Kennisvalorisatie wordt door sommigen gezien als een derde taak van de universiteit. Bent u het daarmee eens?
`Ja, universiteiten kunnen uit middelen van de samenleving kennis opbouwen en hebben daarom de verantwoordelijkheid om die samenleving er iets van terug te geven. Nederland is daar duidelijk minder goed in dan de landen om ons heen. Als je kijkt naar spin-offs uit octrooien van universiteiten, het zelf bedrijven opzetten en de overdracht van kennis naar het midden- en kleinbedrijf dan is dat allemaal nog te weinig. De samenwerking met de grote bedrijven gaat over het algemeen wel goed. Maar uit onderzoeken blijkt dat het MKB achterblijft wat de toegang tot academische kennis betreft. Ik hoor dat ook uit het MKB. Daarom zijn we begonnen met de innovatievouchers. Dat was om MKB'ers te stimuleren de kennis te gaan halen, maar ook om de universiteiten te stimuleren hun kennis te delen. Daarnaast is het toch ook gewoon leuk voor een onderzoeker wanneer zijn of haar onderzoek niet alleen een goed artikel of zelfs een octrooi oplevert, maar dat er ook in een bedrijf wat mee wordt gedaan. Dat motiveert. Natuurlijk wordt onderzoek niet voor het bedrijfsleven gedaan, maar als goed onderzoek kan worden toegepast, moeten we dat doen. Als we de slag willen aangaan met landen als China, India en Brazilië, dan zullen we onze kennis moeten gebruiken. De draagkracht van onze economie wordt mede bepaald door de valorisatie van kennis uit research.'
Er zijn tal van onderzoekers die het helemaal niet interesseert of hun kennis ooit in bedrijven wordt gebruikt. Zij willen goed onderzoek doen.
`Daarom moet je dat vanuit het kabinet en vanuit de colleges van bestuur stimuleren en de universiteiten op zeker moment daarop afrekenen. Stimuleren doen we door toe te staan dat geld uit de eerste geldstroom wordt gebruikt voor startende bedrijven. De volgende stap is om te bepalen hoeveel universiteiten moeten doen aan kennisvalorisatie. De vraag is natuurlijk hoe je dat moet meten, maar dat komt later.'
Heeft u zicht op de output die universiteiten nu leveren wat dat betreft?
`We weten dat we op het gebied van spin-offs veertig procent lager scoren dan Europese universiteiten die het wel goed doen. Dan vergelijk ik met Leuven en München. In vergelijking met Amerikaanse universiteiten lopen we helemaal achter. Het is ons doel in Europa gelijk te komen met het gemiddelde. Dat is nog een hele stap.
`Vervolgens weten we hoeveel octrooien er door universiteiten worden aangevraagd, maar we weten niet hoeveel van die patenten worden gebruikt door studenten of MKB'ers. Een volgende stap is dat te kwantificeren. Nu is het vooral van belang dat er bij besturen van universiteiten en hoogleraren de overtuiging ontstaat dat dit belangrijk is. En dat ze een maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben. Daarbij geeft het aanzien en levert het geld op.'
U heeft de wind mee: kennisvalorisatie staat bij technische universiteiten hoog op de agenda.
`Ik ga ervan uit dat ik die wind zelf heb aangewakkerd.'
Hoe?
`Door bijvoorbeeld twee jaar geleden met de start van Technopartner te zeggen dat universiteiten hun verantwoordelijkheid hebben. Als je het aantal technostarters wil vergroten, moeten de technische universiteiten aan de slag. We kunnen studenten stimuleren en coaches opleiden, maar als universiteiten tegenwerken, heeft dat geen zin.'
U komt met grote regelmaat in Brabant Zuidoost. Wat is de indruk die u krijgt van de initiatieven die daar worden genomen om de regio te versterken?
`De brainport staat echt hoog aangeschreven. Ik heb hier tal van lijstjes waar ze in de top-zoveel staan. Dat is allemaal belangrijk, maar waar het om gaat is dat de regio Eindhoven de enige in Nederland is die internationaal zo hoog scoort. Dat betekent dat je die regio moet koesteren en stimuleren om verder te gaan. Ten tweede moet je er van leren. De vraag is: wat is er in Eindhoven met de universiteit, het bedrijfsleven, de provinciale overheid en de samenwerking met buitenlandse universiteiten gebeurd? Je ziet een dynamiek naar boven. Als er een goed idee wordt ingebracht pikken mensen dat op. Er wordt een pilot gestart, wat nog meer energie geeft.'
Welke rol speelt de samenwerking tussen Eindhoven, Leuven en Aken hierin?
`In Brussel wordt dat gezien als een voorbeeld voor Europese samenwerking. Daar hebben wij hard aan meegewerkt door in elke speech in Brussel de driehoek te noemen. Daarbij melden we de samenwerking aan voor pilotprojecten. Dat geeft een dynamiek die goede researchers aantrekt en overheden stimuleert om een volgende convenant uit te werken.'
Op welke manier is die dynamiek zichtbaar?
`Mensen zoeken naar oplossingen in plaats van in problemen te denken. Ik herinner me van twee jaar geleden dat partijen allemaal een andere visie hadden en niet met elkaar wilden samenwerken. Nu slaan ze de handen ineen.'
Het is opvallend hoe overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen in Eindhoven met één mond spreken. Klinkt eensgezindheid harder in Den Haag?
`Zeker, Nederland is in het regionaal economische beleid opgedeeld in zes regio's en Zuidoost heeft als eerste aan mij een gezamenlijk programma gepresenteerd. Daar zat de burgemeester van Eindhoven, daar zat Philips, daar zat de universiteit. Dat zijn mensen die samen hun prioriteiten kunnen stellen en duidelijk weten waar ze naartoe willen.'
U doelt op Amandus Lundqvist (TU/e), Harrie Hendriks (Philips) en Alexander Sakkers (burgemeester Eindhoven) die eensgezind naar buiten treden. Is dat écht bepalend voor de economische impulsen uit Den Haag?
`Daar zijn ze mede van afhankelijk. Het is prettig als mensen het goed kunnen vinden, maar als ze bovenal samenwerken en samen aan hetzelfde werken, dan geeft dat vertrouwen in Den Haag en Brussel om iets te financieren. Als ik in een regio kom en elke wethouder, elk bedrijf en elke Kamer van Koophandel geeft mij een andere top-tien van prioriteiten dan kan ik daar niks mee. Vervolgens vraag ik die mensen of ze samen een top-vijf kunnen maken. Als dat weer niet lukt, kan ik niet veel doen.'
Toptechnologie zoals die rond Eindhoven is geconcentreerd heeft een enorme toegevoegde waarde. Moeten we ons in Nederland nog wel bezighouden met transport en bijvoorbeeld een haven in Rotterdam?
`Het is beide belangrijk. Je moet je écht op toptechnologie concentreren, want daar ligt onze concurrentiekracht. Maar tegelijkertijd staan we als Nederland nog altijd bekend als gateway to Europe. Je moet het belang daarvan voor het imago van Nederland, en dus voor het imago van Eindhoven, niet onderschatten. Wat wij verdienen aan logistiek is ook enorm. Je moet nooit je geld investeren in één aandeel. Dat geldt ook voor de economie. We moeten meer pijlen op onze boog hebben.'
Universiteiten worden geacht te concurreren. Maar met wíe dan?
`De Nederlandse universiteiten moeten gezamenlijk concurreren met buitenlandse universiteiten. Niet allemaal hetzelfde onderzoek doen, maar focusseren. Ze moeten elk hun sterktes uitbouwen, want je kunt niet in alles goed zijn. Het is daarom van groot belang dat de samenwerking tussen de technische universiteiten van de grond gaat komen.'
U zegt `gaat komen'. Bent u nog niet tevreden?
`Ik vind dat het nog wel wat daadkrachtiger mag en met wat meer snelheid.'
Stuurt de regering aan op een fusie tussen de universiteiten?
`De eerste stappen zijn gezet. Vervolgens kun je praten over welk organisatiemodel je wilt, maar je kunt met verschillende organisatiemodellen hetzelfde doel nastreven en op hetzelfde punt uitkomen. Of je een federatie bent of je hebt één college van bestuur; mensen moeten gaan samenwerken en zorgen dat er niet twee dezelfde laboratoria op verschillende plaatsen staan. De samenwerking moet vooral op de werkvloer gaan plaatsvinden. Daar moet snelheid in komen.'
Is het uiteindelijk niet veel te duur om op drie universiteiten drie besturen met hun staf te betalen, terwijl ze uiteindelijk één TU moeten worden?
`Dat moet je als volgende stap zeker niet uitsluiten. En als het de enige manier is om de samenwerking te realiseren, dan wordt een fusie een onafwendbare stap. Maar voor die tijd is er van alles te doen. Je moet de samenwerking niet uitstellen tot je het optimale organisatiemodel hebt.'
Onlangs is voor de TU's 50 miljoen gereserveerd om de samenwerking te versnellen. Stond daar in de kleine lettertjes van de overeenkomst nog iets over een fusie?
`Het idee achter dat geld is het volgende: het kabinet is best bereid mee te betalen aan samenwerking, maar die moet dan wel inhoudelijk, snel en daadkrachtig tot stand komen. Dat geld komt alleen als er goeie plannen komen die worden verwezenlijkt.'
De auteur van dit interview is medewerker van Cursor, het weekblad van de TU/e.
Karien van Gennip