`Maak student partner in onderwijs'

| Redactie

Het UT-onderwijs kan wel wat nieuw elan gebruiken, stelde rector magnificus Ed Brinksma afgelopen najaar in een interview met deze krant. En dat nam niet iedereen hem in dank af, bekende hij in zijn openingstoespraak op de Onderwijsdag. `Maar ik heb niet gezegd dat ons onderwijs slecht is. Ik vind wel dat er voldoende reden is voor verbetering.'

Een aantal van die redenen somde Brinksma nog eens op, aan het begin van de Onderwijsdag, die op 1 april in de Vrijhof werd gehouden: een slinkend marktaandeel, geen al te best studierendement in het bacheloronderwijs, geen stabiele positie meer in de Keuzegids Hoger Onderwijs.

Key-note spreker prof. dr. Harm
Key-note spreker prof. dr. Harm

Het gaat volgens Brinksma weliswaar niet om dramatische cijfers, maar de trend die daaruit spreekt is niet geruststellend. Voeg daarbij de toenemende druk vanuit Den Haag om met minder geld meer studierendement te halen, en er is genoeg reden om te kijken hoe de onderwijsprestaties van de UT opgekrikt kunnen worden. Vandaar de Onderwijsdag, die met een reeks lezingen en workshops voor inspiratie en vernieuwing moet zorgen. Vanaf nu elk jaar, als het aan Brinksma ligt.

De grote uitdaging waar het UT-onderwijs voor staat, is volgens de rector het aanbieden van aantrekkelijke opleidingen voor een aanstormende studentengeneratie, `de nieuwe student', die vooral bezig is met `chillen' en `pimpen', snel informatiemoe wordt (`boeiuh!') en al tevreden is als hij leert hoe hij iets op moet zoeken.

Een lastige, maar geen onmogelijke opgave, volgens Brinksma. Als de UT er maar in slaagt een onderwijsvisie te realiseren waarin universiteit en student elkaar als partner beschouwen, met een gemeenschappelijk doel, gezamenlijke verantwoordelijkheid en een cultuur waarin zij elkaar aanspreken op gemaakte afspraken. Het ideale UT-onderwijs is kleinschalig, geen afwikkeling van een vast ritueel, maar uitdagend en gericht op het verleggen van grenzen bij de deelnemende studenten. Een goede advies- en begeleidingsstructuur moet ervoor zorgen dat studenten snel op de goede plek zitten (en blijven).

Om die studenten binnen te halen is nog lastig genoeg, erkent Brinksma. `Nieuwe studenten komen niet automatisch naar de UT. Wij zijn niet slecht, maar we hebben ook geen onderscheidende kwaliteit die voor extra aantrekkingskracht zorgt. Waar we zeker wel onderscheidend in zijn, dat is de combinatie van bèta- en gammawetenschappen. Dat heeft geen enkele andere universiteit. `High tech, human touch'. Daar kunnen we wat mee.'

De eerste keynote speaker, decaan prof.dr. Harm Hospers van het Maastricht University College, wees op het gevaar om te veel te luisteren naar de wensen van de toekomstige student. Uit Maastrichts onderzoek blijkt namelijk dat de zittende studenten en hun universiteit helemaal niet zo verschillend denken over het type afgestudeerde dat de universiteit moet afleveren.

De ondervraagde studenten hebben wel degelijk hun eisen en wensen op het gebied van te verwerven academische, persoonlijke en sociale vaardigheden, interdisciplinariteit en een internationale oriëntatie. En die wensen lijken in de verste verte niet op die van de aanstromende pimpen-chillen-boeiuh-generatie.

Hoe dat komt, volgens Hospers? `Doordat de zittende studenten al zijn blootgesteld aan een academische omgeving, aan een opleiding die hen vormt tot academicus. Ook voor een universiteit geldt: je oogst wat je zaait.' Bedenk dus goed wat je als universiteit wilt, expliciteer de doelen van je academisch onderwijs en denk niet te veel na over wat de nieuwe studenten willen, adviseerde Hospers.

Rector Ed Brinksma leidt het afsluitende debat van de Onderwijsdag. (Foto: Jan Hesselink)
Rector Ed Brinksma leidt het afsluitende debat van de Onderwijsdag.
(Foto: Jan Hesselink)

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.