Nieuwe rookstoptherapie: meer kans

| Redactie

Hoe help je mensen met rookgerelateerde longziekten van de tabak af te blijven? Lieke Christenhusz (faculteit Gedragswetenschappen) ontwikkelde voor haar promotieonderzoek een nieuw programma dat meer kans van slagen biedt dan het stoppen-met-rokenprogramma dat nu in ziekenhuizen wordt aangeboden.


De rookstoptherapie (RST) die Christenhusz ontwikkelde, bestaat uit een combinatie van psychosociale en farmacologische ondersteuning. Haar doelgroep: rokende COPD-patiënten, mensen met chronisch obstructief longlijden, een combinatie van longemfyseem en bronchitis. Een moeilijke doelgroep, meent Christenhusz. `De ziekte COPD openbaart zich pas na ongeveer veertig jaar. Patiënten kennen daardoor een lange rookgeschiedenis met vaak veel mislukte stoppogingen.'

De vijf studies (Randomized Controlled Trials) die wereldwijd gedaan zijn onder COPD- patiënten, kenden voor de reguliere zorg die we in Nederland toepassen, een slagingspercentage van gemiddeld slechts dertien procent. Van de mensen in de RST-groep ligt dat percentage op tweeëntwintig. `Een goed resultaat', oordeelt Christenhusz. `In vergelijking met andere percentages is 22 procent gewoon heel veel.'

De RST-behandeling bestaat uit individuele bijeenkomsten, groepsbijeenkomsten en telefonische hulp, gecombineerd met gratis verstrekking van het geneesmiddel Zyban®. Welk element de RST succesvoller maakt dan andere therapieën, is onduidelijk. `Wat we feitelijk hebben gedaan is alle elementen die effectief gebleken zijn voor de algemene populatie op een hoop gooien. Over de effectiviteit van de afzonderlijke elementen kunnen we dus niets zeggen', legt Christenhusz uit. `Maar, uit de evaluatie bleek wel dat patiënten zelf vonden dat de groepsbijeenkomsten het meest hadden geholpen.'

De laatste analyses moeten uitwijzen of de RST kosteneffectiever is dan het huidige programma L-MIS (Minimale Interventie Strategie voor Longpatiënten). Met andere woorden: weegt de hogere effectiviteit van de RST op tegen de extra kosten? Christenhusz is daarvan overtuigd. Ze wijst erop dat je niet alleen moet kijken naar het percentage stoppers, maar ook naar de kwaliteit van leven. `Als een patiënt blijft doorroken, verergeren de klachten. Dan kan het, door bijvoorbeeld spoedopnames, ontzettend duur worden.'

Het is op ieder moment zinvol te stoppen met roken, benadrukt Christenhusz. Toch, zo bleek tijdens de informatiebijeenkomst voorafgaand aan de therapie, blijken veel rokers meesters in het verzinnen van uitvluchten om maar niet te hoeven stoppen. Ze pakt er een Stivoro-voorlichtingsboekje bij. `Hier staan ze praktisch allemaal in: `Ik weet dat roken slecht is, daarom ben ik overgestapt op sigaren', of: `Mijn opa rookte een pakje per dag en die is 95 geworden.' Het is een soort beschermingsmechanisme, denkt ze. `Die mensen hebben vaak geprobeerd om te stoppen met roken en dat is steeds mislukt. Daardoor ontstaat een innerlijk conflict dat ze met uitvluchten de baas proberen te worden.'

In Eindhoven en Amsterdam worden groepssessies volgens de RST inmiddels standaard toegepast, Enschede zit nog in de opstartfase. Voor de duidelijkheid: zorgverzekeraars vergoeden op dit moment deelname aan stoppen-met-rokenprogramma's niet of slechts gedeeltelijk. `Eigenlijk heel vreemd', vindt Christenhusz. `Borstkankerscreening, qua kosteneffectiviteit veel lager, wordt wel vergoed.' Ze heeft wel een vermoeden: `Geen zorgverzekeraar zit te wachten op rokers die en masse lid worden.'

Diezelfde halfslachtige houding ziet ze bij de overheid. Die zet weliswaar fors in op voorlichting, maar lijkt niet van zins zorgverzekeraars te dwingen stoppen-met-rokenprogramma's te vergoeden. `Het blijft wat dat betreft vechten tegen de bierkaai.'

Lieke Christenhusz:…geen zorgverzekeraar zit te wachten op rokers die en masse lid worden… (Foto: Arjan Reef )
Lieke Christenhusz:…geen zorgverzekeraar zit te wachten op rokers die en masse lid worden… (Foto: Arjan Reef )

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.