UT: 'Crisisbeheersing MH17 in begin moeizaam'

| Paul de Kuyper

In de eerste dagen na de crash van MH17 verliep de crisisbeheersing moeizaam. Ook waren nabestaanden toen ontevreden over opvang. Later werd dat beter, stellen UT-onderzoekers in hun evaluatie van de crisisbeheersing van de ramp.

UT-onderzoekers René Torenvlied, Ramses Wessel, Ellen Giebels en Jan Gutteling onderzochten met collega’s van Saxion en Leiden de crisisbeheersing rond rampvlucht MH17, het toestel dat op 17 juli 2014 boven Oekraïne werd neergehaald. Ze deden dit in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum. Vandaag publiceerden ze hun bevindingen.

Onnodig moeizaam en complex

‘De eerste crisisrespons rond vlucht MH17 verliep onnodig moeizaam en complex’, schrijven de onderzoekers die dat wijten aan gebrekkige samenwerking tussen alle betrokken partijen, de ministeries van Buitenlandse Zaken en Defensie en de nationale crisisbeheersingsorganisatie.

Volgens het rapport trok de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid in de eerste dagen te veel naar zich toe. Na enkele dagen verbeterde de samenwerking tussen departementen en andere organisaties die betrokken waren bij de crisisbeheersing.

Familierechercheurs steun en toeverlaat

‘Nabestaanden waren over het algemeen ontevreden over de eerste opvang door de overheid. Ze ervoeren hierbij een gebrekkige coördinatie’, aldus de UT-wetenschappers. Ongeveer een derde van de nabestaanden heeft een formele bevestiging van het overlijden van hun dierbare(n) gemist, vertelden ze de onderzoekscommissie.

De nabestaanden zijn heel tevreden over het werk van de familierechercheurs. Zij fungeerden als steun en toeverlaat. Ook zijn ze erg te spreken over de ceremonies bij aankomst van de stoffelijke resten op vliegbasis Eindhoven en de dag van nationale rouw en de nationale herdenking. De nazorg van de overheid na de dag van nationale rouw waarderen ze eveneens als positief.

Lessen trekken uit evaluatie

De onderzoekers concluderen dat de crisisbeheersingsorganisatie er, ondanks de moeizame start, in is geslaagd om de crisis gaandeweg op een adequate wijze te beheersen. Noodzakelijke activiteiten werden ‘voortvarend opgepakt’, zoals de internationale diplomatie, crisiscommunicatie en de organisatie van de dag van nationale rouw.

Wel stellen Torenvlied en zijn collega’s dat er lessen moeten worden geleerd uit hun evaluatie. Uit het rapport: ‘Misschien zal de crisis rond de crash van vlucht MH17 niet uniek blijken te zijn. Soms is de scheidslijn tussen een nationale crisis en een buitenlandse, of zelfs internationale, crisis niet gemakkelijk te trekken.’

‘Soms zijn crises vervlochten met internationale gewapende conflicten die de veiligheid van Nederlandse staatsburgers bedreigen. De crisis rond vlucht MH17 leert dat het belangrijk is om dan zeer snel samen te werken met betrokken departementen en met andere organisaties die actief zijn in de crisisrespons.’

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.