Drie maanden hanteert Bijleveld nu de voorzittershamer in het hoogste medezeggenschapsorgaan van de UT en draait hij volop mee in het overleg met de drie UR- en CvB-voorzitters van de drie samenwerkende technische universiteiten. `De aanleiding was natuurlijk uitermate vervelend', benadrukt Bijleveld, doelend op de ziekenhuisopname van UR-voorzitter Schrama.
Terugkijkend durft hij wel voorzichtig te stellen dat `de vergaderingen niet raar zijn verlopen door mijn toedoen'. Wel wil hij in UReka-kring nog eens bespreken of het verstandig is om volgend jaar weer een student aan het `risico' van het voorzitterschap bloot te stellen. `Een student kan prima vice-voorzitter van de UR zijn. Maar voor het leiden van de overlegvergaderingen met het CvB heb je wel wat UR-bagage en interne vergaderervaring nodig. Ik heb dat in driekwart jaar net een beetje op kunnen bouwen, maar dan nog komt zo'n voorzitterschap wel erg vroeg.'
Het - standaard - laten leiden van de raadsvergaderingen door een onafhankelijke, externe voorzitter is helemaal niet zo'n gek idee, vindt Bijleveld. `In Utrecht en Eindhoven gebeurt dat ook. Maar hier is niet iedereen daar voorstander van.'
Waar moest je het meest aan wennen in je voorzittersrol?
`Als fractievoorzitter kun je af en toe nog wel eens ergens tegenaan schoppen en een puntje scoren voor je partij. Dat lukt mij niet als ik ook nog eens als raadsvoorzitter de boel bij elkaar moet zien te houden, en op allerlei procedurele dingen moet letten. Scoren jullie de UReka-punten maar, heb ik tegen mijn fractie gezegd. Ik heb mijn handen vol aan het voorzitterschap.'
Wat wilde je bereiken toen je vorig jaar de raad in stapte?
`De communicatie met studenten verbeteren. De resultaten die de UR boekt zijn niet altijd even goed zichtbaar voor studenten. Daar hebben we dit jaar veel tijd in gestoken. Als je veel bijeenkomsten afloopt en ook zelf organiseert krijg je heel goed te horen wat er leeft bij studenten en krijg je de kans om uit te leggen wat de UR daaraan kan doen. Zo hebben we een heel goed contact opgebouwd met de opleidingscommissies. Dat levert ontzettend veel op. We zijn ook bezig de contacten met de faculteitsraden aan te halen, maar dat zal pas later z'n vruchten afwerpen.'
Noem nog eens een leuk UR-succesje?
`Na een slepende discussie met het CvB over het bindend studieadvies hebben we voor elkaar gekregen dat er eerst flink geïnvesteerd wordt in de studiebegeleiding voordat er sprake kan zijn van invoeren van het bsa. Inmiddels is er een pilot met studentmentoren gestart, waarbij de voormalige doegroepouders een belangrijke rol vervullen.'
Wat viel tegen?
`Soms gaan dingen best traag op de UT. We hebben ons bijvoorbeeld ingezet voor betere emailvoorzieningen en een beter vakinformatiesysteem. Daar is ook wel aan gewerkt door allerlei deskundigen en werkgroepen, maar dat kostte veel tijd en leverde weinig op. Dat is heel moeilijk uit te leggen aan studenten.
`Wat me ook tegenviel is de betrokkenheid van faculteitsraadsleden bij belangrijke UT-issues. Bij de UR-discussiebijeenkomsten over het nieuwe Instellingsplan waren er aardig wat FR-vertegenwoordigers, maar bij de sessies over het financieel verdeelmodel lieten de meesten het afweten. Terwijl de financiering van onderwijs en onderzoek toch het hart van de faculteiten raakt.'
Waarom moeten studenten stemmen?
`Vraag studenten eens op de man af waar ze zich aan storen, dan komt er vanzelf van alles los waar wij in de u-raad iets aan kunnen doen. Zodra iedere student tevreden is kunnen we de UR wel opheffen.'
Gerard Bijlefeld: …betrokkenheid van faculteitsraden valt me tegen…
