`Iets exacts was de makkelijkste keus'

| Redactie

Dat Pamela Habibovic (28) chemische technologie aan de Haagse HTS ging studeren was toeval maar had toch een eenvoudige reden: de Nederlandse taal viel de van oorsprong Bosnische zwaar, maar cijfers zijn overal hetzelfde. Na haar studie kwam ze bij Isotis in Bilthoven terecht. Vandaaruit promoveert ze aan de UT, op 17 november. `Leuk, maar ik ga nu niet meteen `dr' voor m'n naam laten zetten in het telefoonboek.'


Met dat Nederlands is het helemaal goedgekomen, zo blijkt. Het is vrijwel vlekkeloos. Toch wringt er wel iets, zegt ze. In haar proefschrift nam ze een stelling op die ze zelf volledig onderschrijft: `De grootste frustratie van een literatuurliefhebber die in het buitenland woont, is dat hij nooit zijn `nieuwe' taal zal leren waarderen, maar zijn `oude' taal zal vergeten (te waarderen)'. `Ik spreek zowel Nederlands als Servo-Kroatisch vloeiend, maar in beide talen mis ik nuances. Dat is jammer, want ik hou heel veel van taal als communicatiemiddel.'

Het is dertien jaar geleden dat ze met haar moeder en zus het oorlogsgeweld in het voormalige Joegoslavië ontvluchtte. `Ik ben nog één keer teruggeweest in Bosnië, meteen na de oorlog. Dat was heftig. Het land was stukgeschoten en de ontmoeting met vrienden die je vijf jaar niet gezien hebt was moeilijk. Zij zaten midden in een oorlog, ik deed nieuwe ervaringen op in een ander land. Die drie maanden oorlog die ik heb meegemaakt zijn niets vergeleken met wat zij ervaren hebben. Je begrijpt elkaar niet meer.' Ze weifelt. `Je moet je vrienden weer opnieuw leren kennen.'

Haar geboortedorp, voor de oorlog niet meer dan een vlek op de landkaart, werd synoniem voor de horror van de Balkanoorlog. `Srebrenica was een enorm gat', vertelt ze. `Zelfs in Joegoslavië hadden de meeste mensen er nog nooit van gehoord. Nu is het wereldberoemd.'

Wereldberoemd, omdat Dutchbat er niet in slaagde de massamoord te voorkomen. Eén van de slachtoffers was Habibovic' vader. `Mijn vader is niet met ons meegegaan. Hij bleef in Srebrenica tot de stad in 1995 viel. Na zijn vlucht de bergen in is hij nooit meer ergens levend aangekomen. Hij is ook nooit geïdentificeerd, waardoor het moeilijk is om het af te sluiten.'

`Bosnië betekent voor mij niets meer; het land heeft me afgenomen waar ik het meest om gaf. Mijn vader komt niet meer terug. Dat is heel erg. Het doet pijn dat het altijd gaat over `achtduizend moslims' en niet over personen. Elk jaar zie je twee dagen lang allerlei experts in allerlei actualiteitenprogramma's, in kranten en tijdschriften. Ik neem dat de Nederlandse media kwalijk: de manier waarop ze dit soort onderwerpen benaderen. Veel zaken zijn misschien spannend voor lezers of kijkers, maar behandelen niet per definitie de thema's waar het écht om gaat. Ik heb daarom ook wel even moeten nadenken of ik aan dit interview moest meewerken.'

Op zestienjarige leeftijd kwam ze, na een jaar in een AZC te hebben gewoond, op de havo in Bergen op Zoom terecht. `De taal kostte me ontzettend veel moeite', blikt ze terug. `Als ik een tentamen geschiedenis had, leerde ik de teksten uit m'n hoofd, zodat ik de vragen niet in mijn eigen woorden hoefde te beantwoorden.' Dat ze chemische technologie ging studeren in Den Haag noemt ze `toeval'. `Iets exacts was gewoon de gemakkelijkste keus', legt ze uit, `daar heb je immers geen taal voor nodig.' Ze liep stage in Bilthoven bij het bedrijf Isotis (sinds 2003 onderdeel van de UT, zie UT-nieuws van 13 oktober j.l.) en kon blijven als analist. `Dat heb ik ongeveer een jaar gedaan, maar de manier van werken beviel me niet. Ik zag én de oorsprong van een probleem én de oplossing daarvan niet. Het was niet wat ik wilde, het gaf me geen voldoening; ik wilde niet de fragmenten, maar het complete probleem.' Het idee om te gaan promoveren kreeg langzaam vorm. `Het kan wel, maar het is niet echt normaal om na de HTS te gaan promoveren. Ik had in Bilthoven iemand die me heel erg steunde. Hij zei: ik geloof dat je het kan, schrijf maar eens een voorstel.' Ze stortte zich vol overgave op synthetische stoffen die zwaar beschadigd botweefsel weer kunnen helpen herstellen. `Ik heb met één speciaal soort gewerkt: biokeramiek. Dat is in staat om botgroei te initiëren op plaatsen waar het lichaam het laat afweten.' Het is eigenlijk heel simpel, doceert ze. `Je mengt wat poeder met water en bakt dat vervolgens op hoge temperatuur. Die keramieken hebben een chemische samenstelling die lijkt op botmineraal. Ik heb fundamenteel onderzoek gedaan naar het mechanisme: waarom zijn sommige materialen beter in staat om botgroei te bevorderen dan anderen?' Nu ze dat onderzoek heeft afgerond, hoopt het BTI dat ze doorgaat. `Ik heb veel, maar niet alle antwoorden. Ik heb een postdoc-contract gekregen en moet nu een subsidievoorstel gaan schrijven. In de tussentijd ga ik een half jaar naar een ander lab, waarschijnlijk in Amerika, om dingen te leren die we hier niet kunnen.'

De promotie an sich doet haar niet zoveel. `Het is iets wat je nog moet doen, een afsluiting.' Relativerend: `In dit wereldje is het ook heel normaal dat je gepromoveerd bent. Ik ga nu niet ineens `dr' voor m'n naam laten zetten in het telefoonboek.'

Pamela Habibovic (Foto Arjan Reef)
Pamela Habibovic (Foto Arjan Reef)

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.