De sluiting is een direct gevolg van de reorganisatie bij TNW, laat de labmanager bij navraag weten. Van de drie onderzoekers die dierproeven nodig hadden, zijn er twee ontslagen. Daardoor blijft er te weinig noodzaak over om het lab in stand te houden. De overgebleven onderzoeker kan wanneer nodig uitwijken naar het Centraal Dierenlaboratorium van Radboudumc Nijmegen, waar ze volgens dezelfde richtlijnen werken.
Volgens het jaarverslag van 2024 gebruikte de UT in dat jaar in totaal 534 dieren voor onderzoek. De 454 muizen en 80 ratten waren nodig voor fundamenteel onderzoek naar onder meer kanker, maag-, darm- en leveraandoeningen en zenuwonderzoek.
Nog niet alle dierproeven kunnen vervangen worden, maar met stamcellen en organ-on-a-chip-technologie is al veel mogelijk. Vicevoorzitter Machteld Roos van het CvB zei vorig jaar dat Nederland de doelstelling heeft om voorloper te zijn in proefdiervrije innovatie en dat de UT hieraan kan bijdragen. Onder andere het Organ-on-Chip Centre Twente houdt zich hier al mee bezig.
In hun ongevraagd advies schrijft de Uraad dat ze desondanks wel op de hoogte willen blijven van eventuele dierproeven uit naam van de UT. Volgens de labmanager is dat vanzelfsprekend, omdat het lab in Nijmegen onder dezelfde richtlijnen valt en dus sowieso verslag doet van alles wat er gebeurt.