De Universitiet van Amsterdam is de meest vergrijsde universiteit van Nederland. Maar liefst 43 procent van het wetenschappelijk personeel is de 50 gepasseerd, constateert Folia, en dat percentage ligt 15 procent hoger dan het landelijk gemiddelde. Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat de UT zo ongeveer het jongste personeelsbestand van alle universiteiten heeft. In Twente is het percentage wetenschappers onder de 35 jaar veruit het hoogst: met bijna 50 procent verslaat Twente Eindhoven met een paar procentpunten. De categorie vijftigplussers is aan de UT met ruim 20 procent zo klein, dat alleen Maastricht en Nijmegen nog een fractie lager kunnen scoren. Omdat berekeningen uitwijzen dat in 2008 eenderde van het wetenschappelijk personeel met pensioen gaar, maakt de UvA zich zorgen en kondigt een 'generatieoffensief' aan. Utrecht pakt het anders aan: daar heeft men het niet over 'de grijze prop' maar over 'zilvergrijs kapitaal'. Dat zijn wetenschappers die na hun pensionering niet achter de geraniums gaan zitten maar gewoon door blijven doceren en onderzoeken. Met een salaris dat voor het grootste deel betaald wordt door de pensioenfondsen.
Delft en Leiden deserteren uit de onderzoeksvisitatie voor natuurkunde en informatica. Delta meldt dat de colleges van beide universiteiten geen brood zien in de kwaliteitsbeoordeling van hun onderzoek in deze twee disciplines, omdat volgend jaar een nieuwe methode wordt ingevoerd. Een visitatie volgens de oude criteria, terwijl de nieuwe al bekend zijn, is volgens de twee randstaduniversiteiten 'onlogisch en demotiverend'. De VSNU is niet blij met de dwarsliggers, maar zet de visitatie onder de acht andere instellingen met natuurkunde- en informaticaonderzoek gewoon door. Een VSNU-woordvoerder wijst erop dat alle universiteiten hebben afgesproken elke discipline tweemaal aan de keuring te onderwerpen. Maar sanctiemogelijkheden tegen deserteurs zijn er niet.
De Campuskrant van de KU Leuven heeft een reportage over het bierlaboratorium van de faculteit land- en tuinbouwwetenschappen. 'Ons labo is een beetje eigenaardig', bekent de Belgische hoogleraar in kwestie. 'De buitenwereld zal wel eens lacherig doen over ons, maar dat stoort ons niet. Bier is een belangrijk product en het zou naïef zijn het niet te bestuderen. De apparatuur om al die honderden componenten en vluchtige stoffen te detecteren en te kwantificeren is niet alleen heel duur, maar vergt ook een grote technologische expertise. Vandaar dat onze afgestudeerden zonder problemen werk vinden in de sector.' Een van de onderzoeksgebieden betreft het doorgronden en sturen van het flocculeren, oftewel het samenklitten van gistcellen op het einde van het gistingsproces, dat van invloed is op tal van eigenschappen van het bier. De Belgen zijn niet de enigen die zich wetenschappelijk verantwoord met bier bezig houden. Voor het intensief fundamenteel onderzoek naararomavorming door gist werkt het Leuvense lab samen met onderzoeksinstituten in Stellenbosch en Oxford.
