Eindgebruikers alvast laten voelen aan een product dat alleen nog maar virtueel bestaat. Dat kan met de techniek in het virtual reality lab. In deze gesimuleerde omgeving kunnen gebruikers in een vroeg stadium ontdekken wat de sterke en de zwakke punten zijn van een productontwerp. Met die feedback kan de ontwerper gemakkelijk aanpassingen aanbrengen in zijn ontwerp. Dat voorkomt kostbare veranderingen achteraf.
Die visie is de kern van het project Synthetic Environments. Het is een onderdeel van het innovatiegerichte onderzoeksprogramma (IOP) voor integrale productcreatie en realisatie (IPCR) van het Agentschap NL (voorheen SenterNovem). IOP-IPCR houdt zich bezig met de ontwikkeling van generieke methoden en middelen ter ondersteuning van ontwerpers in de maakindustrie. Het accent ligt op het ontwerpen van complexe producten met een hoge innovatiegraad.
Het VR-project van de UT en TU Delft kon rekenen op een subsidie van ruim zes ton. `Extra steun voor kennisvalorisatie', zegt voorzitter Joop Postema, voorzitter van de programmacommissie IOP-IPCR. `We willen ermee duidelijk maken dat de promovendus de eerste is die moet aangeven wat-ie kan bijdragen aan de economie.'
Promovendus Jan Miedema is een van de betrokken onderzoekers. Hij demonstreerde donderdagmiddag het gebruik van een synthetic environment tijdens het ontwerpproces van een nieuw cateringconcept. `Het was de fictieve werkvloer van een vliegtuigkeuken, de galley genaamd', vertelt de promovendus na afloop. `Door de keukenkastjes op het beeldscherm met je handen aan te raken, kun je de deurtjes openen en sluiten. De stewardessen die ermee oefenen, bevinden zich voor het scherm en doen hun werk in een gesimuleerde omgeving. De ontwerper ziet hoe gebruikers het product hanteren en ziet reële reacties in een virtuele situatie. Hoe meer VR-tools wij leveren, hoe meer beleving er is voor realistische resultaten.'
De toegevoegde waarde voor het ontwerpproces zit in het aantal iteratieslagen dat kan worden gemaakt in het ontwerpproces, zegt Miedema. `Daarmee wordt het aantal fouten dat na afloop van het productieproces nog wordt ontdekt, aanzienlijk verkleind. Door meer kennis te generen over het eindproduct aan de hand van VR-tools, krijg je een beter eindresultaat. Bottlenecks en fouten haal je er voor de productie uit.'
Grote bedrijven gebruiken virtual reality tools, weet Miedema. `Het midden- en kleinbedrijf blijft daarin achter.' De promovendus onderzocht hoe VR-tools deze sector beter kunnen bereiken. `Dat hangt af van de bereidheid. Wil je een hoog realisme dan kost dat tijd en geld. Een bedrijf moet dat willen.'
Zoals het innovatieve bedrijf Indes. Samen met de onderneming Driessen, gespecialiseerd in galleys & equipment, leverden zij een verkennende casestudie. `Voor vliegtuigbouwer Airbus wilden zij het keukenconcept in vliegtuigen eens helemaal onder de loep nemen', vertelt Miedema. De resultaten van de casestudie presenteerde hij afgelopen donderdag in het Virtual Reality Lab in de Horst. Volgens Miedema ligt er nu een basis hoe VR-tools toegepast kunnen worden in het ontwerpproces. `Er zijn meerdere mogelijkheden. De betrokken bedrijven waren positief en gaven aan ermee verder te willen.'
![]() |
Jan Miedema legt het VR-cateringconcept voor vliegtuigen uit. (Foto: Gijs van Ouwerkerk) |