Ruim twee maanden stond het carillon er onttakeld bij. Het grootste deel van de klokken, een geschenk van Twentse gemeenten bij de opening van de UT in 1964, vertoefde tijdelijk in het Brabantse Asten voor een opknapbeurt door de plaatselijke klokkengieter. Opgepoetst en voorzien van nieuwe klepels keerden de gevaartes onlangs terug naar de ooit door Gerrit Rietveld ontworpen campusklokkentoren.
De heringebruikname wordt maandag om half een gevierd met een (gratis) carillonconcert door UT-beiaarddocent Peter Bremer en twee van zijn vier leerlingen: TNW-promovendus Marko Sturm en dubbelstudent Edwin Berends (CT en TBK). `Het houtwerk in de cabine is hersteld, de ramen hebben zonwerend folie gekregen en het dak is gerepareerd', somt Edwin een deel van de renovaties op. `En de hele tractuur is vernieuwd,' vult Marko aan.
Tractuur?
Er volgt een lesje carillonkunde: via klavier en pedalen bedienen de beiaardiers een verticaal en horizontaal dradenstelsel dat uiteindelijk de klepels tegen de klok aan trekt. De klokken zelf hangen dus stil. `En hoe groter de klok, hoe zwaarder de klepel', legt Marko uit. `Dus anders dan bij een orgel of piano gaat het aanslaan van de tonen niet overal even licht of zwaar.'
Beide beiaardiers spelen al jaren orgel en begonnen een kleine twee jaar geleden aan hun beiaardlessen op de campus. Nu al mogen ze zich tot de gevorderde leerlingen van docent Bremer rekenen en zijn ze uitverkoren om maandag de wereldpremière te verzorgen van een opdrachtcompositie.
Op het moment dat het duo begint aan de beklimming van de carillontoren om een voorproefje te geven breekt er een hels onweer los over de campus. `Er zit een bliksemafleider op het dak', zegt Marko geruststellend. `En als het toch inslaat smelt er hoogstens een stuk van een klok', relativeert Edwin.
Boven klettert de regen op het nieuwe dak van de cabine. `Best lekker dat het nu niet meer lekt,' constateert Edwin droogjes. Marko zit achter het klavier, slaat wat tonen aan en friemelt aan een stuk tractuur. `Alleen met de juiste spanning op de draden krijg je een goede klank', legt Edwin uit. `Staan de draden te strak, dan slaat de toon dood; stel je ze iets soepeler af, dan heb je meer mogelijkheden om volumeverschillen en boventonen te laten horen.'
Het hele palet aan muzikale expressiemogelijkheden hebben de heren wel nodig bij de uitvoering van het nieuwe werk van de Zeeuwse componist Jorrit Tamminga, die vorig jaar zelf het UT-carillon bespeelde en daarbij ook eigen werk uitvoerde. De compositie van een minuut of twaalf, gesubsidieerd door het Fonds voor de Scheppende Toonkunst, zit volgens de uitvoerenden (die elk een helft van het stuk spelen) vol beweging en heftige contrasten. En elektronica. `De componist laat de elektronica live reageren op de passages die wij uitvoeren,' aldus Marko. `De klanken die elektronisch worden gegenereerd zijn aldoor weer anders. Het publiek hoort de elektronische begeleiding via boxen die onderaan het carillon staan.' Het thema van de compositie is volgens de componist ontleend aan de spectraalanalyse van een klok. De titel van het werk, Vierkant, slaat onder meer op de opstelling van de elektronica en de speakers: in een vierkant, aan weerszijden van de toren.
Sinds drie weken studeren Marko en Edwin dagelijks op het stuk, in de beiaardstudio van de Vrijhof. Het is het thuishonk van de opgeheven Campus Beiaardkring, die een rijke historie heeft. Edwin: `Er ligt een enorme stapel bladmuziek voor carillon, deels afkomstig uit een erfenis. Er zijn stukken bij die speciaal voor het UT-carillon zijn geschreven en waar in de wereld geen tweede exemplaar van bestaat. Dit jaar willen we beginnen de collectie te catalogiseren.'
De regen gutst nog steeds langs de nieuwe zonwerende ramen van de beiaardierskabine. `Mocht het maandag ook regenen, dan wordt ervoor gezorgd dat het publiek toch droog kan zitten,' verzekert Edwin. De organisatoren van Broodje Cultuur zorgen bovendien voor stoelen, kussens en lunches bij het concert, waaraan behalve Edwin en Marko ook beiaarddocent Peter Bremer meewerkt. Naast de wereldpremière staan er nog meer eigentijdse composities op het programma, deels begeleid door elektronica.
De plek van het campuscarillon maakt het mogelijk om te experimenteren met het repertoire, volgens beide beiaardiers. `Je hoeft hier minder rekening te houden met winkelend publiek,' zegt Edwin. `Natuurlijk ga je geen toonladders zitten oefenen, maar je kunt hier wel andere dingen spelen dan in de stad.' En als beiaardier zit je hier fantastisch, aldus Marko. `Bij de meeste carillons zit je in een dichte kerk- of stadhuistoren. Hier kijk je tijdens het spelen over een prachtig park. En af en toe zie je dat iemand blijft staan om te luisteren.'
Broodje Carillon, maandag 6 juni, 12.35 uur, Carillonveld. Toegang gratis.
Edwin Berends (links) en Marko Sturm studeren dagelijks op het stuk dat ze maandag ten gehore brengen