Naam: Robert Laun
Leeftijd: 24 jaar
Studie: Communicatiewetenschap (master)
Sport: Basketbal
Vereniging: D.B.V. Arriba
Het eerste herenteam van basketbalvereniging Arriba verheugt zich na de promotie vorig jaar op een technisch en snel seizoen in de hoofdklasse. De eerste wedstrijd kregen ze echter dik aan de broek. Geen reden tot wanhoop, volgens center Robert Laun. ‘We hadden kunnen winnen, maar moeten elkaar nog beter leren vinden.’
Draaien en schieten is de specialiteit van de Duitse student Robert Laun uit het eerste herenteam van Arriba. ‘Dat gaat heel goed de laatste tijd. Ik krijg de bal vanaf de zijkant, doe een bepaalde move waarmee ik reageer op de defense en zo draai ik weg bij mijn verdediger. Dan heb ik vrij baan om te schieten.’
In principe houdt de boomlange center (2.06 meter) zich vooral op onder de basket. Zijn lengte is zijn wapen. ‘Ik schiet maximaal vanaf twee meter. En natuurlijk scoor ik veel met lay-ups. Het afgelopen seizoen was het vrij makkelijk om te scoren omdat de meeste verdedigers kleiner zijn dan ik. Schieten vormt dan een groter risico dan een lay-up. Mijn taak is ook voor de rebounds te gaan. Ik moet vechten voor de bal onder de basket.’
Robert hoopt dat het komend seizoen iets minder duwen en vechten wordt dan vorig jaar. Arriba 1 promoveerde vorig jaar als nummer twee naar de hoofdklasse, omdat de kampioen de stap omhoog niet wilde maken. ‘Wij speelden de afgelopen jaren steeds in de top mee. Ik vond het hartstikke leuk dat we eindelijk konden promoveren. Een niveautje hoger, het zal sneller gaan, we moeten meer rennen. We gaan nu tegen echte basketballers spelen. Technische en snelle spelers, niet zo lomp als afgelopen seizoen.’
In de eerste wedstrijd, die Robert overigens moest missen, werd het team duidelijk dat ze nog niet helemaal klaar zijn voor het nieuwe seizoen. Ze verloren afgelopen weekend met een verschil van vijftig punten. Al lijkt dat erger dan het was, zegt de center. ‘We hadden kunnen winnen. Maar we moeten nog aan elkaar wennen. Dat heb je altijd aan het begin van het seizoen met studententeams. Een aantal oude lullen is weggegaan en we hebben er jonge mensen bij gekregen. Die nieuwe spelers trainen nog niet zo lang met het team mee. We moeten elkaar leren vinden.’
Robert is er van overtuigd dat het komende zaterdag in de thuishal al beter zal gaan. Dat moet ook wel, want het team ambieert als kersverse promovendus al direct een plek bij de beste vijf (van de twaalf). ‘Dat is ambitieus, en ik vraag me af of het mogelijk is, maar veel teamgenoten halen energie uit zo’n hoog doel. Ons motto luidt ‘plus tien procent’. Bij alles wat we doen, doen we tien procent extra. Zo is het ons gelukt te promoveren. Zelf ben ik voor dit seizoen iets realistischer. We proberen natuurlijk zoveel mogelijk wedstrijden te winnen. Liefst alles. Maar als we de top vijf niet halen en zesde of zevende worden, hebben we het prima gedaan.’