Pieter Omtzigt onvermurwbaar: ‘Nederlands voertaal op universiteit’

Omtzigt is de eerste gast in de serie Van Torentje naar Torentje waarbij lijsttrekkers door de UT en dagblad Tubantia zijn uitgenodigd voor een gesprek over de komende verkiezingen. Het Amphitheater is uitverkocht. Vooral zijn standpunt over Nederlands als voertaal op de universiteit leidt tot discussie.

‘Er is bijna geen land in de wereld waar je niet wordt geacht de eigen taal te spreken’, zo legt Omtzigt uit. ‘Een eigen taal wordt niet alleen behouden door het dagelijks te gebruiken, maar ook op cultureel en wetenschappelijk gebied te spreken. Anders wordt het een streektaal, zoals het Twents.’ Dat er ook Engels wordt gesproken op de UT, is volgens hem helemaal niet erg. ‘Als het maar wordt beperkt tot onder meer enkele gastcolleges.’

Doorgeslagen

Omtzigt wijst de studie bestuurskunde aan als voorbeeld van het doorgeslagen gebruik van Engels. ‘Bijna alle studenten van die studie komen uit Nederland en gebruiken in hun latere beroepsleven Nederlands. Waarom zou je daar in het Engels les geven? Onzin. Ook voor studenten en medewerkers zelf is het veel fijner om Nederlands te spreken. Je maakt zo veel meer onderdeel uit van de samenleving.’

Studiebeurs

Door Nederlands te spreken, is de kans volgens de voorman van Nieuw Sociaal Contract (NSC) veel groter dat studenten na hun studie in Nederland blijven. Omtzigt: ‘Ruim 40 procent van de studenten op de universiteit komt uit het buitenland. Dat gaan er veel meer worden. Er is onlangs een wet aangenomen die het mogelijk maakt dat buitenlanders een studiebeurs en een aanvullende lening kunnen krijgen als ze minstens zeven uur in de week een baantje hebben. Nou, dat haalt iedereen natuurlijk makkelijk. De kans dat ze na hun studie in Nederland blijven, is heel klein als ze geen Nederlands spreken. Zo lossen we het tekort op de arbeidsmarkt, zeker in technische beroepen, nooit op. Sterker: het tekort gaat alleen maar oplopen.’

Overgangsperiode

Op de vraag van presentator Ron Fresen of de maatregel uitvoerbaar is, haalt Omtzigt de wet aan. ‘Daarin staat zelfs dat onderwijs onderwezen moet worden in het Nederlands. Dus, ja.’ Het weer invoeren van Nederlands als voertaal op universiteiten hoeft wat Omtzigt betreft niet van vandaag op morgen. Daar is een overgangsperiode van een paar jaar voor nodig.

Premier Omtzigt?

De zaal wil natuurlijk weten of Omtzigt als premier zelf in het Torentje gaat zitten. Al vanaf de oprichting van NSC laat hij zich er niet over uit. ‘Zeg het nou gewoon’, roept een bezoeker. Omtzigt gaat rechtop zitten en heeft eindelijk de mogelijkheid direct contact te maken met de bezoekers, daar waar hij pratend tegen Fresen (oud-NOS Journaal) en Fardau Wagenaar (Tubantia) vooral van de achter- en zijkant te zien is. Na een lang relaas over verantwoordelijkheid, dat de Kamer ook heel belangrijk is en dat hij in tegenstelling tot Mark Rutte wel een gezin heeft waar hij tijd voor moet maken, is het antwoord: ‘Nee’. ‘Wil je het ook niet zeggen hier, als Twentenaren onder elkaar?’, probeert Wagenaar het nog lachend. Omtzigt serieus: ‘Nee. De inhoud is veel belangrijker dan de keuze van een premier. Bovendien kies je in Nederland geen minister-president, maar leden voor de Tweede Kamer.’

Minderheidskabinet

Op het eind van Van Torentje naar Torentje krijgt iedere lijsttrekker de vraag om een zetelvoorspelling te doen. Omtzigt maakt het nu al spannend. Hij geeft zowel de VVD, GroenLinks/PvdA als NSC 27 zetels. PVV krijgt er 15, BBB 10, CDA 6, SGP 3 en 2 gaan naar JA21. Met zijn voorkeur voor de VVD, BBB, CDA, SGP en JA21 (‘nee, PVV niet. Wilders houdt zich niet aan de grondwet’) zijn dat te weinig zetels voor een meerderheidscoalitie. ‘Een minderheidskabinet is ook een prima alternatief. Zo is er veel meer ruimte voor discussies in de Tweede Kamer.’

Alle bekende lijsttrekkers zijn de komende tijd te gast op de UT. Klik hier voor het aanmelden om een bijeenkomst bij te wonen.