Prof.dr.ir J.J.Krabbendam , hoogleraar technisch management en organisatiekunde (opleiding TBK): 'Ik betreur het dat er geen reguliere opleiding geneeskunde komt. Met zo'n stevige opleiding zou de UT, maar ook de lokale gezondheidszorg, eindelijk de mogelijkheid hebben om te groeien. Een enorme stimulans. Of dat ook geldt voor technische geneeskunde, daar zet ik mijn vraagtekens bij. Hoe reageren de reguliere artsen hierop? Zien zij het als een volwaardige nieuwe professie? Pas dan heb je immers echt wat in de melk te brokkelen en kun je een bijdrage leveren aan de huidige situatie in de gezondheidszorg. Daarbij, de UT biedt al drie opleidingen met een applicatie in de gezondheidszorg: geneeskunde & management, gezondheidswetenschappen en biomedische technologie. Hoe vernieuwend technische geneeskunde is moet ik nog zien. Ik ben in de aanloop naar deze opleiding niet betrokken, dus ik weet niet of er sprake is van een bepaalde overlap. Of deze nieuwe studie een bedreiging is voor het vakgebied geneeskunde & management? Zo zie ik dat niet. Het is goed als een student meer keuzemogelijkheden heeft. De medische poot op de UT wordt natuurlijk versterkt. Dat zou een gunstig effect kunnen hebben op de kwaliteit van de medische opleidingen.'
Prof.dr.A.G.J.M. van Leeuwen , hoogleraar clinical applications of biomedical optics (opleiding biomedische technologie): 'Prachtig, zo'n nieuwe opleiding. In eerste instantie was ik lichtelijk teleurgesteld dat de opleiding geneeskunde was afgeblazen, maar ik ben van mening dat het alternatief heel goed in het straatje van de UT past. Waar zijn deze nieuw opgeleide 'technische artsen' straks toepasbaar? In principe is het niveau vergelijkbaar met die van een basisarts, daarna is een specialisatie vereist. Zijn die mogelijkheden aanwezig? Ik voorzie nog genoeg knelpunten, waar wellicht ook weer simpele oplossingen voor zijn. Natuurlijk heb ik nagedacht over mijn aandeel in deze opleiding. Er zou een overlap kunnen zijn met mijn colleges bij biomedische technologie. Maar dat is nog lastig te concretiseren.'
Dr.ir. H. van de Kooij , revalidatietechnologie (faculteit CTW): 'Er zal zeker behoefte zijn aan technische artsen. Vooral sommige specialismen hebben zeer veel te maken met techniek. Neem bijvoorbeeld een anesthesist, die is continu gefocust op het monitoren van de patiënt middels allerlei complexe apparatuur. Wat betreft revalidatietechnologie zie ik dat minder: naar mijn mening is de revalidatiegeneeskunde anno 2002 niet een typisch medisch specialisme. Ik juich deze opleiding toe, met name met het oog opeen betere inbedding en afstemming van ons onderzoek. Mocht de vakgroep biomedische werktuigbouw een aandeel in de nieuwe opleiding leveren, dan ligt er op dit gebied veel werk te wachten. Onze relatief kleine groep is vooral gespitst op onderzoek en sinds kort ook intensief betrokken bij de opleiding biomedische technologie. Voor meer onderwijs zal dan extra personeel moeten worden aangetrokken.'
Dr. A. Spil , ICT in de gezondheidszorg (opleiding TBK). 'Technische geneeskunde past beter bij het eigen profiel van de UT. ICT is belangrijk, healthcare is belangrijk, nu komen deze samen in een opleiding. Voor mij, als arealeader healthcare is vast een rol weggelegd in het curriculum, hoewel ik daarover nog geen concrete gedachten heb. Bij een toekomstig technisch arts kan ik me wel een voorstelling maken: er is absoluut een markt voor. Zo zie je tegenwoordig dat leveranciers van alle kanten met ICT-apparatuur komen aanzetten, terwijl ze daarbij geen rekening houden met de gebruiker. Een technisch arts zou een brug tussen die leverancier en gebruiker kunnen slaan. Of wat te denken van een intermediaire functie, tussen arts en patiënt. De patiënt stuurt een emailtje naar de dokter en krijgt antwoord. Maar wie beheerst de technologie van zo'n systeem en kan ook beoordelen of zo'n antwoord betrouwbaar is?'
Prof.dr. M.J.Peters , hoogleraar biomagnetisme (opleiding biomedische technologie): 'Ik heb goed over deze toekomstige opleiding nagedacht. Mijn conclusie: fantastisch. Artsen besteden nu veel tijd aan het stellen van een diagnose. Technische artsen moeten dat niet doen, maar zich uitsluitend bezig houden met bijvoorbeeld het repareren van een bot. Erg jammer, dat ik volgend jaar 65 jaar word en met pensioen ga. Anders had ik graag mijn bijdrage geleverd. Het zal wel blijven bij het schrijven van een dictaat.'
