In 2024 draaide het Fraunhofer Innovation Platform 1.625.000 euro verlies, ten opzichte van een begroot tekort van een half miljoen euro, zo blijkt uit de laatst beschikbare managementrapportage. Een opmerkelijk hoog bedrag als je dat verlies wegzet tegenover de inkomsten die FIP genereerde: 3,9 miljoen euro.
Moeite met projectfinanciering
Als voornaamste reden wordt genoemd dat FIP moeite had met het binnenhalen van projectfinanciering. Ook al zijn er ‘relatief veel’ projecten binnengehaald, hun financiële bijdragen waren ‘onvoldoende’, zo staat in de managementrapportage. FIP schrijft moeite te hebben met het ‘veiligstellen van financieel aantrekkelijke bilaterale projecten’ vanwege de focus op het midden- en kleinbedrijf. Daarnaast bleken de operationele kosten – huisvesting en personeel – hoger dan verwacht.
Ook het jaar ervoor, in 2023, was het Fraunhofer Innovation Platform allesbehalve rendabel. Tegenover inkomsten van iets meer dan 4 miljoen euro stond een verlies van 1.336.000 euro. Dit verlies had enigszins vergelijkbare oorzaken. In 2023 waren er minder projecten dan begroot en ‘in verhouding meer projecten met een relatief lage opbrengst per besteed uur’. In 2023 waren daarnaast de huisvestings- en energiekosten relatief hoog.
Opstartkosten
Ian Gibson, UT-hoogleraar en wetenschappelijk directeur van het Fraunhofer Innovation Platform, spreekt van ‘opstartkosten die in de lijn der verwachting lagen’. Dat heeft volgens Gibson te maken met de verhuizing van FIP naar het nieuwe gebouw, het zogeheten Advanced Manufacturing Centre (AMC) tegenover de hoofdingang van de UT. Daar verhuisde FIP eind 2023 naartoe. ‘Een deel van de verliezen is toe te rekenen aan die periode, vanwege de kosten voor het gebouw en de apparatuur’, aldus Gibson.
Anderzijds wijst de wetenschappelijk directeur ook op de hogere energie-, personeels- en huisvestingskosten zoals die in de managementrapportage staan. ‘Die zijn hoger uitgevallen dan beoogd. Sinds de verhuizing naar het nieuwe gebouw zitten we in een opstartmodus en we werken aan een zeer spaarzaam en zorgvuldig financieel plan. We moeten – en zullen – harder werken om dat tekort terug te dringen.’
UT draagt tekorten
Daar heeft de Universiteit Twente ook belang bij. De UT droeg namelijk beide jaarverliezen van FIP met een financiële garantstelling vanuit het college van bestuur. En jaarlijks draagt de UT structureel 250 duizend euro bij in FIP. De UT investeerde overigens niet in de verbouwing van het pand, maar huurt wel 1700 vierkante meter.
Strategische infrastructuur
Mariska Giesen, portefeuillehouder bedrijfsvoering bij de penvoerende faculteit ET, zegt dat de cijfers in de managementrapportages een ‘onvolledig beeld’ schetsen van de situatie bij FIP. ‘Zo’n rapportage geeft wel inzicht in de kosten, maar de impact van FIP en het AMC – die zeker op het regionale bedrijfsleven groot is – blijft vanwege het format van zo’n rapportage onderbelicht. De kosten laten zich goed in deze cijfers uitdrukken, maar dat geldt veel minder voor de opbrengsten en impact. En er moet onderscheid gemaakt worden tussen het financieel resultaat van FIP en de strategische meerwaarde van het AMC.’
Giesen zegt dat rode cijfers niet ten laste komen van de faculteit ET, omdat FIP een zelfstandige organisatie en een UT-breed initiatief is. ‘Al is het natuurlijk altijd nodig om scherp op de financiën te blijven sturen.’ In die hoedanigheid is het Advanced Manufacturing Centre volgens haar als faciliteit onderdeel van de ‘strategische infrastructuur’ van de universiteit. ‘In één van de building blocks, dat we als universiteit kijken hoe we omgaan met onze infrastructuur. Daarom bespreken we binnenkort een realistisch en ambitieus plan over hoe de faciliteit – en FIP als belangrijke gebruiker van deze faciliteit – binnen het grotere plaatje van de UT past.’
Fred van Houten
In 2017 vestigde Fraunhofer zich op de UT, in eerste instantie via een zogeheten Project Center in de Horst. Het huidige Fraunhofer Innovation Platform for Advanced Manufacturing is bedoeld als innovatiecentrum voor de (regionale) maakindustrie. Drijvende kracht achter de samenwerking met het gerenommeerde Duitse onderzoeksinstituut in Twente was de in 2020 overleden UT-hoogleraar Fred van Houten.
Wetenschappelijk directeur Gibson vult aan dat betere financiële resultaten op komst zijn in 2025. ‘Vanaf dit jaar zijn er geen afschrijvingskosten voor de apparatuur. Bovendien verwachten we nu al inkomsten vanuit NWO, Europees subsidieprogramma Interreg en andere Europese financiering om de overheadkosten te compenseren en ons een positief jaarsaldo te geven.’