Bij het Internationaal Strafhof kon de hoofdaanklager van de ene op de andere dag zijn mail niet meer in. Dat was vanwege Amerikaanse sancties tegen medewerkers van het Hof, zegt softwareleverancier Microsoft. De regering-Trump was niet te spreken over het arrestatiebevel van het Strafhof voor de Israëlische premier Netanyahu en dat kwam het Hof op sancties te staan.
De les? Wie zich wil beschermen tegen de wraak van Trump kan maar beter niet afhankelijk zijn van bedrijven uit zijn land. Het Strafhof zegt officieel niets over de reden van de overstap, maar verkiest volgens NRC nu een Duits alternatief boven Microsoft.
Met dat alternatief, OpenDesk, kun je ook mailen, tekstverwerken, rapporteren, presenteren, bestanden delen en videobellen. Het is open source, wat wil zeggen dat iedereen de code ervan kan bekijken en verbeteren.
Zoiets geldt ook voor een ander alternatief, ook uit Duitsland: Nextcloud. Dat is kantoorsoftware die sinds begin dit jaar door zo’n 75 onderzoekers van vijf Nederlandse universiteiten wordt getest. Kunnen andere instellingen daar ook op overstappen?
Afhankelijkheid
In het Nederlandse hoger onderwijs is de afhankelijkheid van Amerikaanse techbedrijven groot. Vooral Microsoft is een grote speler. Niet alleen studenten en medewerkers doen veel met haar software. Ook de IT’ers van onderwijsinstellingen zitten met allerlei specialistische software aan het Amerikaanse bedrijf vast. Bovendien staan veel data in de cloud van Microsoft.
Daarom slaan lectoren alarm. Afgelopen woensdag stelde het kenniscentrum praktijkgericht onderzoek, DCC-PO, dat de dominantie van partijen als Google en Microsoft de autonomie van onderzoekers bedreigen. Hogescholen zouden meer moeten werken met open source en open standaarden.
In juli waarschuwde ook De Jonge Akademie dat studenten en medewerkers geen idee hebben wat techbedrijven met hun gegevens doen. Door het beheer van IT-systemen uit handen te geven, verliezen onderwijsinstellingen technische kennis en controle. Zo raken ze steeds verder in de ban van big tech en komen de academische vrijheid en onafhankelijkheid op het spel te staan, aldus De Jonge Akademie.
Wispelturig
Nu al staan zeven Nederlandse universiteiten en een hogeschool op de sanctielijst van de staat Florida, omdat ze de banden met Israëlische instellingen verbraken of bevroren. Met een wispelturige president als Donald Trump kunnen ook onderwijsinstellingen zomaar hun ‘strafhofmoment’ krijgen.
Maar kunnen ze dan zonder Microsoft? Zonder Office, Outlook, Teams en OneDrive? Nu in ieder geval nog niet, denken de Utrechtse hoogleraren José van Dijck en Albert Meijer. ‘Al het onderzoek en onderwijs zou onmiddellijk tot stilstand komen’, schreven ze in maart.
Loswurmen
Dat afhankelijkheid van big tech risico’s met zich meebrengt wordt steeds duidelijker. Dat geldt ook voor het Nederlandse hoger onderwijs, ziet Wladimir Mufty van SURF, de IT-coöperatie van Nederlandse onderwijs- en onderzoeksinstellingen. ‘We zijn al door een jarenlange bewustwordingsfase heen gegaan. We hebben gekeken waar de afhankelijkheden zitten en nu wordt het tijd om alternatieven te gaan uitproberen.’
Mufty is programmamanager digitale soevereiniteit van SURF. Eind vorig jaar zat hij met vijf universiteiten om tafel die in hun onderzoeksprogramma, AlgoSoc, één gezamenlijke digitale omgeving wilden hebben. Wetenschappers uit Delft, Utrecht, Rotterdam, Tilburg en Amsterdam (UvA) wilden dezelfde afsprakenplanner kunnen gebruiken, bestanden kunnen delen, samen aan één tekst kunnen werken en videobellen, zonder afhankelijk te zijn van één grote aanbieder. Mufty stelde het open source-softwarepakket van Nextcloud voor.
Maar kan het met Microsoft concurreren? Eén van de gebruikers, promovendus Jacqueline Kernahan van de TU Delft, denkt van wel. Al hapert er af en toe nog wel iets. Toch laat ze zich daar niet door uit het veld slaan: ze weet hoe problematisch de afhankelijkheid van Microsoft is.
In de hal van haar faculteit in Delft laat ze de software zien. Het oogt heel gewoontjes. ‘De tekstverwerker is best wel goed’, constateert Kernahan, die promoveert op de kwaliteits- en veiligheidscontroles in digitale systemen. ‘Ik ben een gemiddelde gebruiker, dus ik heb niet alle opties en apps van het programma nodig. Maar eerlijk gezegd maakt Microsoft het wel steeds aantrekkelijker om over te stappen. Nu dat bedrijf overal AI in stopt wordt alles irritanter om te gebruiken.’
Toch zullen niet alle onderwijsinstellingen ineens op OpenDesk of Nextcloud kunnen overstappen, denkt Mufty. ‘Het Strafhof moet nu snel handelen, onder druk, maar als een hogeschool of universiteit morgen van Microsoft af zou willen zou dat wel een probleem opleveren.’
Verstrengelen
Ondertussen trekt Microsoft steeds meer taken naar zich toe. Naast kantoorsoftware ontwikkelt het ook kunstmatige intelligentie, bouwt het zelf datacenters en legt het zelfs eigen internetkabels op de zeebodem. Het bedrijf is ‘verticaal geïntegreerd’, noemen specialisten dat: alles kan via één bedrijf, van basistechniek tot eindgebruiker.
En dat is nog niet alles. Want Microsoft breidt ook ‘horizontaal’ uit: het neemt bedrijven over waar niet de techniek maar de inhoud vooropstaat. ‘Dat is een nieuwe fase en dat vind ik wel zorgwekkend’, zegt Mufty. Zo kocht Microsoft LinkedIn, met z’n honderden miljoenen actieve gebruikers, die enorme hoeveelheid data produceren. Of GitHub, waar softwareontwikkelaars hun werk kunnen delen en opslaan.
SURF houdt deze ontwikkeling nauwlettend in de gaten. ‘Ik zou willen dat ons onderwijs publiek blijft en publieke waarden kan nastreven, zoals autonomie, onafhankelijkheid en academische vrijheid. IT moet helpend zijn, niet sturend’, aldus Mufty.
Zo kijkt hij met argwaan naar de samenwerking tussen Microsoft en Sanoma. De Finse uitgever, die als eigenaar van Malmberg ook de Nederlandse onderwijsmarkt bedient, wil zijn leermiddelen via Microsoft Teams beschikbaar stellen. Microsoft voegt daar vervolgens zijn eigen ‘learning accelerators’ aan toe: kunstmatige intelligentie die het leerproces moet helpen personaliseren. Mufty: ‘Van dit soort ontwikkelingen lig ik af en toe wel wakker.’
Alternatieven
Er zijn wel degelijk Nederlandse en Europese alternatieven. Zo werkt onderzoeksinstituut TNO samen met SURF en het Nederlands Forensisch Instituut aan een eigen AI-taalmodel. Ook zijn er eigen datacenters.
En SURFConext timmert aan de weg met een dienst voor veilig inloggen. ‘Maar dat is niet voldoende. Als inloggen via Microsoft in de toekomst om wat voor reden dan ook niet werkt, hebben we een groot probleem. Ook bij applicaties die niet van Microsoft zelf zijn’, aldus Mufty.
Er moeten serieuze alternatieven komen, zegt hij. Als de nood aan de man is moet je niet bij nul hoeven te beginnen. Bovendien zorgt concurrentie ervoor dat de marktleider niet de hoofdprijs kan vragen.
Maar welke onderwijsinstelling offert zich op om die alternatieven te gaan draaien, met alle kinderziektes van dien, terwijl Microsoft het allemaal kant-en-klaar voor je kan leveren? Zeker aan het begin zullen onderwijsinstellingen twee systemen naast elkaar in de lucht moeten houden, met extra uitgaven aan ondersteuning, onderhoud en beveiliging, denkt Mufty. ‘Maar volgens mij is geen enkele sector zo waardegedreven als onderwijs en onderzoek. Juist hier moet het lukken om alternatieven van de grond te krijgen.’
Rectoren
In 2019 publiceerden de rectoren magnifici van veertien universiteiten samen een prangend betoog over de digitale onafhankelijkheid van het Nederlandse hoger onderwijs. We dreigen de controle te verliezen aan Google en Microsoft, was de teneur.
Sindsdien is er weinig verbeterd, ziet ook Jacquelien Scherpen, sinds vorig jaar rector van de Rijksuniversiteit Groningen. ‘Een paar maanden na dat stuk brak de coronapandemie uit. We zijn toen nog afhankelijker geworden, want we hadden op dat moment geen tijd om alternatieven te zoeken.’ Microsoft Teams is bijvoorbeeld niet meer weg te denken.
Namens de rectoren binnen universiteitenvereniging UNL is Scherpen dossierhouder digitale soevereiniteit. Ze pleit voor kleine stapjes: ‘Als we nu voor een alternatief product kiezen dat minder goed functioneert, gaan studenten en medewerkers gratis programma’s gebruiken en zijn we verder van huis.’
Bovendien, zegt Scherpen, moet er wetgeving komen om Europese alternatieven tegen de honger van big tech te beschermen. Stel dat je met een Europese concurrent van Microsoft in zee gaat en Microsoft koopt dat bedrijf op, wat doe je dan?
Dat is geen denkbeeldig scenario. Ze wijst op het Nederlandse softwarebedrijf Solvinity, dat bij overheidsdiensten als DigiD betrokken is en ook voor veilige communicatie binnen het ministerie van Justitie zorgt. Een Amerikaans bedrijf wil het overnemen.
Scherpen: ‘Misschien moeten we wel protectionistischer worden, zonder de vrije uitwisseling van nieuwe inzichten en innovaties te remmen. We moeten ervoor zorgen dat de onafhankelijkheid die we bevechten niet weer uit onze handen glipt.’