Het onderzoek van Svensson onder de UT kiezers naar hun ervaringen met elektronisch stemmen (zie UT-Nieuws van 20 juni) laat zien dat elektronisch stemmen nog niet soepel verloopt. Naast de door Svensson gesignaleerde praktische problemen is er ook een juridisch bezwaar tegen de gang van zaken. Om het elektronisch stemmen mogelijk te maken was aanpassing van het kiesregelement noodzakelijk. Dat liet namelijk alleen geheime schriftelijke stemming toe. Artikel 26 van het nieuwe reglement UR 2002 bepaalt nu dat de kiezer zijn stem (uitsluitend) elektronisch kan uitbrengen. Helaas is het kiesreglement UT daarmee in strijd met de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de bestuursorganisatie van en medezeggenschap in universiteiten (modernisering universitaire bestuursorganisatie) (art. 9.31 lid 6). Dit artikel bepaalt namelijk dat de verkiezing van U-raadsleden plaatsvindt bij geheime schriftelijke stemming. Een interessante vraag is daarmee wat de geldigheid van de verkiezingsuitslag is.
Ronald Leenes, BSK
