In 1999 deed zich aan deze universiteit een vergelijkbare situatie voor. Toen werd ir. Roel Pieper, oud-topman bij Philips, benoemd tot hoogleraar Electronic Commerce. UT-Nieuws meldde vol enthousiasme dat hier de snelste benoemingsprocedure ooit was gevolgd: de toenmalige rector Van Vught had Pieper nog op de avond dat hij zijn vertrek bij Philips aankondigde gebeld om hem een hoogleraarschap aan de UT toe te zeggen. Het meest verbijsterende was nog wel dat noch de betreffende journalist noch de academische gemeenschap van de UT vraagtekens plaatste bij deze gang van zaken. De enige reactie was een ingezonden stuk een week later, waarin oud-campusdecaan Schuijer meldde dat hij nóg sneller was benoemd: toen hij campusdecaan werd, werd hij automatisch ook tot hoogleraar benoemd. Voorwaar iets om trots op te zijn.
Na de komst van Pieper is er een bijzondere categorie hoogleraren in het leven geroepen voor soortgelijke benoemingen: de zogenaamde praktijkhoogleraar. Daarvan telt de UT er, blijkens de berichtgeving, al twee: oud-bestuursvoorzitter van Grolsch mr. Jacques Troch werd praktijkhoogleraar Corporate Governance, en ir. Dik-Gert Mans, raadgevend ingenieur in de bouwwereld, werd praktijkhoogleraar Civieltechnische Constructies. Praktijkhoogleraren hebben geen promotierecht, wat in ieder geval de ironische consequentie voorkomt dat deze mensen alsnog bij zichzelf kunnen promoveren.
Volgens de Nota Leerstoelenbeleid 2002-2006 zijn praktijkhoogleraren formeel `lector academiae', maar dergelijke lectoren kunnen, aldus de nota, “op termijn, indien zij voldoen aan de criteria die de UT hanteert voor leerstoelhouders, in aanmerking komen voor een (deeltijd) aanstelling of nul-aanstelling als leerstoelhouder. In dat laatste geval krijgen ze de titel hoogleraar (professor)”. Zou dit nu werkelijk betekenen dat het college van bestuur van mening is dat de huidige praktijkhoogleraren “voldoen aan de criteria die de UT hanteert voor leerstoelhouders”? Dat is toch moeilijk voorstelbaar. Hoe groot hun kwaliteiten ook zijn, dat ze ook over wetenschappelijke kwaliteiten beschikken, hebben zij niet bewezen. En in zulke gevallen wordt normaal gesproken geen leerstoel voor iemand in het leven geroepen. Laat de UT vooral dankbaar gebruik maken van de expertise van topmensen buiten de academische wereld. Maar dan wel gewoon als docent - al dan niet met een passend honorarium.