NS-baas Wouter Koolmees liet de treinen even met rust en ging na de verkiezingen aan de slag als verkenner. De voormalig D66-minister sprak met alle politieke partijen en onderzocht hoe zij een nieuw kabinet kunnen vormen.
D66 heeft de verkiezingen gewonnen en neemt het voortouw in de formatie. Onderwijs en onderzoek zijn altijd belangrijk voor die partij: de democraten willen er veel geld aan besteden.
Dat zou een ommezwaai betekenen. Het huidige dubbel-demissionaire kabinet snijdt juist in het onderwijs: PVV, VVD, BBB en de inmiddels verdwenen partij NSC wilden erop bezuinigen.
Gesprekken
In de brieven van fractievoorzitters aan de verkenner en in de gesprekken die ze met hem voerden kwam het onderwijs soms zijdelings ter sprake. D66-leider Rob Jetten vindt dat ‘onze kinderen’ goed onderwijs verdienen. De ChristenUnie noemt de onderwijsvrijheid en SP wijst op de werkdruk in het onderwijs.
Maar in zijn advies aan de Tweede Kamer rept Koolmees (oud-minister van Sociale Zaken & Werkgelegenheid voor D66) met geen woord over onderwijs en onderzoek. Dat doet hij hooguit indirect.
Hij verzoekt D66 en CDA om samen te gaan onderhandelen over de koers van het volgende kabinet. Ze moeten over woningnood, stikstof, migratie en Defensie nadenken, maar ook over 'het creëren van ruimte voor economische groei en verbetering van het investerings- en vestigingsklimaat', vindt hij.
Kennis en innovatie
Daarin spelen onderwijs en onderzoek een rol. Voor economische groei zijn onderwijs, kennis en innovatie immers belangrijk. In de doorrekening van de verkiezingsprogramma’s keek het Centraal Planbureau deze keer ook naar het ‘menselijk kapitaal’ in een paragraaf met de kop ‘Investeringsklimaat en kennis’.
En dat weet de politiek ook. Toen chipfabrikant ASML uit Nederland dreigde te vertrekken, bleken er meteen miljarden beschikbaar om de techniekreus te behouden. Er kwam 450 miljoen euro voor techniekopleidingen in mbo, hbo en wo vrij.
Dus in de onderhandelingen over het economische beleid zullen onderwijs en onderzoek zeker ter sprake komen. Daar kan meer of minder geld naartoe, maar dat lijkt vooral een kwestie van touwtrekken en niet van principiële meningsverschillen (zoals bijvoorbeeld bij migratie, stikstof en klimaat).
Nu gaan D66 en CDA dus het voorwerk doen. Als zij de eerste stap hebben gezet, kunnen ze kijken welke partijen erbij kunnen aanhaken. Het uitsluitspel van VVD en JA21 (die niet met GroenLinks-PvdA willen regeren) maakt het lastig om een meerderheid in het politieke midden te vinden. Omgekeerd ziet D66 weinig overlap met JA21.
Minderheid
Een minderheidskabinet van D66 en CDA, eventueel met een derde partij, is ook een mogelijke uitkomst. Dan zouden de ministers per onderwerp steun moeten zoeken bij oppositiepartijen aan de linker- en rechterkant.
D66 ziet dat niet meteen zitten, maar Forum voor Democratie bijvoorbeeld wel. Die wil met rechtse partijen een ‘inperking van het asiel- en migratierecht’ voor elkaar krijgen en met links voor verbetering van het onderwijs zorgen, staat in de brief aan Koolmees.
Zou het gaan gebeuren? Na verkiezingen voor de Tweede Kamer oppert altijd wel iemand dat een minderheidskabinet een serieuze optie is, terwijl het er in de praktijk nooit van komt.
Maar inmiddels is de politiek behoorlijk versplinterd. Nog nooit was de grootste partij zo klein als nu. Een meerderheidscoalitie vormen wordt steeds moeilijker.
Bovendien: in de Eerste Kamer hadden de kabinetten van Mark Rutte bijna nooit een meerderheid. Zijn ministers moesten dus altijd met de oppositie in gesprek. Dick Schoof zat in dezelfde situatie. Zijn kabinet kreeg bijvoorbeeld de onderwijsbezuinigingen niet over de eindstreep zonder een compromis met oppositiepartijen.
Tempo
Wat voor coalitie er ook komt, voor het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek maakt het misschien niet zoveel uit. Een coalitie met D66 moet hoe dan ook tot extra geld leiden. Maar wanneer komt dat geld dan? En hoeveel is het precies?
De politieke molens draaien traag de laatste jaren. De vorige formaties duurden tussen de tweehonderd en driehonderd dagen. Het kan dus even duren voordat er een nieuw kabinet zit – terwijl de onderwijsbezuinigingen nog steeds in de boeken staan.