Dit blijkt uit de meest recente editie van de Studie Keuze Monitor (SKM), een onderzoek dat sinds 1996 jaarlijks onder scholieren wordt gehouden. Dit jaar zijn ruim 16.000 leerlingen aan de tand gevoeld door het bureau Aromedia (onder meer uitgever van het studentenbald SUM) en de Stichting voor Economisch Onderzoek van de UvA.
De meeste vwo-scholieren (35 procent) kiezen voor het profiel economie en maatschappij; goede tweede - met 27 procent - is natuur en gezondheid. Op de laatste plaats staat het profile natuur en techniek, samen met cultuur en maatschappij: voor beide profielen kiest maar 19 procent van de vwo'ers. Bij havo-leerlingen is de belangstelling voor het techniek-profiel laag, maar stabiel: de laatste drie jaar beweegt de belangstelling zich tussen de dertien en vijftien procent.
Bij het vergaren van informatie over de vervolgopleiding van hun keuze worden de websites van de onderwijsinstellingen een steeds belangrijker medium, constateert de Keuzemonitor. In 2002 vroeg 39 procent van de scholieren elektronisch informatie aan; een jaar eerder maakte nog maar 25 procent van hen gebruik van deze mogelijkheid.
Volgens de ondervraagde scholieren heeft de UT de beste website: met een waardering van 3,93 op een schaal van 5 voert de UT de ranglijst aan. De plaatsen twee tot en met vijf worden ingenomen door sites van hogescholen; op de zesde plaats volgt de site van de Universiteit Utrecht, waarna de volgende universiteitssite pas weer op plaats 11 opduikt (VU Amsterdam).
De Studiekeuzemonitor deed ook onderzoek naar het moment waarop middelbare scholieren hun studiekeuze bepalen. Opmerkelijk is dat zich hierin de laatste vier jaar nauwelijks veranderingen hebben voorgedaan. Dit in tegenstelling tot de veelgehoorde verzuchting van beleidsmakers en instellingsmarketeers dat aankomende studenten zich steeds later inschrijven. 'Hierbij ligt het duidelijhk niet aan het keuzemoment van scholieren,' aldus de SKM. 'Instellingen kunnen de hand in eigen boezem steken, aangezien zij steeds later sluiten voor inschrijving.'
Uit het SKM-onderzoek blijkt dat ongeveer een kwart van de vwo-scholieren altijd al wist wat ze willen studeren, nog eens ruim een kwart bepaalt zijn keuze al definitief in het voorlaatste studiejaar en ruim veertig procent doet dat in het laatste jaar.
Een vergelijking van de studiekeuzes van allochtone en autochtone leerlingen wijst uit dat allochtonen op wo-niveau vaker een wat exactere studie kiezen dan autochtone leerlingen: 22 procent van de allochtone vwo'ers kiest bijvoorbeeld voor economie, tegen 14 procent van de autochtonen. Over de voorkeur van allochtone vwo'ers voor technische wo-opleidingen geven de gepubliceerde onderzoeksresultaten geen uitsluitsel.
