Hete hangijzers in verkiezingsprogramma’s

| Hoger Onderwijs Persbureau

Internationale studenten, studiefinanciering en demonstraties blijven gevoelige onderwerpen in de politiek van het hoger onderwijs, blijkt uit de acht voorlopige verkiezingsprogramma’s die al verschenen zijn. En de bezuinigingen ook.

Archief U-Today (2023): normaliter is er altijd een stemlokaal in de Bastille.

Op 29 oktober gaat Nederland weer naar de stembus. Lang niet alle politieke partijen hebben hun verkiezingsprogramma’s al bekendgemaakt – en ze moeten nog goedgekeurd worden door de leden – maar het is wel duidelijk waar de partijen graag over willen praten.

Voor dit stuk keken we naar de conceptprogramma’s van VVD, GroenLinks-PvdA, NSC, BBB, PvdD, SP, JA21 en ChristenUnie. De leden kunnen die programma’s nog enigszins aanpassen. Andere partijen publiceren hun programma’s op een later moment.

Bezuinigingen

Het kabinet-Schoof bezuinigt pakweg een half miljard euro op hoger onderwijs en onderzoek. Alleen JA21 en GroenLinks-PvdA zeggen in hun programma hardop dat ze die bezuinigingen willen terugdraaien.

SP, PvdD, VVD, NSC, BBB en ChristenUnie schrijven er niets over, maar dat zegt niet alles. SP wil bijvoorbeeld ‘fors’ in fundamenteel en onafhankelijk onderzoek investeren. ‘Niet alles hoeft direct toepasbaar of rendabel te zijn’, vindt de partij.

Langstudeerboete

De VVD trok deze zomer enige aandacht met het voorstel voor een ‘kortstudeerbonus’ voor studenten die keurig binnen de tijd hun diploma behalen. Het moet aantrekkelijker worden om snel te studeren, als het aan de liberalen ligt. Een omgekeerde langstudeerboete dus.

Die boete maakt ook een comeback in het VVD-programma, maar dan voor de onderwijsinstellingen: zij moeten in de buidel tasten als hun studenten te traag studeren. Dat gaat dan een ‘vertragingsbijdrage’ heten.

BBB is de enige die ronduit vóór een langstudeerboete pleit, al mag het nog steeds niet zo heten. De BoerBurgerBeweging wil een ‘eerlijke bijdrage’ van studenten die ‘fors’ uitlopen in hun studie. Voor hen gaat het collegegeld omhoog.

De langstudeerboete was een plan van de huidige coalitie (PVV, VVD, NSC en BBB). Studenten zouden drieduizend euro extra collegegeld moeten betalen als ze meer dan een jaar uitliepen in hun bachelor of master. Na felle protesten trokken de regeringspartijen dit idee terug.

De oppositie was ertegen en dat is vast nog steeds zo, maar de Socialistische Partij is vooralsnog de enige die dit expliciet in het verkiezingsprogramma heeft gezet. Langstudeerboetes ‘hebben hun langste tijd wel gehad’, staat er.

Studiekosten

Om studeren minder duur te maken, kun je het collegegeld verlagen of de studiefinanciering verhogen. De SP wil het allebei doen. De partij gaat het collegegeld schrappen en de basisbeurs verhogen.

Ook de Partij voor de Dieren denkt in die richting. De basisbeurs moet vooral voor uitwonende studenten omhoog en het collegegeld ‘fors’ omlaag. Verder wil de partij dat studenten, hoe lang ze ook studeren, recht houden op een gratis ov-kaart.

GroenLinks-PvdA wil eveneens het inkomen van studenten verhogen en pleit voor een ‘eerlijke basisbeurs’. Over collegegeld gaat het niet.

NSC wil de basisbeurs in elk geval behouden. De partij maakt zich wel zorgen om buitenlandse studenten die in twee landen studiefinanciering aanvragen: in Nederland én hun eigen land. Daar moeten zware boetes voor komen, vindt de partij.

De VVD wil het collegegeld gebruiken om de studiekeuze van jongeren te beïnvloeden. Het tarief moet omlaag voor ‘tekortstudies’ in technologie, zorg, onderwijs, veiligheid en klimaat. Sommige studies worden wat de VVD betreft minder toegankelijk: ‘We beperken de studieplaatsen van studies waar geen (goed) arbeidsmarktperspectief is.’

Internationale studenten

In alle verschenen verkiezingsprogramma’s staat iets over de komst van internationale studenten. Ze zijn niet zonder meer welkom, blijkt hieruit.

‘We beperken studiemigratie’, stelt bijvoorbeeld NSC. Het collegegeld voor niet-Europese studenten moet daartoe worden verhoogd. Verder wil de partij nog altijd dat veruit de meeste opleidingen in het hbo en wo Nederlandstalig worden. Uitzonderingen op zulk beleid zijn mogelijk voor bepaalde masteropleidingen en ‘tekortstudies’.

Zo denkt ook de VVD erover. ‘Internationaal talent is belangrijk voor onze kenniseconomie,’ luidt het liberale verkiezingsprogramma, maar de partij wil vooral ‘studenten, wetenschappers en kenniswerkers in vakgebieden waar we een tekort hebben en die we hard nodig hebben zoals technologie, bètawetenschappen, AI en wiskunde’.

BBB wil eveneens meer Nederlandstalig onderwijs en minder buitenlandse studenten, maar de partij houdt hierbij rekening met de regio, waar bepaalde instellingen misschien moeilijk kunnen voortbestaan zonder internationale instroom. De Engelse taal kan volgens BBB in een studie gebruikt worden als dat ‘onontkoombaar’ is.

Andere partijen, zoals JA21, SP en ChristenUnie, hekelen de internationalisering als verdienmodel voor universiteiten en hogescholen, die immers bekostiging per student krijgen. Daar willen ze iets aan veranderen. En ook zij willen dat het aanbod weer zoveel mogelijk Nederlandstalig wordt.

GroenLinks-PvdA klinkt milder. De partij wil wel ‘grip op internationalisering’, maar gaat de regie overlaten aan de universiteiten en hogescholen zelf. Ook de Partij voor de Dieren wil dat de overheid samenwerkt met universiteiten en hogescholen om de internationalisering en verengelsing van het onderwijs in de juiste banen te leiden. De partij wil voorkomen dat ‘internationaal georiënteerde opleidingen hun deuren moeten sluiten’.

Financiering

Het aantal studenten daalt en een flink deel van de Kamer wil dus ook de toestroom uit het buitenland verminderen. Maar universiteiten en hogescholen krijgen geld per student. Hoe voorkom je hevige concurrentie? Veel partijen opperen dat de onderwijsinstellingen ‘stabieler’ gefinancierd moeten worden.

BBB en NSC zijn hier voorstander van, omdat opleidingen in de regio anders dreigen te verdwijnen. GroenLinks-PvdA ziet stabielere financiering als een manier om de concurrentie tussen instellingen te verminderen.

SP en Partij voor de Dieren willen stabiele financiering gebruiken om de wetenschap te versterken: onderzoekers moeten minder afhankelijk zijn van externe geldschieters, is het idee.

Zelfs de VVD, die concurrentie meestal prima vindt, ziet stabielere financiering wel zitten. De liberalen willen namelijk meer bemoeienis met de ‘capaciteit’ van opleidingen. Met andere woorden, sommige opleidingen moeten minder studenten toelaten en de VVD wil dit via de financiering afdwingen. Zo kan het hoger onderwijs beter aansluiten op de arbeidsmarkt, is de gedachte.

Ook de ChristenUnie wil ‘een beter en rechtvaardiger systeem om instellingen in het hoger onderwijs te financieren’. Het aantal (internationale) studenten wordt minder belangrijk, beloven de christenen.

Demonstratierecht

De afgelopen jaren waren er veel protesten en bezettingen in het hoger onderwijs. Eerst ging het vooral over de banden met de fossiele industrie en later over samenwerking met Israëlische universiteiten. Soms kwam het tot rellen en vernielingen.

Partijen als BBB, VVD en JA21 willen geen verstoring van de orde. JA21 wil bijvoorbeeld dat het hoger onderwijs ‘vrij wordt van activisme’. De drie partijen willen dat relschoppers aangepakt worden.

ChristenUnie, BBB en VVD bepleiten een verbod op gezichtsbedekkende kleding. NSC ook, al wil deze partij een uitzondering maken voor bijvoorbeeld Iraanse dissidenten die demonstreren voor de Iraanse ambassade.

ChristenUnie waarschuwt dat het demonstratierecht onder druk staat, maar wil zelf wel de voorwaarden om te kunnen demonstreren ‘waar nodig’ aanscherpen. GroenLinks-PvdA, Partij voor de Dieren en de Socialistische Partij zijn tegen het inperken van de demonstratievrijheid op wat voor manier dan ook.

Verkiezingen

De verkiezingen zijn zoals gezegd op 29 oktober. Andere partijen komen dus ook spoedig met hun programma’s.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.