Ministerie in het tuinhuis van de president

| Redactie

Vijf jaar geleden werd in Mozambique een nieuw ministerie opgericht voor hoger onderwijs. Dr. ir. Jasmin Beverwijk (31) bestudeerde de nieuwe aanpak op dit beleidsveld in het Afrikaanse ontwikkelingsland, dat in 1993 zelfstandig werd en promoveerde er vorige week op. De gebeurtenissen laten zich niet zomaar vangen in theorieën over beleid die in het Westen zijn bedacht.


Een beetje cynischer en kritischer is Jasmin Beverwijk, verbonden aan UT-onderzoekscentrum CHEPS, wel geworden na haar promotieonderzoek in Mozambique. Toch is de fascinatie en motivatie voor haar vakgebied, ontwikkelingssociologie, onveranderd gebleven. Ze koos destijds in Wageningen voor deze studie, niet in de eerste plaats vanuit idealistische motieven. `Mensen helpen kan ik ook gewoon in Nederland doen als arts, docent of reparateur', legt Beverwijk uit. `De avontuurlijke en dynamische aspecten hebben me altijd getrokken en dat in samenhang met de grootte van de problematiek waar het om gaat.'

De regering van Mozambique richtte in 2000 een ministerie voor Hoger Onderwijs, Wetenschap en Technologie op. Een initiatief dat Beverwijk van harte ondersteunt. Alleen met goed opgeleide doktoren, ingenieurs, managers en kaderfunctionarissen is het mogelijk om het land op te bouwen. De problematiek in Mozambique is groot. Zo zijn verreweg de meeste universiteiten en privé-onderwijsinstellingen geconcentreerd in het uiterste zuiden nabij de hoofdstad Maputo. Eén van de nadelige gevolgen voor dit langgerekte land, dat drieduizend kilometer prachtige kustlijn bezit, is dat maar weinig getalenteerde inwoners uit het noorden een goede opleiding kunnen krijgen. Daardoor gaan veel kansen verloren.

Turbulentie

Turbulente, voor buitenstaanders vaak onbegrijpelijke ontwikkelingen speelden zich af op het nieuwe ministerie. Sommige van de rectoren van de negen instellingen voor hoger onderwijs die Mozambique rijk is, steunden de komst van het nieuwe ministerie in de veronderstelling dat meer subsidiegelden beschikbaar zouden komen. Dat gebeurde inderdaad, maar de rectoren bleken maar moeilijk een deel van hun beslissingsbevoegdheid te kunnen opgeven. `Anders dan vroeger moesten zij zich ineens verantwoorden voor de manier waarop ze het geld besteedden', zegt Beverwijk. `Hierdoor sloegen sommigen als een blad aan de boom om. Ze keerden zich plotseling - overigens met keurige diplomatieke middelen - tegen eerder ingeslagen beleidsstandpunten. Een van de dingen die ik in mijn proefschrift concludeer is dat de turbulentie van een beleidssysteem zoals dit nieuwe ministerie in Mozambique, veel groter is dan Westerse theoriemodellen voorspellen. Dat komt eigenlijk doordat veel minder belangengroepen bij de overleggen zijn betrokken. Bij de hoger onderwijsinstellingen konden in feite alleen de negen rectoren en de minister invloed uitoefenen, en die hadden elk zo hun eigen belangen.'

Hoe turbulent de ontwikkelingen inderdaad zijn bleek na afloop van het promotie-onderzoek. De inkt van het proefschrift was nog niet droog of het hoger onderwijs was alweer uit het ministerie verdwenen. Het werd na de nieuwe verkiezingen ondergebracht bij een andere ministerie, dat van Onderwijs. En, waren er in 2002 nog negen rectoren, inmiddels telt Mozambique er 22.

Beverwijk: `Het lijkt dramatischer dan het is. Hier veranderen de ministeries ook wel eens. Maar jammer vind ik het wel. Drie keer heb ik een aantal maanden gewerkt op het nieuwe ministerie dat in alle opzichten jong was. Een eigen gebouw was er niet eens. We zaten in het tuinhuis van de president. Toch groeide het ministerie langzaam maar zeker en kreeg de organisatie vorm. Tijdens mijn promotie waren ook Arlindo Chilundo, die mij vanuit het ministerie heeft begeleid, en Lidia Brito, de toenmalige minister, aanwezig. Dat vond ik best een hele eer.'

Corruptie

De ontwikkelingen in Mozambique zullen hun eigen dynamiek blijven behouden. Sommige dingen zullen van de grond komen waarbij volgens Beverwijk donorgeld weldegelijk een belangrijk middel is. Ze pleit er wel voor dat in het ontvangende land de kennis- en coördinatievaardigheden, en dus hoger opgeleiden, aanwezig zijn om tot een effectieve inzet van deze middelen te komen. Op het gebied van landbouw bijvoorbeeld zijn zo belangrijke vorderingen gemaakt.

Over andere aspecten is Jasmin Beverwijk minder optimistisch. De corruptie is groot en neemt nog steeds toe, net als het verschil tussen arm en rijk. `Onze huishoudelijke hulp had een zoon die in de gevangenis zat. Ze moest er zelf voor zorgen dat hij eten kreeg. Dat was bijna een dagtaak, en het kostte haar handenvol geld, niet alleen voor vervoer maar ook voor het omkopen van het gevangenispersoneel om zeker te zijn dat haar zoon het gestuurde voedsel ook echt kreeg. In Mozambique moet je overal voor betalen. Zo zit de samenleving in elkaar en het grootste deel van de bevolking staat onderaan de ladder en kan geen kant op.'

Zelf nam Beverwijk enkele auto-onderdelen mee vanuit Nederland naar Mozambique. De douanier schatte de waarde ervan toch al snel op zeventig dollar, twintig dollar meer dan toegestaan. `Ik kon kiezen: of aansluiten in een lange rij in een hal zonder airconditioning om uit te leggen dat ik de spullen voor direct gebruik nodig had, of samen met de douanier een blikje cola gaan kopen en tot een afkoopsom komen. Uiteindelijk kwamen we uit op twee dollar, voor mij een zakcent maar voor veel Mozambiquanen een fortuin.'

Jasmin Beverwijk
Jasmin Beverwijk

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.