UT stijgt naar plek 203 op wereldwijde QS-ranking

De UT stijgt met dertig plekken op de QS-ranking, naar plek 203. Negen van de dertien Nederlandse universiteiten boeken terreinwinst in de wereldranglijst van onderzoeksbureau QS.

Vandaag zijn de nieuwe QS World University Rankings 2026 verschenen. Het Amerikaanse MIT is wederom de nummer 1. In de top 10 staan net als vorig jaar vier Amerikaanse en vier Britse universiteiten. Op plaats 7 en 8 eindigen de Zwitserse ETH Zürich en de Nationale Universiteit van Singapore.

Reputatie

Door de jaren heen verloren de Nederlandse universiteiten gemiddeld steeds wat terrein in de ranglijst, al bleven de TU Delft en de Universiteit van Amsterdam altijd goed scoren. Die handhaven zich rond plaats 50. Maar dit jaar hebben negen van de dertien universiteiten zich verbeterd. Dat geldt dus ook voor de UT, die in 2022 uit de top 200 viel en zichzelf vorig jaar terugvond op plek 233. Dit jaar staat de UT op plek 203.

© HOP. Bron: QS.

Volgens de makers scoort het Nederlandse hoger onderwijs gemiddeld het best in Europa. Maar ze waarschuwen wel voor de bezuinigingen van het kabinet en het beperken van het aantal Engelstalige opleidingen.

Het belangrijkste criterium van de ranglijst is de reputatie van de universiteit onder wetenschappers en werkgevers, samen goed voor 35 procent van de score. Nederland pakt daar volgens QS veel punten mee. Maar qua citatiescores (een maatstaf voor de invloed van wetenschappelijke artikelen), zakt Nederland wat terug.

Kritiek

Er zijn meer wereldranglijsten in omloop, zoals de Shanghai Ranking en de ranglijst van het Britse Times Higher Education. De voornaamste kritiek op zulke lijsten is dat ze een eigen werkelijkheid creëren: hoe geef je één enkele score aan een hele universiteit, met al haar medewerkers en studenten? Hoe groot zijn de verschillen werkelijk?

Bovendien proberen sommige instellingen op allerlei manieren hoger op de lijsten te komen. Een universiteit in Saoedi-Arabië bijvoorbeeld betaalde (internationale) wetenschappers om te zeggen dat ze bij haar werkten, zodat hun reputatie meewoog bij die universiteit.

De citatiescores zijn eveneens omstreden. Onderzoek naar bijvoorbeeld de aardbevingen in Groningen zal buiten Nederland weinig aandacht trekken. Maakt dat het minder waardevol?

Dus klinkt vaak de roep om die ranglijsten links te laten liggen. De Universiteit Utrecht doet er niet meer aan mee en levert geen gegevens meer aan. Daardoor is de universiteit verdwenen uit de concurrerende ranglijst van Times Higher Education, maar de QS ranking gebruikt andere bronnen. Utrecht staat daarin net als vorig jaar op de derde plaats.

Twee gedachten

Op haar website vat universiteitenvereniging UNL de kritiek samen. De keuzes van ranglijstenmakers zijn arbitrair en betwistbaar, is het standpunt. Dus willen ze weinig gewicht toekennen aan zulke lijstjes.

In een advies aan de universiteiten van hun eigen ‘expertgroep’ stond twee jaar geleden dat er een cultuurverandering moet komen, zodat universiteiten geen ‘opportunistisch gebruik’ van ranglijsten maken.

Maar de experts willen de rankings ook niet helemaal negeren. ‘Tegelijkertijd moet deze cultuurverandering plaatsvinden op een manier die geen onevenredige risico’s oplevert voor de reputatie en naamsbekendheid van universiteiten’, aldus het advies.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.