De carrière van Van Vucht Tijssen (59) speelde zich voornamelijk af in Utrecht. Dertig jaar werkte ze er, eerst als sociologe, later vanaf 1991 als lid van het college van bestuur. Ze was er verantwoordelijk voor het personeels- en arbeidsvoorwaardenbeleid. In 1999 nam ze afscheid van de universiteit.
Het universitaire wereldje liet ze echter niet geheel achter zich. Halverwege 2000 verscheen haar rapport 'Talent voor de toekomst, toekomst voor talent', dat ze in opdracht van minister Hermans opstelde. Jonge onderzoekers binnenhalen, adviseert ze daarin. Vinden en binden. Ook al is er geen plek, stel ze aan náást zittende wetenschappers en houd ze binnen.
In september 2001 werd ze benoemd tot voorzitter van de Nationale Unesco Commissie. Dankzij deze en andere lidmaatschappen van besturen en raden van toezicht, zoals de Koninklijke Bibiliotheek, Radio Nederland Wereldomroep, de Hogeschool van Amsterdam, het Institite of Social Studies en het ROC Utrecht, heeft ze ruime ervaring in het besturen van non-profitorganisaties.
Bij haar aanstelling heeft Van Vucht Tijssen al laten weten deze baan als tijdelijk te zien. Om welke periode het gaat is onbekend, wél dat ze volgende week al aan de slag gaat. Ze volgt CvB-lid Huib de Jong op die enkele maanden optrad als interim-decaan.
Lieteke van Vucht Tijssen
