De UT staat dezer dagen weer bol van de Gezonde Week. Medewerkers en studenten kunnen in de verschillende kantines allerlei testjes laten uitvoeren: van glucosemeting tot het meten van de sprongkracht. En daar geeft menigeen graag de lunchpauze voor op.
`Jee, wat een lange naald!', roept een studente verschrikt. Martijn Post en Roger Quaedvlieg, ook in de rij om hun glucose- en cholesterolgehalte te laten meten in de hal van de Spiegel, laten zich er niet door afschrikken. Eén klein prikje in de vinger en binnen een paar seconden heb je de uitslag, weten de medewerkers van ITBE. Het paspoortje met de uitslagen van vorig jaar hebben ze al bij de hand. `Toen was mijn cholesterol zo laag, dat het niet eens gemeten kon worden', vertelt Roger. Bij collega Martijn bleek het cholesterolgehalte vorig jaar wel iets te hoog. Hij is dan ook erg benieuwd of er verandering is opgetreden. `Ik ben wel iets meer aan beweging gaan doen door te zwemmen', bekent hij. `Op gezond eten let ik eigenlijk alleen als ik daar tijd voor heb en dat wisselt heel erg per week.' Een paar minuutjes later kan hij opgelucht adem halen. Glucose en cholesterol geven beide prima waardes. Ook Roger lacht als hij de uitslag krijgt. `En dat terwijl ik deze week nog wel drie keer heb gebarbecued.'
Diëtiste Margareth Roelvink is met een stand over gezonde voeding bij de metingen aanwezig en houdt de uitslagen nauwlettend in de gaten. `De ideale cholesterolwaarde ligt ongeveer tussen de 5 en 6. Als iemand boven de 8 zit, adviseren we om contact op te nemen met de huisarts. Is de cholesterolwaarde iets verhoogd dan geven we voedingadvies. Heel belangrijk is daarbij de motivatie. Om eetgedrag en levensstijl te veranderen zul je alle zeilen moeten bijzetten.' Drastische wijzigingen werken vaak niet, weet de diëtiste uit ervaring. `Verandering moet je geleidelijk invoeren.'
In de kantine van de Horst besluiten Hans Bezemer, hoofd automatisering bij CTW, en Hans Kamping, beheerder van de collegezalen, het tegen elkaar op te nemen in een roeiwedstrijdje. De roeimachines maken deel uit van de `Fitkit', verschillende testen waarmee fitheid en coördinatie gemeten kan worden. Job van Regteren, sportinstructeur bij het Sportcentrum, legt uit dat de heren niet te fanatiek van start moeten gaan. `Vijfhonderd meter roeien is best een eind, dus spaar je krachten', luidt zijn advies. Via het scherm van een laptop is precies te volgen hoe de race verloopt. Hans Kamping bemachtigt snel een voorsprong en raakt die ook niet meer kwijt. Als eerste `roeit' hij over de eindstreep. Na afloop: `Poeh, dat was best zwaar. Maar ja, ik ben fanatiek hè. Spelletjes wil ik per se winnen. Ik merk wel dat het aan mijn conditie nog wat schort. Normaal sport ik veel met het BHV-team (de bedrijfshulpverleners, red.) maar door de zomervakantie is het daar de laatste weken niet van gekomen. Even weer opbouwen dus.'
Ook Suzanne Hulscher, hoogleraar bij de vakgroep waterbeheer, besluit haar spierkracht te testen op de roeimachine en neemt het op tegen een vrouwelijke collega. Dat valt tegen. Hulscher verliest. De twee dames moeten even flink uithijgen. De sportinstructeur: `Bij roeien gebruik je bijna al je spieren. Als je vijfhonderd meter roeit en dat lekker kunt volhouden, zeg dat wel wat over je conditie.' De andere testen, het meten van de knijpkracht en de sprongkracht, laten Hulscher en haar collega voor wat het is.
Vandaag en morgen is het nog mogelijk om in de kantines van verschillende gebouwen aan testen en metingen mee te doen. Het programma staat op de homepage van de UT.
Een roeiwedstrijdje vergt een stevige fysieke inspanning (Foto: Arjan Reef)
De ideale cholesterolwaarde ligt tussen de 5 en 6. (Foto: Arjan Reef)