Studievereniging Scintilla bestond vorige week veertig jaar en vierde dat met gepaste trots. `Met ons lustrumsymposium over beveiliging onderstrepen we ons vakgebied. We laten zien dat we maatschappelijk breed inzetbaar zijn', zegt secretaris Hubert Flisijn.
Het appeal van de opleiding elektrotechniek moet beter. Dat opperde de kersverse EWI-decaan professor Ton Mouthaan een paar weken geleden. De aantrekkelijkheid van de opleiding moet omhoog, zeker nu de inschrijfcijfers tegenvallen.
Scintilla-bestuursleden Bas den Uyl en Hubert Flisijn laten zich op het lustrumsymposium van hun studievereniging - titel Security on the Edge- niet van hun stuk brengen. `Het appeal van onze opleiding? Ik vind het maar een lastig begrip', zegt Den Uyl. `Elektrotechniek is ook nog eens gewoon wat het is. Het is de vraag in hoeverre je de opleiding om die reden moet veranderen.'
`Met het lustrumsymposium over beveiliging onderstrepen we het vakgebied', vult Hubert Flisijn aan. `Het is een thema waar iedereen vol van is.' Een grote groep sprekers belicht aspecten die allemaal terugkomen in de elektrotechniekstudie: elektromagnetisme, signaalverwerking, beeldbewerking, zelfs quantummechanica. Om er maar enkele te noemen.
De 130 studentdeelnemers luisteren naar een tiental sprekers, de reguliere colleges zijn er speciaal voor verzet. In bedrijven en in toonaangevende kennisinstituten werken de gastsprekers aan onderzoek in de voorhoede van technologische ontwikkelingen. Dat gebeurt op uiteenlopende terreinen: spoorwegbeveiliging, preventie tegen het kopiëren van geld, cryptografie, het veilig opsporen en opruimen van landmijnen.
Zeer actueel is de mogelijke inzet van biometretrische eigenschappen zoals gezichtsherkenning, irisscans en vingerafdrukken, in uiteenlopende veiligheidskwesties. Spreker is ir. Ruud van Munster. Bij TNO werkt hij aan technieken voor beeldinterpretatie ten behoeve van veiligheidsinstrumenten als paspoort, toegangscontrole, surveillance en tracking & tracing.
Van Munsters centrale boodschap is nog niet optimistisch. `Er wordt zeker vooruitgang geboekt in de biometrie maar we zijn nog ernstig aan het puberen.' Hij legt uit dat wie met beeldherkenning werkt, per toepassingsgebied een balans moet zoeken tussen false rejects en false accepts, ofwel: onterecht afgewezen en onterecht geaccepteerde personen door een herkenningssysteem.
Wie bijvoorbeeld een database van te herkennen personen `vervuilt' met eeneiige tweelingen en look alikes, kan constateren dat de prestaties van het systeem schrikbarend achteruit hollen. Bij gewone opschaling naar ordegroottes van een miljoen gezichten, geen overbodige luxe voor een landelijk dekkend systeem, neemt vooral het percentage toe van het aantal mensen dat de computer ten onrechte accepteert.
Ook blijkt in de elektrotechniek het placebo-effect te kunnen optreden. Een herkenningssysteem voor surveillance bij een winkel voor spijkerbroeken, bleek 100 % waterdicht te zijn. Zo meldde de plaatselijke krant tenminste. Maar het is nog maar de vraag of de techniek in dit geval zo uitmuntend is geweest, vindt Van Munster. `Een beetje dief houdt het nieuws goed bij en bedenkt zich wel twee keer voor hij in die winkel z'n slag gaat slaan. Het succes is vooral een placebo-effect, maar het werkt natuurlijk wel prima zo.'
Detail en overzicht zijn volgens Van Munster twee facetten die elkaar vaak in de weg zitten in de biometrie. Bij supportersrellen is het vaak lastig om aan de hand van lage resolutieopnamen van videocamera's die `het hele slagveld' bestrijken, tot een eenduidige identificatie van een oproerkraaier te komen. Met video-opnamen van dichtbij is dit probleem slechts gedeeltelijk op te lossen omdat dan veel contextinformatie verloren gaat. Dan is niet meer duidelijk of de nu wel herkenbare persoon de steen inderdaad richting een politieagent gooit, of zomaar ergens anders heen.
Bij TNO in Delft probeert men dit dilemma origineel op te lossen. Men neemt achter elkaar opnamen met eenzelfde camera vanuit exact dezelfde positie, en plakt deze digitaal over elkaar heen. Resultaat is een verbluffend gedetailleerde opname met een resolutie van vijf gigapixel. Een overzichtsfoto vanaf het dak van het laboratorium in Delft wordt zo vele malen informatiever. Door een paar maal in te zoomen op de bewerkte foto kunnen de onderzoekers de wijzers van een kerkklok in de verte haarscherp dichtbij halen.
Van Munster: `In een project bij ADO Den Haag gebruiken we dezelfde camera. Als er iets aan de hand is, bijvoorbeeld wanneer kwetsende spreekkoren worden gezongen, maken we met enkele tussenpozen een foto van het supportersvak aan de overzijde. Dat levert een sterk verbeterde resolutie op voor gezichtsherkenning. Met een videocamera houden we tegelijkertijd de schermutselingen in de gaten. Dat verschaft ons de nodige contextinformatie.'
Van Munster hoopt dat deze combinatie van middelen op den duur tot een herkenningsinstrument kan leiden op basis waarvan men bijvoorbeeld een stadionverbod kan instellen. Dat is volgens hem alleen mogelijk als camera en video gecombineerd worden met een derde instrument: een differentiatiemodel die de toeschouwers indeelt. Met dit model kan men herkennen of een persoon onderdeel uitmaakt van de rode risicogroep (geschat op ongeveer 5% van het toeschouwersaantal, van 15.000), of van de oranje of groene groep (geen risico).
Als dat goed gebeurt dan moet het mogelijk zijn om bij een incident van de 750 raddraaiers er hooguit acht niet in de smiezen te krijgen. Die ontsnappen dan. Aan de andere kant zal het systeem ook uit de veel grotere groep van goed-getrouwe supporters onterecht een aantal als raddraaier aanwijzen. `Dat aantal kan volgens onze nauwkeurigheidsberekeningen op twaalf komen te liggen', concludeert Van Munster die meteen een kritische vraag vanuit de symposiumzaal krijgt. Is dat niet wat veel? Van Munster: `Het is niet leuk natuurlijk voor de betrokken personen, maar met een zorgvuldig waarschuwingssysteem kunnen we dat aantal binnen de perken houden. We geven mensen een tweede kans voordat ze in de oranje of rode risicogroep worden ingedeeld.'
Bij supporters- of andere rellen is het vaak lastig om met lage resolutieopnamen het hele `slagveld' te bestrijken. Bij TNO in Delft wordt gewerkt aan betere methoden.