Lui
Mark Rutte is een echte grappenmaker vinden wij: acht jaar doen over je studie geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Leiden en vervolgens van degenen die na je komen, zeggen dat ze lui zijn.
Reken voor de grap eens mee.
In Ruttes tijd stond een studiepunt voor ongeveer veertig uur studiebelasting. In totaal moest je jaarlijks 42 punten halen om je studententijd binnen vier jaar met een bul te kunnen bekronen. 42 punten betekent een studiebelasting van 1680 uur (40 x 42) op jaarbasis. Dat is per week (1680/52) zo'n 32,3 uur studie: ruim drie uur meer dan dat de gemiddelde student nu aan het werk is.
Tot zover snijdt Marks verhaal hout.
Maar, zoals gezegd, hij studeerde pas na acht jaar af. Daarmee komt de gemiddelde tijd die Rutte per week kwijt was aan studeren en colleges volgen, uit op een kleine zestien uur per week. Zestien uur. Dat is dertien uur minder dan de huidige student besteedt aan studiegerelateerde bezigheden.
Wie is hier nou lui?
Het is alsof Castro je verwijt te lang van stof te zijn.
Vitaliteit
`Wie 94 is, moet zich realiseren dat hij geen al te grote projecten meer aan kan', verkondigt UT-eredoctor Willem Kolff deze week in dit blad.
De krasse negentiger, deze week verkozen tot grootste Overijsselaar vanwege zijn pionierswerk in de kunstmatige organen, zou het liefst nog wat grote onderzoeksprojecten op zijn broze schouders nemen. Maar de inmiddels in Amerika woonachtige geleerde beseft tegelijkertijd dat hij voor financiers niet bepaald een stabiele belegging meer is. Daarom richt hij zich tegenwoordig op de verdere uitwerking van vroeger onderzoek, ook al kost hem dat veel tijd, nu de jaren beginnen te tellen. Eigenlijk zou hij secretariële hulp moeten hebben, verzucht Kolff - zonder een spoortje van ironie - tegen onze verslaggever.
Wij voelen ons ineens suf, ingedut en sloom, vergeleken bij deze hoogbejaarde vieve held. Vierennegentig jaar, maar kennelijk nog volop in touw. Waar wij mijmeren over een jaar eerder stoppen dankzij de nieuwe levensloopregeling, ging hij pas op zijn vijfenzeventigste met pensioen, maar niet heus.
We stellen ons zo voor dat hij nog dagelijks, en zeker voor negenen, zijn werkkamer betreedt, een kopje koffie inschenkt, een potlood slijpt en ijverig met wat onderzoekslijntjes van vroeger aan de slag gaat. Intussen moppert hij zachtjes in zichzelf over het nijpende gebrek aan secretariële ondersteuning. Wanneer de telefoon op het rommelige bureau rinkelt, reikt zijn gerimpelde hand naar de hoorn. Aan de lijn een verslaggever uit Twente. Die wil weten wat hij vindt van zijn uitverkiezing tot Grootste Overijsselaar. De bejaarde geleerde gaat er in zijn kantoortje eens goed voor zitten en dist een geanimeerd verhaal op.
Vierennegentig jaar en nog steeds geen gebrek aan aandacht.
Verleent de UT ook eredoctoraten in de vitaliteit?