Een nuancering is wel direct op z’n plek: volgens organisatoren Wim Bakker en Rolf de By betekent het vooral dat ze beter hebben leren kijken en niet dat er nu ineens 250 extra soorten planten en dieren naar de UT zijn gekomen. ‘Het is toch een soort momentopname,’ aldus Bakker. ‘We weten niet wat hier de rest van het jaar allemaal rondkruipt.’ Volgens De By onderstreept het ook de beperktheid van de menselijke waarneming. ‘Als ik naar de grond kijk, zie ik boven me niks.’
De waarnemingsaantallen op de UT per soort, van 2024 en 2025.
De zeldzaamheidsverdeling toonde 911 algemene, 293 vrij algemene, 39 zeldzame, en 1 onbekende soort aan. ‘Die laatste was een loslopende hond,’ lacht De By. Ook de wilde Homo sapiens telt niet mee.
350 procent meer paddenstoelen
Daar komt nog bij dat het team van vijftien à twintig waarnemers voornamelijk uit hobbyisten bestond, die op of aan de campus wonen en iets met natuur hebben. De By: ‘Als amateur weet je niet zo snel waar je naar kijkt of wat er bijzonder aan is. De pro’s zijn getrainder in determineren.’
Twee van zulke pro’s hadden ze er dit jaar bij: paddenstoelenspecialist Marian Jagers woont op de campus en wist zo’n 77 unieke paddenstoelen te determineren, 55 meer dan vorig jaar. ‘Ze heeft thuis een eigen laboratorium en kon dus heel nauwkeurig soorten bepalen. Dat scheelt natuurlijk enorm,’ weet De By. De tweede was Marina Pruysers, die de meeste van de 135 soorten mossen en korstmossen aanwees.
Bemoeilijkende factor is het feit dat exoten of aanplant niet meegeteld mogen worden. ‘In het pinetum staan bijvoorbeeld een paar prachtige bomensoorten. Die rekenen we niet mee, omdat ze niet inheems zijn. Maar ze trekken wel allerlei unieke beestjes aan, die we dan weer wél mogen meetellen.’
Keverzeven en libellentellen
Bakker beschrijft verschillende technieken om de dieren te vinden. ‘Je kunt bijvoorbeeld met een sleepnet door hoog gras lopen en daar dan de kevers uitzeven. Dat is een soort cadeautjes uitpakken. Een andere manier is kloppen, waarbij je een witte paraplu op de kop onder een boom houdt en op de takken klopt. Dan vallen er allerlei dieren in en heb je meteen een mooie witte achtergrond voor de foto.’ Voor de nachtvlinders organiseerden de beide natuurvrienden een paar nachtbijeenkomsten, waarbij ze met sterke lampen achter witte doeken vlinders en motten aantrokken.
Een uiterst zeldzame waarneming die Bakker deed was de gaffelwaterjuffer. Als libellen- en jufferkenner hoopte hij er stiekem al op. ‘Vanuit eerdere waarnemingen weten we dat ‘ie vanuit het zuiden steeds meer deze kant op komt. Dan is het wel extra leuk dat je ‘m dan ook voor de campus kunt noteren.’ Een andere speciale vondst was de Ancistrocerus antilope, een soort wesp die in Nederland alleen in het oosten voorkomt.
Tof beestje
Voor De By zit het plezier niet speciaal in bijzondere soorten, maar de bewustwording van de natuur in het algemeen. ‘Het is ook een esthetische verrassing. Als je hiermee bezig gaat, ontdek je zo veel. Neem nou zo’n aspergekever, die rode kleuren, die vormen. dat is toch gewoon een tof beestje?'
De rode aspergekever. Een 'tof beestje', volgens Rolf de By. (Foto: Wim Bakker)
Voor de beide heren kan de biodiversiteit nog groter. ‘De campus is voornamelijk een parklandschap; gras en bomen. Grasfalt, zeggen we weleens gekscherend. De echte biodiversiteit zit vooral langs de randen van de campus. Er zijn stukken van de campus waar het best wat ruwer kan.’
Volgend jaar hopen De By en Bakker nog meer soorten te vinden. ‘We worden steeds handiger in soorten zoeken en weten nu beter waar we moeten kijken.’
Tentoonstelling
Van donderdag 18 september tot en met 3 november wordt een selectie van de gemaakte foto’s tentoongesteld in de Vrijhof, onder de titel Nature in Focus. Voor wie niet kan wachten is de volledige lijst van UT-waarnemingen al online in te zien.
BioBlitz
De BioBlitz is een jaarlijks terugkerende waarnemingsstrijd tussen hoger onderwijsinstellingen, waarbij in zo kort mogelijke tijd in een afgebakend gebied zoveel mogelijk soorten gezocht worden. De UT doet sinds 2024 mee.