Drie weken zand trotseren en stof happen

| Redactie

Na een jaar van voorbereiding staan tien coureurs en vijf stoere four-wheel drive jeeps klaar voor de Amsterdam-Dakar Challenge. Voor de extreme variant wel te verstaan. Onder hen drie UT-ers die ‘vreselijk veel zin hebben’ in de drieweekse barre tocht van ruim zevenduizend kilometer. Twee van hen, Maarten Munster en Peter van den Top, blikken alvast vooruit. ‘Gevaarlijk? Soms. In Mauritanië krijgen we een politie-escort.’

Sandra Pool

Een politie-escort is volgens de bedrijfskundestudent Maarten Munster en UT-alumnus Peter van den Top ook echt nodig. ‘Het land heeft van het ministerie van Buitenlandse Zaken reisadvies vijf gekregen’, zegt Maarten. ‘Niet-essentiële reizen worden afgeraden wegens een verhoogde dreiging op ontvoeringen door terroristische groeperingen.’ Twee jaar geleden zijn daadwerkelijk deelnemers aan de challengegegijzeld door een groepering van al-Qaeda, laat Maarten weten. Vervolgt: ‘Westerlingen zijn natuurlijk interessant om losgeld voor te vragen.’ Vorig jaar werd de wedstrijd afgelast. Dit jaar schakelt de organisatie voor het eerst de politie in om Mauritanië veilig te doorkruizen. Een geruststellende gedachte, blijkt. Het tweetal kijkt er namelijk vreselijk naar uit om te vertrekken. De route voert van Amsterdam via Parijs en Barcelona naar Marokko. De tocht voert langs de kunst verder naar het zuiden richting Nouadibou, de grensovergang met Mauritanië. Na vier dagen woestijn, lonkt de finish bij Dakar. De vijftig deelnemende teams reizen vervolgens door naar Gambia waar de vierwielers in de verkoop gaan. De opbrengst is voor het goede doel NiceToBeNice, een stichting die zich inzet voor het millenniumdoel Alle kinderen naar school in 2015. Peter: ‘Van een echte wedstrijd is dus geen sprake. Het gaat om de uitdaging om in oude auto’s ter waarde van maximaal vijfhonderd euro Dakar te bereiken.’

De voorbereidingen zitten er bijna op. ‘We zijn onlangs nog bij een army dumpstoregeweest voor wat tentjes, slaapmatten en ander woestijngereedschap.’ Het team volgde ook een EHBO-cursus. Peter: ‘Dat hebben we zelf bedacht.’ Maarten: ‘In Nederland moet een ambulance binnen een bepaalde tijd ter plekke zijn. In Afrika kun je dat natuurlijk niet verwachten. Dan is het toch fijn dat je een pleistertje kunt plakken.’

Reserveonderdelen, gereedschap en noodrantsoen behoren ook tot de uitrusting. Peter: ‘Alle auto-onderdelen kunnen kapot gaan. De banden en de veringen krijgen veel te verduren.’ Maarten: ‘Gelukkig hebben we meerdere automonteurs in ons midden die bij wijze van spreken met de ogen dicht een auto uit elkaar kunnen slopen en weer in elkaar kunnen zetten.’ Peter: ‘Alle teams proberen tegen het einde van de dag het checkpointte bereiken.’ Maarten: ‘Maar je weet het nooit hè. Vandaar dat we een voorraadje eten meenemen.’ Slapen gebeurt in een tent op een camping. Peter lacht: ‘We verwachten geen luxe. Met stromend water zijn we al blij.’

Het tienkoppige team Vollebolle vergaderde maandelijks over het woestijnavontuur.

Maarten: ‘We zijn met tien man: zes neven, twee ooms en twee vrienden. We moesten de agenda’s naast elkaar leggen om af te spreken.’ Lacht: ‘De organisatie pakten we natuurlijk als bedrijfskundigen aan.’ De coureurs maakten een begroting, regelden de financiën en lanceerden een eigen website. Ze deden aan marketing en zochten sponsors. Maarten: ‘We hebben best een lollige familie. Tot een ruzie is het nooit gekomen. We hebben allemaal iets met autocross.’ Peter: ‘Maarten, ik en Ronald Vollebregt zijn aan het afstuderen. We zitten nog niet vast aan een baan. Dit is het perfecte moment om zoiets te doen.’

Op zaterdag 12 februari vertrekken de Vollebolles richting het Afrikaanse Senegal.

Zevenduizend kilometer zand trotseren en stof happen staan voor de boeg. In wisselende teams besturen ze de Land Rover Discovery of een van de vier Nissan Patrols. Maarten: ‘Geen vaste koppels. We wisselen en hopen met iedereen uitgeluld te zijn na zevenduizend kilometer.’ De drie UT-ers reizen na Dakar en Gambia nog door via Mali naar Burkina Faso. Maarten: ‘Het lijkt me mooi om de cultuur en natuur geleidelijk aan te zien veranderen. Dat maak je niet mee als je met het vliegtuig gaat.’ Peter: ‘Het wordt vast hard werken en weinig slaap krijgen. En veel plezier natuurlijk. Naast de voorbereiding was ik bezig met afstuderen. Een slopend en saai traject. Gelukkig heb ik iets om naar uit te kijken.’ Lacht: ‘Een mooi lichtpuntje, inderdaad.’

Team Vollebolle vertrekt op zaterdag 12 februari van Amsterdam naar Dakar. Ze zijn te volgen via www.teamvollebolle.nl


Tweede van links UT
-student Ronald Vollebregt. Daarnaast Maarten Munster en vijfde van links Peter van den Top.


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.