Afgelopen jaar is er in Den Haag veel gesproken over internationalisering en het taalbeleid in het hoger onderwijs. Hoe ervaart de BMS-faculteit die discussie?
Bondarouk: ‘Soms heel emotioneel. Toen ik geluiden hoorde om volledig terug te keren naar het Nederlands, of uitspraken waarin de bijdrage van internationals werd betwist, toen dacht ik: dat kan niet waar zijn. Onze soft power, waarden en principes en het doorgeven van kennis aan andere landen staat opeens onder druk, terwijl Nederland daar met de internationale blik altijd in vooropliep. In de faculteit voerden we daar meerdere gesprekken over. Open gesprekken, waarin ruimte was voor alle meningen, maar ik proefde bij iedereen verbazing.’
Aydin: ‘De brief van de minister was aanvankelijk heel generiek. Er komt wat, maar wat? Ook de uitzonderingsgronden waren en zijn onduidelijk. Het is goed dat we als universiteit samen optrekken in deze discussie, en dat onze waarden en het inclusieve karakter leidend zijn en blijven. Het is van belang om twee lijnen aan te houden en die te verbinden aan elkaar. Enerzijds moet je rekening houden met de politieke en maatschappelijke ontwikkelingen. Als universiteit bevinden we ons niet in een vacuüm. We willen immers sterk met de maatschappij verbonden zijn. Tegelijkertijd wil je vasthouden aan je waarden. Die wil je niet loslaten, maar juist versterken. Je wil voorkomen dat je langetermijnwaarden worden beschadigd door korte termijn interventies.’
Hoe internationaal is de BMS-faculteit?
In BMS-opleidingen studeren zo’n 3700 studenten, waarvan ruim veertig procent internationals. Ongeveer 1900 studenten volgen een bachelor, meer dan de helft van hen heeft een internationale achtergrond. BMS telt zo’n tweehonderd inkomende uitwisselingsstudenten, tegenover 380 uitgaande.
Wat betreft academisch personeel is zo’n dertig procent niet-Nederlands. Bij het ondersteunende personeel ligt dat percentage met twintig procent iets lager. Van de BMS-promovendi is zo’n veertig procent internationaal.
Wat is jullie voornaamste zorg in het debat over internationalisering en voertaal?
Bondarouk: ‘De academische vrijheid staat onder druk. Als universiteit wil je in staat zijn onafhankelijk van politieke ontwikkelingen te onderzoeken en onderwijzen. Je moet zelf je agenda kunnen bepalen, maar door tunnelvisie in de discussie worden we in het nauw gedreven. We zien dat internationale collega’s hier de taal leren, meedraaien in de maatschappij en de voorpagina’s van kranten willen begrijpen, maar de toegankelijkheid staat plots onder druk.’
'Taal is een relevant component, maar de discussie moet breder gevoerd worden' - Ciano Aydin
Aydin: ‘Inclusief zijn betekent voor zowel Nederlandse als internationale studenten toegang hebben tot goed onderwijs, zonder onnodige hindernissen. Taal is daarin een relevant component, maar de discussie moet breder gevoerd worden. Is taal een struikelblok, dan moet je iemand daarin helpen, maar er zijn ook andere kwesties die voor studenten een struikelblok kunnen zijn en aangepakt dienen te worden.
Toch vindt het merendeel van de Kamer – van links tot rechts – dat het beter is om bachelors weer in het Nederlands aan te bieden. Hoe strookt dat met jullie kritiek?
Aydin: ‘De vraag moet zijn: wat proberen we op te lossen met de taalkwestie? Het doel dat je wil bereiken moet centraal staan. De politiek heeft die twee uit elkaar getrokken en het doel is onzichtbaar geworden. We willen de nuance terug in de discussie. Als het probleem is dat studenten met name in het eerste jaar moeite hebben om aan te haken vanwege taal, dan is dat relevant. Dan moeten we daar wat aan doen, en dat doen we overigens ook. Veel studenten willen na een bachelor een master volgen, of een PhD, of werken in een internationale setting. Volg je de bachelor in het Nederlands, dan ontstaan er mogelijk later problemen. Onderzoek verrichten is per definitie iets internationaals.’
Bondarouk: ‘Bovendien is het een misvatting dat we binnen BMS enkel klassieke sociale wetenschappen aanbieden. We werken interdisciplinair en het technische aspect zit door de faculteit verweven. Hetzelfde geldt voor de samenwerking met andere faculteiten.’
Politici, maar ook NWO-directeur Marcel Levi, noemen psychologie als voorbeeld van een opleiding waar het volgens hen misgaat. Waarom is dat zo?
Aydin: ‘Het is een grote opleiding, met een grote internationale populatie die daardoor opvalt. Open staan voor kritiek vanuit de politiek en samenleving is niet verkeerd, maar juist goed. Maar de vraag moet zijn wat je wil bereiken. Als de politiek ons erop wijst dat de balans in de opleiding scheef is gegroeid, waardoor we onze doelen niet kunnen realiseren, dan zijn wij de eersten die zeggen: laten we kijken naar een oplossing. Maar dan heb je vertrouwen van de politiek nodig. De politiek als medestander in plaats van tegenstander. Dat vertrouwen voelen we nu te weinig, omdat de discussie is vernauwd tot enkel een taalkwestie.’
'Je welkom voelen is de basis van alles, dat afbreken heeft enorme gevolgen' - Tanya Bondarouk
Bondarouk: ‘Er mist zoveel nuance. In onze bachelor psychologie staat de kracht van de combinatie van technologie en psychologie voorop. Dan hoor ik politici roepen dat we psychologie in het Nederlands moeten aanbieden, omdat therapie in het Nederlands gegeven moet worden. Daarop worden studenten in hun stage grondig voorbereid. We bieden trajecten aan om internationale studenten te prepareren op werken in het Nederlands. We hebben genoeg voorbeelden van alumni die na de opleiding in de Nederlandse geestelijke gezondheidszorg zijn gaan werken.’
Zijn er argumenten die in de Tweede Kamer genoemd worden die jullie wel steunen?
Aydin: ‘Absoluut. In het westen is er woningnood en ruimtekort. Dat is een probleem en dat moet je gericht oplossen. Maar dat is iets anders dan de taal of internationals aanwijzen als een probleem. Ik zie internationale studenten namelijk als oplossing voor actuele en toekomstige uitdagingen en ze verrijken en versterken onze arbeidsmarkt en cultuur. Veel Nederlandse studenten doen hetzelfde in het buitenland, maar daar hoor je terecht niemand over klagen.’
(Tekst gaat verder onder de foto.)
Bijschrift: Ciano Aydin.
Bondarouk: ‘Ik hoop vooral dat er genuanceerd en specifiek gekeken gaat worden naar oplossingen. Het gevaarlijke aan deze discussie is dat iets kapot maken heel makkelijk is. Iets weer opbouwen kost zoveel tijd en energie. De impact is nu al groot. Niet-Nederlanders krijgen een onwelkom of tweederangs gevoel. Terwijl je welkom voelen de basis is van alles. Dat afbreken heeft enorme gevolgen.’
'Laat politici hier op de campus komen' - Tanya Bondarouk
Hoe hopen jullie dat dit hoofdstuk zich ontwikkelt in 2024?
Bondarouk: ‘Ik hoop dat beleidsmakers mét docenten en studenten, in plaats van over hen gaan spreken. Laat politici hier op de campus komen. Praat met internationale studenten en docenten over wat ze doen, en wat ze bijdragen. Ik weet zeker dat dat verschil maakt.’
Aydin: ‘Ik hoop op meer balans door vooral de andere kant van de medaille te tonen. Door aan te geven hoe geweldig het is dat we internationale studenten en medewerkers hebben. Hoe belangrijk hun bijdrage is aan de Nederlandse kennisontwikkeling. Het moet meer zijn dan ‘het is niet erg dat ze hier zijn’. Laten we uitspreken hoe blij we zijn met internationale mensen om ons heen, in plaats van ze als probleem te zien.’