Meedoen
Mijn tante lust ook graag een schnaps. Zelf noemt ze dat training. IJsstokschieten gaat niet zonder kegel, zo luidt haar credo. Daarom hebben wij in de familie ook wel moeten lachen om haar uitverkiezing door het Oostenrijks Olympisch Comité. Haar zoon, mijn neef, heeft zich twee jaar werkelijk het leplazarus getraind om zich te kwalificeren voor de afdaling, maar die zit nu thuis met m'n oom twee weken kouwe prakkies op te warmen, omdat mijn tante in het Olympisch dorp vertoeft.
Maar op het ijs zal ze dus niet verschijnen. Ach, eigenlijk mogen zij en haar drinkebroeders blij zijn dat ze niet in het spotlicht zullen komen. Televisie-aandacht wil nogal eens foute mensen naar de sport trekken. Kijk maar wat er bij darts is gebeurd. Ook jarenlang het domein van rokende, zuipende vetzakken, maar die worden nu genadeloos weggespeeld door zo'n jonge god die de sport serieus neemt. Als bingo olympisch wordt, zullen al die fanatieke bejaardjes ook door jonge wizzkids van de kaart worden gespeeld. Dat lijkt mij geen olympische gedachte.
En dan heb ik het nog niet eens gehad over de negers. Zodra die de sport ontdekken kun je het als blanke wel schudden. Dat is een evolutionair gegeven. De moderne mens is in Afrika ontstaan. Door eeuwenlange territoriumgevechten zijn de fysiek zwakkeren steeds verder van die bakermat verdreven. Alleen in het water zijn wij in het voordeel. Wrakhout blijft nu eenmaal beter drijven. Maar geen eskimo zal de Olympus ooit beklimmen.
Nee, de ijsstokschieters zitten niet te wachten op de deelname van een Tiger Woods, een Shani Davis of gezusters Williams. Folkloristische breedtesporten als klootschieten, jeu de boules, bowlen, biljarten, sportvissen, autosport en al die andere gehandicapten-spelen ontlenen hun populariteit aan het feit dat ze het exclusieve domein van de a-sportieve blanke zijn. Om dat zo te houden moeten we ze vooral niet olympisch maken.