Het Euregio Biotech project is fris van start gegaan. Bij een van de presentaties van het project, op de NanoBioTec beurs in oktober te Münster, viel de belangstelling evenwel tegen. Het economische tij lijkt ongunstig en echte doorbraak-technologieën in de life-sciences laten nog op zich wachten. Overigens was de beurs in Münster sterk gericht op de lezingen waardoor de publieke belangstelling voor de bedrijven- en projectpresentaties geringer was.
Dr. Nico Arfman is als manager business development voor het vierjarige Biotech project aangetrokken. Hij benadrukt dat de kracht van Biotech in het netwerk zit. Dat is inderdaad aansprekend. Naast het Euregio Biotech Center uit Münster zijn twee vakgroepen vertegenwoordigd van de Rijksuniversiteit Groningen, te weten Farmaceutische biologie en Medische biologie. De vierde partner is het Biomedisch technologisch instituut (BMTI) uit Twente. Daarvan treedt professor Jan Feijen van de CT-vakgroep Polymeerchemie & Biomaterialen als inhoudelijk eindverantwoordelijke op.
Expertise
Arfman: 'In Groningen en Münster zijn in de laatste decennia tientallen spin-off bedrijven in de biotechnologie ontstaan. De UT wil ook meer activiteiten in de life sciences. Dat sluit aan bij biomedische technologie en bij de aanwezige expertise in tissue-engineering en nanotechnologie. Verder sprak het de Europese Commissie aan dat we in Twente in het algemeen veel ervaring hebben met het opstarten van nieuwe ondernemingen, en we vallen - heel simpel eigenlijk - topografisch goed tussen de regio's Münsterland en Eems/Dollard.'
De totale projectbegroting voor Biotech bedraagt 7,3 miljoen euro. Hiervan komt ruim twintig procent voor rekening van de participerende instituten. Tachtig procent komt van het zesde Europese kaderprogramma, de Nederlandse overheid en Nordrhein-Westfalen. De UT staat circa anderhalf miljoen euro ter beschikking, inclusief een eigen bijdrage van ongeveer 350.000 euro. Naast Arfman en Feijen gaat voor dat bedrag een full-time onderzoeker aan de slag (dr. ir. Marcel Wissink) en zal dr. Wilbert Pontenagel (BMTI)
strategisch advies geven aan ondernemers die resultaten van onderzoek willen omzetten in bedrijvigheid. Verder zullen twee analisten part-time aan het project werken.
Goudoppervlak
De bedoeling is dat de onderzoeksbijdrage van dr. ir. Marcel Wissink binnen een jaar een patent oplevert. Ondermeer wordt gewerkt aan een screeningsmethode van een schakel-eiwit dat zich ophoudt in het celmembraan en dat een rol speelt bij de ontwikkeling van tumoren. Er moet een test komen waarmee de werking van mediciijnen op dit eiwit te meten is.
Wissink: 'Om te kijken of het eiwit al dan niet goed functioneert in het lichaam, gebruiken we surface plasmon resonantie apparatuur. Die is hier aan de UT ontwikkeld en door IBIS Technologies uit Hengelo op de markt gebracht. Een laser straalt onder variërende hoeken licht op een goudoppervlak met een speciale coating. Het schakel-eiwit moet selectief aan de coating binden. Uit het signaal van de gereflecteerde lasterstraal kunnen we afmeten of het te detecteren eiwit aan het goudoppervlak met de coating bindt, ook bij heel lage concentraties. De bindingsinteracties kun je direct op een beeldscherm zien.'
Apparatuur
Bij de vier deelnemers van het Biotech netwerk komen nieuwe meetapparaten te staan, zoals een confocale microscoop waarmee 3D beelden te maken zijn door een combinatie van laserlicht en fluorescerende labels op eiwitten. Voorbeelden van andere hightech apparatuur zijn: systemen voor eiwitzuivering, kweekinrichtingen voor micro-organismen (fermentoren) en een high throughput analyserobot. Met die laatste kan men op de Fachhochschule in Steinfurt grote hoeveelheden DNA-samples snel doormeten.
Wissink: 'De bedoeling is dat op de UT een Atomic Force Microscoop komt te staan. Die zal ongeveer 280 duizend euro kosten. Het principe werkt volgens een gevoelige naald die een meetoppervlak aftast en waarmee je moleculen individueel kunt zien. Bij Mesa+ kunnen ze dat in principe ook, maar wij zijn op zoek naar een apparaat dat speciaal geschikt is voor biologische monsters.'
In de nabije toekomst is het de bedoeling dat startende maar ook reeds bestaande bedrijven van de apparatuur gebruik gaan maken en bij de universiteiten en de Fachhochschule over de vloer komen. Arfman: 'Naast onderzoeksfaciliteiten leveren we advies, trainingen, en managementsupport. Ook het organiseren van seminars en het opzetten van een netwerk behoren tot de taken van Biotech. Hoofdbedoeling van het Europese project is om circa honderd nieuwe, hoogwaardige arbeidsplaatsen voor de regio te creëren of van elders aan te trekken. Die doelstelling is inderdaad erg ambitieus maar er zal ook gekeken worden naar het aantal adviezen dat we in die vier jaar kunnen geven, naar de octrooien die we binnenhalen, en naar de nieuwe samenwerkingsverbanden die we tot stand brengen.'
