In de nota wordt wel aanbevolen de aanstelling (binnen de afdelingen) van %studentenvertrouwensmannen% te overwegen, voorzover daar al niet sprake van is. Studenten zouden daar met hun problemen terecht moeten kunnen, dan wel door hen doorverwezen moeten worden al naar gelang de aard van de problemen. Verder zou iedere afdeling moeten beschikken over een vaste studieadviseur of -coördinator.
Met de studiebegeleiding van tweede- en derdejaars lijkt het dus nogal mee te vallen. Het college noemt een adaquate studiebegeleiding een karakteristiek sterk punt van de THT dat behouden dient te blijven. 'Begeleiding van de student in de onderwijssituatie is een belangrijk element van studentenbeleid. Dat wordt gedefinieerd als een beleid dat gericht is op al die aspecten van de leer- en leefsituatie die relevant zijn voor een optimaal studieverloop van de student', aldus het CvB dat benadrukt dat alleen al de bestaande beperking van de inschrijvingsduur reden is om een adequaat systeem van studiebegeleiding voorhanden te hebben, 'zij het dat studiebegeleiding in het tweede en derde jaar niet in alle gevallen zo intensief hoeft te zijn als in het eerste studiejaar. Bij een goed systeem van studiebegeleiding verloopt deze idealiter van intensief actief naar alert passief van de zijde van de afdeling. Het proces van zelfstandig toegroeien naar afronding van de studie dient hier gestalte te krijgen', aldus het CvB.
Het college constateert tevens dat er tussen de afdelingen verschillen bestaan in de intensiteit waarin studiebegeleiding wordt geboden. (...)