Uit het onderzoek van Oost en Sonneveld, die 21 van de 103 onderzoeksscholen in Nederland hebben bestudeerd, blijkt dat de gemiddelde promotieduur de afgelopen acht jaar structureel te hoog is geweest. Uit officiële cijfers van de VSNU blijkt dat slechts vijf procent van de promovendi het proefschrift in vier jaar afrondt, een trend die zich voortzet in negatieve zin.
De deelname van onderzoeksscholen aan het onderzoek is gebrekkig. Volgens PNN-voorzitter Olof Wiegert een teken aan de wand: `Zij worden liever niet gewezen op hun slechte prestaties op het gebied van promotierendementen, terwijl onderzoeksscholen bij uitstek een rol moeten spelen in het verbeteren van de kwaliteit van promoties in Nederland'.
De belangenvereniging van promovendi wijt de lage rendementscijfers aan het beleid van universiteiten en onderzoeksscholen als het gaat om jonge onderzoekers. Afspraken over wanneer het proefschrift `af' moet zijn, zijn meestal vaag en de eisen aan het proefschrift worden vaak tijdens het promotietraject opgeschroefd. In de alfa- en gammawetenschappen zijn de vooropleiding en de begeleiding vaak onvoldoende.
Volgens ir. Nicole Botterhuis, PNN-contactpersoon van de Eindhovense promovendivereniging PromoVE, is de lange promotieduur vooral een probleem van de alfa- en gammawetenschappen. `Landelijk gezien is het inderdaad zo dat het promotietraject te lang duurt, maar bij de TU's ligt het anders. De promotie wordt meer aangestuurd, er is meer begeleiding. Aan andere universiteiten worden promovendi minder gestimuleerd om de promotie binnen de gestelde termijn te volbrengen. Als de trend van zes jaar eenmaal gezet is, is het voor een individuele promovendus moeilijk om daar vanaf te wijken.' Dat staat ook in het rapport van Oost en Sonneveld. In 2004 hebben Koen van Turnhout en Dirk-Jan Voorn van PromoVE zelf een onderzoek uitgevoerd bij de P&O's van verschillende faculteiten om een beeld te krijgen van het promotierendement aan de TU/e. Hieruit kan blijkt dat de gemiddelde duur van een promotie aan de TU/e minder dan vijf jaar is. In het jaarverslag van de TU/e van 2003 wordt een gemiddelde promotieduur van 4,9 jaar gegeven. `Natuurlijk is dit te lang: in principe zou iedereen het werk in vier jaar moeten kunnen voltooien, maar het is niet zo schrikbarend als de nationale cijfers. De faculteit Bouwkunde steekt boven de andere faculteiten uit met een gemiddelde van 5.5 jaar', aldus Botterhuis.
Artikel ontleend aan Cursor, het blad van de TU/e