Weinig weeklachten over geldgebrek, nauwelijks gejammer over het hoger-onderwijsbeleid. Bij de opening van het academische jaar bruisten de universiteitsbestuurders van zelfvertrouwen en ambitie. Internationaliseren, innoveren, ze willen het allemaal.
Weg met het defensieve gedrag van universiteiten. Daar gaat `weinig overtuigingskracht van uit', aldus collegelid Willem Kardux van de Universiteit Utrecht. `We verdedigen een geïdealiseerd beeld van een voorbije situatie tegenover maatschappelijke krachten die te sterk zijn en weinig geduld meer hebben. De beste verdediging is de grote diversiteit binnen de universiteiten tot uitgangspunt te maken.'
Natuurlijk krijgen sommige plannen van de overheid hier en daar een veeg uit de pan. Collegevoorzitter Jo Ritzen van de Universiteit Maastricht haalde bijvoorbeeld uit naar de leerrechtenplannen van staatssecretaris Rutte. Maar bij de dynamische opening van het academiejaar doet zulke kritiek op de overheid haast ouderwets aan. De universiteiten trekken anno 2005 hun eigen plan.
`We moeten niet proberen met alle vernieuwingswinden mee te waaien', waarschuwde rector Hans van Duijn van de TU/e. Hij riep zijn wetenschappers op om vooral met eigenwijze ideeën te komen, `ook als die niet volledig passen in de dichtgetimmerde strategiepaden van de universiteit of de korte-termijnbehoeften van het bedrijfsleven en de politiek.'
Verschillende bestuurders zetten het toverwoord `innovatie' naar eigen hand. `Innovatie is niet alleen een zaak van technologie en producten, maar ook van processen en bovenal van mensen', zei Henk Zijm van de UT. Steven Lamberts, rector van de Erasmus Universiteit, gaat nog verder. Volgens hem is de gelijkstelling van innovatie met industrie en techniek `een bedreiging voor het alfa- en gamma-onderzoek'. De Erasmus Universiteit lanceert een aantal `innovatieve' clusters die vergrijzing, zorg en sociale cohesie gaan onderzoeken. En collegevoorzitter Jo Ritzen in Maastricht vindt dat ook het Maastrichtse probleemgestuurd onderwijs nog gerust innovatief mag heten.
Maar om alle ambities waar te kunnen maken, moet Nederland onderzoekers uit het buitenland aantrekken, menen veel bestuurders. Rector Douwe Breimer van de Universiteit Leiden wil zelfs `talent terugwinnen voor eigen land' en pleit voor `terughaalpremies' die briljante landgenoten weer naar Nederland moeten lokken.
Maar ook één sport lager op de wetenschappelijke ladder valt nog veel te winnen: er komen te weinig buitenlandse studenten naar Nederland. `In 2003 was het aandeel buitenlandse studenten niet meer dan 5,6 procent van het totaal', hield rector magnificus Frans Zwarts van de Rijksuniversiteit Groningen zijn publiek voor. Daarmee loopt Nederland achter op Duitsland, België en het Verenigd Koninkrijk, om nog maar te zwijgen van Australië en de Verenigde Staten, `terwijl Nederland zich juist laat voorstaan op zijn internationale oriëntatie.'
Volgens Zwarts is Nederland geen duidelijk merk. `Studenten uit het buitenland kunnen zich nauwelijks een voorstelling maken van ons koninkrijk achter de dijken.' Dat Rutte zich nu op de branding van het Nederlandse hoger onderwijs stort, vindt de bestuurder geen slecht plan. “Maar ik hoop niet dat hij het voornemen in het teken van marketing en beeldvorming zet. De boodschap die de Nederlandse universiteiten over hun missie en ons land te brengen hebben, leent zich niet voor oneliners, logo's en beeldmerken.'
Minister Brinkhorst (Economische Zaken) wil de universiteiten een handje helpen door regelingen voor kennismigratie verder te versoepelen. Volgens Brinkhorst heeft Nederland een `open en tolerant klimaat' nodig, wil het aantrekkelijk zijn voor toptalent. `Daarnaast moeten we af van de egalitaire inslag. Het gebrek aan differentiatie in de manier hoe we met excellentie omgaan, maakt dat toptalent zijn heil elders zoekt.'
Aan de Tilburgse economiefaculteit is van eenheidsworst allang geen sprake meer. Daar onderwerpen de wetenschappers zich aan het tenure track. Wie goed genoeg is, kan carrière maken. Wie niet goed genoeg is, moet vertrekken. Het is up or out voor de economen. Volgens rector Frank van der Duyn Schouten werkt dat systeem erg stimulerend.
Als gastspreker bij de opening van het academisch jaar van de Universiteit van Amsterdam riep Tweede-Kamerlid Ayaan Hirsi Ali (VVD) studenten op om `werkelijk nieuwe vragen' te stellen. Ongebreidelde nieuwsgierigheid is volgens haar de motor achter de ontwikkeling van kennis en wetenschap. Ze constateert echter dat steeds meer studies niet door nieuwsgierigheid, maar door `geld, status en ideologisch conformisme' worden gedreven. Als voorbeeld daarvan noemt ze het migratieonderzoek, dat volgens haar wel aandacht besteedt aan de invloed van sociaal-economische factoren op de migratie-problematiek, maar hypotheses over de remmende invloed van religie en cultuur angstvallig mijdt. `Deze politiek correcte, beperkte nieuwgierigheid vertraagt de ontwikkeling van kennis. Wetenschap is gediend bij non-conformisme.'
HOP, Bas Belleman