, dus alweer 28 jaar. Het eerst jaar was ik nog in dienst, toen was dit een filiaal van een kapper in Enschede. Dat werkte niet zo goed, dus ik dacht: laat ik voor mezelf beginnen.’

Altijd aan de Boulevard gezeten?

‘Nee, we zitten er nu tien jaar. Daarvoor zaten we in het huidige wooncomplex De Box, in een heel kneuterig gebouwtje. Toen ik daar begon werd me verteld: let op, dit is een tijdelijke locatie. Toen kende ik de UT nog niet goed, dacht dat ik er met een jaartje wel uit zou moeten. Dat werden dus achttien tijdelijke jaren.’

Hoe is het om een kapsalon op de campus te bestieren?

‘Het is net een dorpskapper, met het verschil dat je na verloop van tijd nieuwe klandizie krijgt. Mensen studeren af of gaan ergens anders werken. Sommigen blijven komen voor een knipbeurt, maar die wonen dan in Enschede. Toen we 25 jaar bestonden, wilde het personeel iets doen. Ik ben daar helemaal niet van, laat het maar lekker voorbij gaan. Uiteindelijk stemde ik in, op voorwaarde dat het klein zou zijn. De collega’s legden een blanco boek neer. De klanten schreven daar een verhaaltje in. Dat vond ik toch wel heel leuk, er bleek veel waardering uit.’

Is er in al die tijd veel veranderd?

‘Vroeger waren we in de praktijk een herenkapper. Er waren nauwelijks vrouwen. Dat is veranderd, en dat merk ik ook aan onze klandizie.’

Waar woon je?

‘Buitenaf in Boekelo, in een klein huisje. Ik woon alleen en heb geen kinderen. Maar wel veel dieren. Ik heb vier katten, een hond, een koppel kippen, twee grote konijnen. En natuurlijk Bob en Annie, twee microvarkens. Het buitenleven, dat is echt voor mij. Ik ben altijd bezig. Dakgoten leegmaken, tuinieren, de dieren verzorgen. In mijn werk ben ik natuurlijk heel sociaal, klets wat af. Thuis hoeft dat niet.’

Wat heb je gister gegeten?

‘Een salade, want ik had weinig tijd. Maar, ik ben echt gek op koken. Ik neem daar veel tijd voor en ben trouw lid van kookclub Cuisine Culinaire in het Van Heekpark. Aan koken vind ik alles leuk, behalve de patisserie. Ik ben gek op sea food en vlees. Mijn huis staat vol met apparatuur; van een ijsmachine tot een sous-videapparaat, en van koksmessen en een green egg. Voor mezelf koken vind ik maar saai, dus heb regelmatig vrienden over de vloer. Mijn laatste uitdaging was een holle chocoladebol. Die heb ik nu een keer of twintig gemaakt, maar perfect zal ‘ie worden.’

Als ik geen kapper was, dan was ik….

‘Dat zou ik echt niet weten. Op de middelbare school was ik een beetje lui, en vooral ongeïnteresseerd. In een bevlieging dacht ik Duits te gaan studeren, maar dan moest ik na de mavo eerst naar de havo. Dat werd ‘em niet, ik had helemaal geen zin om elke dag van Borculo naar Lochem te fietsen. Toen ik opbiechtte aan mijn vader dat ik vooral in het café zat, zei hij: prima, maar dan ga je werken. Mijn acht jaar oudere zus was ook kapper en zag er gelukkig uit. Dus riep ik dat ik kapper werd. Met mijn zus heb ik een geweldige relatie, ze is lief én streng. Onder haar hoede leerde ik het vak.’

Ik drink wijn of bier?

‘Geen van beide. Ik sport graag en ben sowieso van het gezonde voedsel. Ik eet altijd vers, gebruik nooit een pakje. Gezond eten is helemaal niet moeilijk, je moet gewoon pure producten gebruiken.’

Wat doe je ter ontspanning?

‘Ik ben onlangs minder gaan werken en sta nu nog drie dagen in de zaak. Ik leef op mezelf, dus heb een zee van tijd. Dan smeed je plannen. In januari ga ik met een vriendin de Kilimanjaro beklimmen. Daarvoor ben ik in training: veel wandelen en krachtoefeningen doen. Thuis slaap ik straks een maand in een hoogtetent om te wennen aan een verlaagd zuurstofgehalte en dan moet het gebeuren. Die kleine midlifecrisis doet me goed. Ik ben een tijden niet zó fit geweest!’

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.