Aanbieders van topmasters krijgen mogelijk toch de vrijheid krijgen om hogere collegegelden te heffen en studenten te selecteren. Een voornemen hiertoe staat in de onderwijsbegroting 2003.
Een klein jaar terug stak de Tweede Kamer nog een stokje voor hoge collegegelden en selectie van studenten. De toeganke-lijkheid van het onderwijs zou erdoor in gevaar komen, meende een meerderheid van links, CDA en klein rechts.
De troetelkindjes van oud-minister Hermans maken nu meer kans door de intrede van de LPF en een wijziging van het CDA-standpunt. De coalitiepartners hebben de 'collegeld-differentiatie' en de selectie van studenten opgenomen in hun strategisch akkoord.
Ook OC&W maakt zich zorgen om de gevolgen van hoge college-gelden. Het departement spreekt van de 'noodzaak om stil te staan bij een voorziening in de studefinanciering' om de toegankelijkheid van het hoger onderwijs te waarborgen.
Overigens heeft de studiefinanciering in de huidige vorm haar langste tijd gehad. OC&W wil naar een stelsel dat 'recht doet aan verregaande differentiatie en flexibilisering in het hoger onderwijs'. Eerder concludeerde het Centraal Planbureau al dat de overheid fors kan besparen door de studiefinanciering te vervangen door een voorschot, dat na de studie wordt terugbetaald via een inkomensafhankelijke belasting. Het ANP meldt dat staatssecretaris Nijs de studietaks als één van de opties ziet. OC&W kan dat niet bevestigen.
Ook voor het overige ademt de onderwijsbegroting 2003 de geest van Hermans. Verdere deregulering moet de weg vrijmaken naar betere (internationale) profilering van instellingen. Waarschijnlijk volgt ook een nieuwe poging om fusies tussen instellingen formeel toe te staan, zodat ze de schaalvoordelen beter kunnen benutten.
Er komen nieuwe experimenten met vouchers, een soort strippen-kaarten waarmee studenten bij verschillende instellingen onder-wijs kunnen kopen. Dit systeem werd door Hermans gezien als dé remedie tegen (vermeend) geknoei met studentenaantallen, die nu nog een belangrijke grondslag vormen voor de bekosting van de instellingen.
