Bij de afgelopen universiteitsraadsverkiezingen, de eerste digitale in de UT-historie, slaagde 17 procent van het UT-personeel er niet in om zijn stem via het internet uit te brengen. Van de BSK-medewerkers struikelde maar liefst 52 procent over de digitale barrière. Daarentegen haakte slechts 5 procent van de studenten af na een of meer pogingen.
Dit blijkt uit een enquête die BSK-docent Jörgen Svensson samen met vier student-assistenten hield, direct na de sluiting van de digitale stembussen, vorige week woensdagmiddag. De oorzaak van het niet onaanzienlijke stemmenverlies zit hem volgens Svensson in het geharrewar met user names en passwords.
'Studenten loggen altijd met dezelfde gebruikersnaam en met hetzelfde wachtwoord in. Medewerkers gebruiken op hun werkplek vaak hele andere inlognamen en passwords dan ze ooit van het CIV hebben gekregen. De meesten zijn de originele al lang weer vergeten of kwijtgeraakt. Dan kun je wel weer nieuwe aanvragen, maar sommige medewerkers snappen dat niet of nemen gewoon de moeite niet.'
Daarmee is meteen het gedaalde opkomstpercentage onder de medewerkers deels verklaard. De 24 procent zou volgens Svensson 'aanzienlijk hoger' geweest zijn, als de stempogingen - die door 45 procent van de medewerkers wel degelijk werden ondernomen - niet waren mislukt.
Een kraskaartje meesturen met de stembescheiden, met daarop eenmalige inloggegevens, zou de volgende keer het stemmenverlies volgens Svensson sterk kunnen verminderen.
Svenssons onderzoeksgroep verzamelt sinds twee jaar in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken gegevens over digitale verkiezingen in het buitenland. Persoonlijk ziet Svensson digitale kamerverkiezingen niet zo zitten, mede gezien het feit dat een hoog percentage hoger opgeleiden niet in staat blijkt te zijn om zijn stem uit te brengen. 'Als je al over wilt gaan op digitaal stemmen, moet je in ieder geval een papieren alternatief blijven aanbieden.'
