Nieuwe master Humanitarian Engineering wil studenten opleiden die ‘anders leren kijken’

| Rense Kuipers

Een gloednieuwe UT-opleiding gaat in september van start: Humanitarian Engineering. In deze gezamenlijke masteropleiding van drie faculteiten leren studenten werken aan oplossingen voor – en met – achtergestelde gemeenschappen. ‘We vertellen niet vanuit een ivoren toren hoe het allemaal moet’, zegt opleidingsdirecteur Peter Chemweno.

Opleidingsdirecteur Peter Chemweno.

Hoeveel studenten verwacht je aan de start van de opleiding in september?

‘Dat is nog moeilijk te zeggen, want vooraanmeldingen zijn altijd een bijzonder dynamisch proces. Het verwachte aantal uit onze marktanalyse is 25 studenten. Dat zou een goed startpunt zijn, al kunnen het er ook meer worden. We merken in ieder geval voldoende enthousiasme. Humanitarian Engineering bestond bijvoorbeeld al als minor op de UT en op beurzen kregen we ook positieve reacties. We gaan zien hoeveel studenten instromen.’

Opvallend is dat deze opleiding wordt verzorgd door drie faculteiten: ET, BMS en ITC. Hoe zit dat precies?

 ‘Het is een van de unieke aspecten van deze master. We richten ons namelijk op de ontwikkeling van achtergestelde gemeenschappen. Daarbij kun je bijvoorbeeld denken aan het gebruiken van plastic afval om bouwmaterialen van te maken, waar heel erg de expertise van de faculteit ET bij komt kijken. Maar studenten leren bijvoorbeeld ook over het helpen ontwikkelen van duurzame verdienmodellen voor de lokale gemeenschappen – precies iets waar vanuit de bedrijfskundige opleidingen van BMS een accent ligt.’

‘Door de betrokkenheid van meerdere faculteiten zie je een krachtige combinatie ontstaan: studenten verbinden engineeringsvaardigheden met de sociaal-culturele dynamiek. We hebben bovendien ook rondgekeken naar soortgelijke opleidingen, maar die blijken in Europa niet te bestaan. Met enige zekerheid kunnen we daarom zeggen dat we de eerste Europese opleiding zijn op dit gebied.’

Hoe ziet het curriculum eruit?

‘De opzet is niet anders dan bij andere masters: een tweejarige master, met vier modules per jaar van elk 15 ec. De kern van de opleiding draait om challenge-based learning. We willen daarmee studenten relevante casussen uit de praktijk aanbieden. Zo was Rik Stamhuis, een UT-alumnus die momenteel bedrijven heeft op Madagaskar, nauw betrokken bij het opzetten van de opleiding. Hij houdt zich onder andere bezig met toegang tot hernieuwbare energie en schone kookoplossingen voor de Malagassiërs. Dat zijn precies casussen waar studenten zich over kunnen buigen.’

De aanloop naar de start van deze master kende een hobbel: in eerste instantie kwam de opleiding niet door de toets van de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs. Daarna volgde al vrij snel herstel. Hoe kijk je daarop terug?

‘Er ging iets mis in het proces; we hadden een arbeidsmarktonderzoek laten doen, maar de namen van de bedrijven waar alumni in potentie aan de slag zouden kunnen, waren niet opgenomen in het rapport. Dat hebben we snel hersteld in de nieuwe aanvraag – en ook later vanuit onderwijskeurmeester NVAO kregen we erg positieve feedback bij de accreditatie. Een aanloop naar het starten van een nieuwe opleiding is sowieso een uitdaging, maar de seinen staan volledig op groen.’

Wat moet er nog gebeuren voor de start in september?

‘We moeten onze boodschap nog beter verspreiden. Daarom gaan we bijvoorbeeld ook op de eigen UT-campus nog met een ijscowagen op het O&O-plein staan, zodat we aan bekendheid kunnen winnen. Ook belangrijk is dat we ons netwerk in ontwikkelingslanden uitbreiden. Hoe meer goede partners we aan ons binden, hoe beter de casussen worden die we kunnen aanbieden en hoe interessanter de stageplekken zijn.’

‘Humanitarian Engineering’ klinkt als een opleiding die wat altruïstisch van aard is. Draait het om hulp bieden?

‘Hulp bieden zou ik het niet noemen, dat impliceert dat het eenrichtingsverkeer is. Empowerment klinkt al wat beter. Waar het volgens mij vooral om draait is dat we samen met de achtergestelde gemeenschappen effectieve, intuïtieve en duurzame oplossingen bedenken voor hun problemen. Daar zit een soort kruisbestuiving of tweerichtingsverkeer in: door samen met de gemeenschappen na te denken over de juiste oplossingen binnen hun context, ontwikkelen we onszelf ook als studenten en wetenschappers. Het is dus zeker niet dat wij vanuit een bepaalde ivoren toren gaan vertellen hoe het allemaal moet. We leren van elkaar.’

Tot slot, wat voor ‘type’ student willen jullie opleiden?

‘Juist door de gemeenschappen nauw te betrekken bij de oplossingen die zij nodig hebben, denk ik dat we studenten kunnen opleiden die op een andere manier kijken naar situaties. Dus niet dat we ingenieurs alleen op papier opleiden die vervolgens voor totale verrassingen komen te staan in het werkveld, maar professionals die – ongeacht of ze zelf ondernemer worden of bijvoorbeeld bij een humanitaire organisatie of NGO aan de slag gaan – de complexiteit van zo’n lokale context veel beter kunnen navigeren dan bij een meer klassiek ingerichte opleiding.’

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.