Europese denker en Amerikaanse doener

| Redactie

Dat ze een stel zijn hebben Jef Moonen en Betty Collis, hoogleraren bij toegepaste onderwijskunde, nooit zo benadrukt. Maar nu ze beiden met vervroegd pensioen gaan, mag dat wel een keer. In hun woonplaats Rekken vertellen Moonen en Collis over hun leven en werk, dat zo met elkaar is verweven. `Wij zijn soulmates. Soms is het bijna spooky.'


In het Achterhoekse dorpje Rekken komt het mooie herfstweer goed tot zijn recht. Vanuit hun huiskamer kijken Collis (61) en Moonen (63) vrij uit op de bedauwde weilanden. Een idyllisch plaatje. Moonen, een verwoed amateur-fotograaf, kiekt hier regelmatig de meest prachtige zonsopgangen, vertelt hij. `Heel mooi om zo de seizoenen in kaart te brengen.' Collis zet vier kopjes koffie op tafel, Moonen draagt onderzettertjes aan. Het stel kibbelt even gemoedelijk over wie op de bank moet zitten en wie op de poef. Besloten wordt dat de voertaal vandaag Nederlands is. Meestal praten de Belg en de Canadese Engels met elkaar.

De twee zijn collega's sinds 1987, wanneer Betty Collis naar de UT komt. Hun samenwerking mondt in 1990 uit in een huwelijk. Beiden zijn, en dat mag bijzonder heten, hoogleraar bij dezelfde afdeling (instrumentatietechnologie, dat later opgaat in de afdeling psychonomics and human performance technology). Hij is sinds 2004 met FPU, maar is nog steeds een dag per week op de UT te vinden, zij zwaait officieel dit najaar af. Een paar weken geleden namen ze afscheid in een gezamenlijk symposium.

Hoe is dat, die verwevenheid? Gaat het vanaf de ochtendkoffie de hele dag over het werk? Beide knikken lachend van ja. Collis: `Every single idee dat ik heb, bespreek ik eerst met Jef. Wij delen alles. Alles is een mengsel.' Soulmates, in dat woord herkennen ze zich. Het gebeurt regelmatig dat Jef iets roept, waar Betty net aan dacht. Moonen: `Soms is het bijna spooky.'

Maar hun persoonlijke relatie benadrukken ze liever niet wanneer ze op de UT zijn. Collis: `Dat heeft namelijk niets met ons professionele leven te maken. Pas op ons afscheidssymposium heb ik voor het eerst iets persoonlijks gezegd over Jef. Hij is ook mijn afdelingshoofd geweest snap je, ik wilde ook tegenover andere collega's die verhouding professioneel houden.' Moonen: `We begonnen er nooit uit onszelf over. Maar het was ook geen geheim hoor.'

Voordat Jef en Betty elkaar in 1987 ontmoeten op een seminar in Israël lopen ze een gelijksoortige carrière door, elk op een ander continent. Zij studeert wiskunde in Michigan en doceert statistiek aan de Canadese University of Victoria. Hij studeert wiskunde in België en doceert vanaf 1971 statistiek in Leiden. Beiden raken op hun eigen wijze al snel geïnteresseerd in technologie om het onderwijs te verbeteren.

Als Betty Collis rechtshandig was geweest had ze hier vandaag misschien niet gezeten. `Ik ben links en kon dus niet op het blackboard schrijven zonder met mijn mouw alles te wissen wat ik net had opgeschreven. Daarom, en omdat ik niet met mijn rug naar de klas wilde staan, ben ik een overheadprojector gaan gebruiken. Zo begon het.' Later ontwikkelt ze kleine programmaatjes voor haar studenten waar ze simulaties op kunnen oefenen. Ook Moonen wil halverwege de jaren zeventig zijn statistieklessen aan de Leidse universiteit verbeteren. Hij moet met honderden studenten tegelijk werken maar wil toch aan ieders individuele wensen voldoen. En dus ontwikkelt hij eigenhandig een softwarepakket. Voor beiden volgen daarna jaren waarin ze het steeds populairder wordende teleleren verder uitwerken. In 1987 organiseert Collis een congres over onderwijssoftware in Israël. Jef Moonen, inmiddels professor in Twente, staat op de genodigdenlijst. Moonen: `Toen Betty haar voordracht hield, gebeurde er iets. Het was alsof zij mijn gedachten voorlas.' Na afloop zoekt hij haar op. Collis: `Ik vond hem heel serieus, kritisch en betrokken.' Een briefwisseling volgt. Moonen vraagt Collis om extern expert te worden voor een nationaal softwareproject dat hij vanuit de UT coördineert. Op die manier raakt ze bekend in de Nederlanse academische wereld. Als de vakgroep instrumentatietechnologie onder leiding van Moonen in 1987 een universitair hoofddocent zoekt, komt Collis naar Enschede. Sindsdien zijn ze samen.

Soulmates dus, maar verschillen zijn er ook. Moonen: `Ik ben een procespersoon, Betty is een productpersoon. Zij wil iets afmaken, iets klaar hebben. Dat heeft ook met culturele achtergrond te maken. Ik ben een Europese denker, zij een Amerikaanse doener. Als wij bij TO nog zaten te brainstormen, dan was Betty allang een plan van aanpak aan het schrijven.' Collis knikt. Het is waar. `Wat dat betreft heb ik veel van Jef geleerd', zegt ze. `Naar het grotere geheel kijken, geduld en overzicht bewaren, de inbreng van iedereen meenemen.' Haar echtgenoot lacht. `En ik heb van Betty geleerd om dingen af te maken!'

Een verschil in aanpak dus, maar over sommige dingen zijn ze het roerend eens, die vormen de ruggengraat van waar ze voor staan. Ze noemen action research, een door hen omarmde onderzoeksmethode die de kloof tussen onderzoeker en onderzochte overbrugt. Moonen: `Met action research bedoelen we dat je geen onderzoek doet in een experimentele setting maar dat je vanuit je eigen betrokkenheid de situatie waarin je zit probeert te verbeteren. Zo zijn wij beiden begonnen.'

Ze noemen de contributing student. Collis: `We bedoelen daarmee dat studenten iets aan het leerproces kunnen bijdragen en niet alleen voor zichzelf daar zitten. Via Teletop kunnen studenten bijvoorbeeld materiaal dat ze gevonden hebben toevoegen zodat het voor iedereen beschikbaar komt.'

Van het duo trekt Betty Collis de laatste jaren de meeste aandacht. Ze was vijf jaar lang Shell Professor of Networked Learning, geldt als de `moeder' van Teletop en wordt gezien als een grootheid op het gebied van e-learning. `Ach', wuift ze weg, `Shell en Teletop trekken nu eenmaal de aandacht. Jef heeft minstens zoveel dingen gedaan.'

Het gesprek komt op hoogte - en dieptepunten. Collis: `Ik zal iets vertellen dat erg bepalend voor mijn carrière was. Ik studeerde wiskunde in Michigan en dat ging me goed af. Wiskunde was een kwestie van logica, er was maar één juist antwoord. Totdat ik het vak numbertheory ging volgen en bepaalde veronderstellingen moest laten varen. Het deed me beseffen dat in het leven niet één antwoord het goede is. Twee slimme mensen kunnen beiden een ander antwoord op dezelfde vraag geven. Dat inzicht heeft me erg geholpen.' Moonen: `Een hoogtepunt voor mij was denk ik het Idylleproject, een ICT- project dat onderwijskundigen en computerexperts samenbracht en waarvoor we in 1996 een subsidie van het onderzoeks stimulerings fonds kregen. Dat voelde als een erkenning voor onze ideeën over teleleren. We hadden iets nieuws bij de kop.'

En hoe zit het met de dieptepunten? Moonen: `Het opgaan van de vakgroep instrumentatietechnologie in de afdeling PHPT heb ik bijzonder betreurd. Dat was een fundamenteel verkeerde keuze. Er is niet ingezien wat ISM betekend heeft op het gebied van teleleren maar ook op andere terreinen. Wij volgden ontwikkelingen in de ICT-wereld en probeerden die in de onderwijspraktijk uit. Die scanfunctie is er nu niet meer en dat is een gemis voor de faculteit.'

Dat het potentieel van ICT in het onderwijs niet ten volle wordt benut, noemen ze geen dieptepunt, maar vinden ze wel eens jammer. ICT wordt vooral gezien als `handig'. Je kunt immers makkelijk studiemateriaal downloaden, roosters opzoeken en opdrachten inleveren. Maar de pedagogisch-didactische ontwikkeling blijft daarbij achter, vinden ze. Moonen: `Hoe dat komt? Leraren zien te weinig voordelen en te veel werk.' Zijn vrouw: `E-learning zou het hoger onderwijs veel creatiever kunnen maken, maar het gaat er nog steeds net als vroeger om dat je de toets haalt.'

De ochtend loopt ten einde. Het duo Collis en Moonen moet zich klaarmaken om naar de campus te gaan voor de begeleiding van enkele masterstudenten en promovendi. Dat loopt nog wel even door, pensioen of niet.

Voor de foto zakken ze neer in de tuinstoeltjes in de achtertuin. Moonen haalt een fles wijn uit de keuken. Om elf uur `s ochtends. `Oh nee', roept Collis. `Zo kunnen we toch niet op de foto!'

Vele van deze ochtenden zullen volgen al dan niet met een glaasje rood. Want ze blijven hier, in Rekken. `We zijn gelukkig zo.'

Collis en Moonen in hun Rekkense achtertuin (foto Arjan Reef).
Collis en Moonen in hun Rekkense achtertuin (foto Arjan Reef).

Betty tijdens haar promotie aan de University of Victoria
Betty tijdens haar promotie aan de University of Victoria

Jef tijdens zijn promotie aan de Universiteit Leiden.
Jef tijdens zijn promotie aan de Universiteit Leiden.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.