De universiteiten van Twente, Delft en Eindhoven kondigden vorige week aan hun krachten te bundelen. Bachelor- en masters worden onderling afgestemd, de onderzoekszwaartepunten tegen het licht gehouden en de concurrentie grotendeels overboord gezet. Op deze pagina de opinies van een aantal UT-betrokkenen.
UT is al klein genoeg
H. Alblas, directeur van de opleiding Telematica, is van mening dat bij het afstemmen van het bachelor- en masteronderwijs de drie TU's heel duidelijk moeten vaststellen waar hun eigen specialisaties liggen. 'De UT is de enige universiteit die de opleiding Telematica aanbiedt. Wij hebben daarin een andere positie dan bijvoorbeeld Civiele Techniek. Ik zie daarom Delft nog geen bachelor in Telematica ontwikkelen. Dan moeten ze ook bewijzen dat daar voldoende animo voor is.'
Zijn reactie op de plannen van de drie CvB's is gematigd. 'Ik heb dit wel moeten vernemen uit het UT-Nieuws en andere kranten.' Alblas kan nog niet zeggen of hij heil ziet in de samenwerking van de TU's. 'Het overkomt je gewoon. Mijn ervaring is wel dat te hard snijden in opleidingen averechts werkt'. Zoals twintig jaar geleden tijdens de landelijke bezuinigingsoperatie 'taakverdeling en concentratie' toen onder andere tandheelkunde bijna van de kaart verdween. 'Aan tandartsen is nu een groot tekort.'
Alblas wil het college van bestuur wel waarschuwen. Hoewel hij van mening is dat er gezien de financiële problemen van de TU's 'iets' moet gebeuren, benadrukt hij dat de UT 'al zo'n kleine universiteit is'. 'En dat maakt kwetsbaar. Straks wordt de UT zo klein, dat de politiek besluit om Twente van de kaart te halen. We moeten ons blijven profileren.'
Koek verdelen is het beste
G. van Lieshout, opleidingsdirecteur Civiele Techniek: 'Veel meer dan wat er vorige week in jullie krant stond heb ik niet te vertellen. Ik wist natuurlijk wel dat dit speelt, maar het zit nog wat meer op CvB-niveau en is nog niet echt ingedaald, om dat woord maar eens te gebruiken.' Hij vertelt dat er vanuit civiele techniek dan ook nog geen contact is geweest met de collega's uit Delft. 'Dat stadium breekt nu pas aan.'
Van Lieshout vindt de plannen van het college zinvol. 'Dat de bachelors en de masters straks moeiteloos op elkaar aansluiten vind ik een goede zaak. Bovendien kampen we hier in Twente bij civiele techniek met een dalende instroom. Dan lijkt het me beter om samen te werken dan elk jaar met peperdure pr-acties elkaar studenten af te snoepen. De koek verdelen is in zo'n geval het beste.'
Tegen het eventueel ombouwen van de opleiding ziet Van Lieshout niet op. 'Dat valt wel mee. Onze opleiding is sterk modulair ingericht, met die modules valt gemakkelijk te schuiven. Ik zie daar niet tegenop.' Van Lieshout verwacht het komende jaar tot meer inhoudelijke afspraken met Delft te komen.
TW: behoedzame inventarisatie
'Verregaande afstemming tussen de drie TU's? Formeel is dat nieuw voor mij', reageert TW-opleidingscoördinator Frank Twilt. 'Maar bij wiskunde is er al een tijdje vrij intensief overleg tussen de drie opleidingsdirecteuren. Wij zijn al bezig met het inventarisatieproces, dus wat dat betreft zijn we de bestuurders een stap voor. Het belangrijkste doel is om onze masteropleidingen toegankelijk te maken voor elkaars studenten. Dat doen we niet om alleen maar vriendelijk voor elkaar te zijn, maar we kijken ook in detail naar de inhoud en zorgen ervoor dat we er een studeerbaar programma van maken. Het moet niet zo zijn dat we studenten aan elkaars opleiding laten beginnen en pas daarna constateren wat er niet klopt. Er moeten geen ongelukken gebeuren tijdens de rit.'
Ook de bachelorprogramma's van de drie technische wiskundeopleidingen worden tegen het licht gehouden en zullen volgens Twilt waarschijnlijk 'wat breder' worden dan de eerste drie studiejaren van de huidige opleiding. Van taakverdeling en specialisatie in de curricula is pas sprake bij de masterprogramma's. Afstemming moet ertoe leiden dat er straks 'niet op drie plaatsen hetzelfde gebeurt.' Om dat te voorkomen, zullen de drie verschillende opleidingen elk hun eigen profiel aanscherpen en specialisaties inbouwen. Twilt: 'Ik kan me voorstellen dat wij vooral iets doen met Financiële Wiskunde, om maar een voorbeeld te noemen. Of dat ook betekent dat we andere dingen niet meer doen, durf ik nu nog niet te zeggen. Over de drie tu's genomen zal het aantal wiskundeleerstoelen misschien iets teruglopen en zal er een zekere schifting plaatsvinden bij elk van de drie opleidingen. Maar we zitten nu nog midden in het inventarisatieproces en dat moeten we uiterst behoedzaam voortzetten.'
