Over en Sluiten

| Redactie

Frans Bauer zong de openingshymne. Het cortège kwam swingend binnen. Toga's zwiepten alle kanten uit. Blije, lachende gezichten. Met een glas champagne proostte het publiek op de opening van het academisch jaar. Tussen de speeches van Balkenende (meer geld naar de universiteiten!) en Katja Schuurman (poseerde gratis voor de covers van almanakken!) zong Frans nóg een liedje. Fan-tas-tisch. En daarna borrelden we tot in de vroege morgen. Het beloofde een heel mooi jaar te gaan worden.

Bauer

Het was een hele mooie droom.

De wekker liep af.

Hoe anders was de werkelijkheid.

Bijna niemand zong het openingslied mee. De gezichten stonden strak. Hier en daar een beleefd knikje. De eerste rede duurde eindeloos. De tweede ook. Het muzikale intermezzo was slaapverwekkend. Maar het publiek klapte beleefd. En, dat was de grootste tegenvaller, er waren geen prominenten om de boel op te fleuren.

Volgend jaar moet het anders. Als de Universiteit van Amsterdam Ayaan Hirsi Ali kan strikken, dan kunnen wij dat toch ook?

Alvast een paar voorstellen:

Ayaan dus, om ideeën te lanceren over meer buitenlandse instroom vanuit Somalië.

Prins Willem-Alexander, omdat hij zo gek is op onze vakgroep waterbeheer.

Marjon de Hond, omdat ze zo leuk is om naar te kijken.

Floortje Dessing, want die heeft pas écht verstand van ontdekkingsreizen.

Lulu Wang, voor een lezing over tradities en gebruiken van Chinese masterstudenten.

John de Mol, over ondernemendheid.

Linda de Mol, over het opzetten van een internationaal alumnikringtijdschrift.

Lance Armstrong, gewoon leuk voor onze UT-wielervereniging Klein Verzet.

Nu boeken.

Eerstejaars

Krap vier maanden geleden deden ze nog eindexamen in een zweterig gymzaaltje. Zaten ze nog op de middelbare school. Aten ze een verantwoorde maaltijd bij papa en mama en maakten ze `s avonds hun huiswerk.

Those days belong to the past!

Du moment dat Henk Zijm afgelopen maandag het academisch jaar 2005/2006 voor geopend verklaarde, transformeerden de honderden eerstejaars van onbeduidende rupsjes in glanzende wonderschone vlinders.

Eindelijk is het zover.

De komende vier jaar, en liefst langer, mogen ze zich rekenen tot de coolste bevolkingsgroep van Nederland.

Naar school?

Werken?

Welnee!

`Ik studeer!', luidt vanaf nu het triomfantelijke antwoord op de vraag wat ze in het dagelijkse leven doen. En daar is alles mee gezegd.

Het duurt wel even, voordat zo'n nieuw jasje lekker zit. In het begin is het allemaal even zoeken. Waar is de Spiegel? Is dat hoge gebouw de Horst? Help, ik kom te laat. Is dit het goede dictaat? Ga ik bij Taste of toch bij Audentis? Hoe kook ik aardappelen? Moeten vieze sokken op negentig graden?

Dapper zagen we ze deze week over de campus struinen. In groepjes en soms alleen. We zagen ze verdwalen in de spelonken van Langezijds. Zich een weg banen door kantines en bibliotheken. Intussen vrienden voor het leven makend.

Kijk! Daar gaan ze. Quasi-nonchalant maar met bonkend hart op weg naar hun eerste college.

Achttien jaar.

De wereld aan hun voeten.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.