Europese universiteiten zijn bang voor het vouchersysteem. Zij willen geen 'cafetaria' zijn, waar studenten even langs wippen voor een paar puntjes. Toch staat die angst een Europees studiepuntensysteem niet in de weg.
Europese studenten moeten gemakkelijk in het buitenland kunnen studeren. Daarom zal het European Credit Transfer System (ECTS) waarschijnlijk officieel worden ingevoerd in de negenentwintig landen die de Bologna-declaratie hebben ondertekend.
In die declaratie hebben de landen onder meer de invoering van het bachelor-mastersysteem afgesproken. Wie een bachelor in Parijs heeft gedaan, moet een master in Berlijn kunnen volgen. ECTS is een nadere uitwerking van de afspraken in Bologna.
Universiteiten willen echter niet dat studenten overal punten kunnen sprokkelen om dan aan een universiteit naar keuze af te studeren. Ze willen zelf hun studenten opleiden. Dat een student een tijdje in het buitenland studeert, is prima. Maar studenten mogen niet zomaar aan een willekeurige universiteit afstuderen als ze her en der hun studiepunten hebben verzameld.
Robert Wagenaar van de Rijksuniversiteit Groningen: 'Om sprokkelgedrag te voorkomen, moeten we niet alleen studiepunten invoeren, maar ook niveau-indicatoren. Met studiepunten meet je de studielast. Met de indicatoren meet je het niveau. Om aan een bepaalde opleiding af te studeren moet je niet alleen studiepunten hebben, maar ook aan de eindtermen voldoen. Het is bovendien mogelijk om in die eindtermen een aantal van je eigen blokken op te nemen.'
Om helderheid te scheppen over de eindtermen en de verschillende niveaus in Europese instellingen, is Wagenaar coördinator van het project 'Tuning Educational Structures in Europe'. 'Dat project wil iedereen combineren met ECTS. Zo krijgen we zicht op het niveau van een student die een deel van zijn studie in het buitenland heeft gevolgd.'
