Sandra Pool
‘Echt álles was weg’, begint Marloes Tuk (27) haar verhaal. ‘Het ergste is dat onze productideeën gestolen zijn. Dat kan een behoorlijke schadepost opleveren. We zijn een kennisintensief bedrijf. Nieuwe technologie is blijkbaar een gewild gegeven.’
De communicatiestudent runt sinds 2009 samen met haar vader Ton de onderneming Cable Protection Netherlands (CPNL). Het bedrijf ontwikkelt bescherming voor kabels op zee. In Emmen op een industrieterrein hield het bedrijf kantoor. In de nacht van 13 december werd er ingebroken. Wie er achter de daad zit, durft Tuk niet te zeggen, maar dat de diefstal met voorbedachten rade is gepleegd, staat buiten kijf. ‘Alles was geforceerd en onklaar gemaakt. Wat dat met me doet? Het maakt me wantrouwend. Wie doet nou zoiets?’ Vermoedens zijn er wel, maar daar wil Tuk verder niet op ingaan. ‘Dat is een taak van de politie.’
De kerstvakantie kwam in een totaal ander licht te staan. ‘Het was vooral bezinnen op de vraag wat nu? Dankzij de connecties bij Venture Lab (VL) hoop ik over een maand weer terug van weggeweest te zijn.’ Het kantoor is vaarwel gezegd. Werken gebeurt vanuit huis. ‘En ik gebruik een flexwerkplek van het VL.’ Daar volgde Tuk een summer school en later het reguliere programma. Aanleiding was haar stage bij Prodect, specialist in kabelbescherming, waar ook haar ondernemersgeest werd geprikkeld. ‘Het bedrijf zat in de rats. De omzet daalde en men vroeg zich af hoe dat kon.’ Tuk ging op onderzoek uit. ‘Na veel gesprekken met klanten kwam ik er achter dat bestelde producten niet geleverd werden. De schade kan in deze business oplopen tot wel een ton per dag.’ Ze werd gevraagd voor een vervolgonderzoek. Maar het schip was zinkende. Prodect ging failliet. Samen met negen andere medewerkers stond ze op straat. ‘Wat nu? Er zijn genoeg kansen, maar die werden niet goed benut. Het kan anders en beter.’ Ze besloot met een select groepje verder te gaan. Vader Ton, die door Prodect als interim financieel manager was aangesteld, hoorde daar ook bij. ‘We zijn helemaal vanaf nul begonnen om het bedrijf weer op poten te krijgen.’
Cable Protection Netherlands ontwikkelt bescherming voor kabels op zee. ‘Denk aan windenergie dat off-shore wordt opgewekt en data- en telecommunicatiekabels die over de zeebodem worden gelegd. Stel: je wilt een goede internetverbinding met Engeland, dan wordt er letterlijk een lijntje gespannen van de ene kust naar de andere.’
Bescherming is volgens haar nodig. ‘De zee zit immers vol gevaren. Denk aan rotsen, vissers die ankers uitgooien of met netten over de bodem slepen en een kabel omhoog trekken. Het netwerk kan dan uit de lucht raken.’
De gietijzeren pijpen van CPNL geven de kabels meer gewicht. ‘Zodat ze op de zeebodem blijven liggen en niet gaan zweven. Het materiaal is bestand tegen het zoute zeewater. We verlengen zo de levensduur van de kabels.’
Tuk wil uiteindelijk een compleet pakket van kabels plus bescherming ontwikkelen. ‘Een assemblage voor aan boord waarmee in één keer de kabel én de bescherming gelegd kan worden. De markt ziet er goed uit. Tot 2030 worden er behoorlijk wat windparken off-shore aangelegd en er is van alles te doen op het gebied van glasvezels.’ Reden genoeg om een doorstart te maken. ‘Wie twee jaar geleden zou zeggen dat ik onderneemster zou worden, had ik voor gek verklaard. Het is heel wat anders dan communicatie.’ De eindstreep van de studie is inzicht. ‘Ik begin binnenkort aan mijn masterscriptie. Tussendoor blijf ik bezig met CPNL. We hebben bijna alles weer op de rit. Over de maand gaan we de boer op. Klanten langs. We hebben wel wat uit te leggen na zoveel radiostilte.’
Marloes Tuk: ‘Wie twee jaar geleden zou zeggen dat ik onderneemster zou worden, had ik voor gek verklaard.’ (Foto: Arjan Reef)
