Nobelprijs economie voor de perfecte veiling

Eenmaal, andermaal… verkocht! Voor hun onderzoek naar veilingen krijgen de Amerikanen Paul Milgrom and Robert Wilson dit jaar de Nobelprijs voor de economie.

Mensen verkopen hun spullen graag aan de hoogste bieder. Ook overheden werken met veilingen, bijvoorbeeld voor de rechten op radiofrequenties of het ontginnen van grond. Maar hoe beïnvloeden de regels de uitkomst van veilingen? Dat hebben de economen Milgrom en Wilson onderzocht.

Want de ene veiling is de andere niet. Je kunt bijvoorbeeld de prijzen langzaam laten oplopen (de zogeheten English auction: wie biedt meer?) of juist met hoge prijzen beginnen en ze steeds verder laten zakken tot iemand het koopt (de zogeheten Dutch auction).

Vloek

Wilson keek in de jaren 60 en 70 naar veilingen van goederen met een vaste, maar onbekende waarde. Je weet bijvoorbeeld niet precies hoeveel grondstoffen je ergens kunt winnen, maar in principe is de waarde voor iedereen gelijk. Wilson liet zien waarom het bod vaak lager is dan je zou verwachten: het geveilde gaat namelijk vaak naar degene die te veel heeft geboden en die ‘vloek’ willen bieders vermijden.

Maar zo’n vaste waarde van goederen of diensten is er niet altijd. Neem een veiling voor het goede doel. Stel dat je kunt bieden op een etentje met een Nobelprijswinnaar, hoeveel wil je dan betalen? En wil je bij een veiling voor het goede doel inderdaad zo laag mogelijk bieden?

In de praktijk hebben veilingen vaak een mix van common values (voor iedereen gelijk) en private values (verschilt per bieder) en bovendien heeft niet iedereen dezelfde informatie ter beschikking. Milgrom nam zulke complexe veilingen onder de loep en publiceerde rond 1980 een theoretisch raamwerk om er inzicht in te krijgen.

Radio

Als er ook nog eens veel bieders zijn en het aanbod groot is (bijvoorbeeld als de overheid radiofrequenties wil veilen), dan wordt het nog complexer. In de jaren negentig ontwikkelden Wilson en Milgrom samen de ‘simultaneous multiple round auction’, waarin radiofrequenties in verschillende delen van de Verenigde Staten tegelijkertijd werden aangeboden en bieders in verschillende rondes hun bod konden verhogen.

Het leverde de staat 617 miljoen dollar op, terwijl die frequenties eerder vrijwel gratis werden weggegeven. Dit was zo vernieuwend, vindt het Nobelprijscomité, dat het in feite fundamenteel onderzoek met grote waarde voor de samenleving is.

De Nobelprijs bedraagt negen miljoen Zweedse kronen, oftewel zo’n 860 duizend euro. Dit bedrag delen de twee laureaten.

De Nobelprijs voor de economie is niet door Alfred Nobel in het leven geroepen, maar door de Zweedse centrale bank. De Nederlander Jan Tinbergen won hem in 1969 als eerste, samen met de Noor Ragnar Frisch. De enige andere Nederlander won in 1975: Tjalling Koopmans deelde hem toen met de Rus Leonid Kantorovitsj.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.