'Je kunt niet meer om de gezelligheidsverenigingen heen', stelt Tonnie Buitink onomwonden vast. De medewerker van BCC De Vrijhof is sinds jaar en dag nauw betrokken bij de introductieperiode en van mening dat dit type verenigingen niet langer moet worden buitengesloten. 'Er is sprake van een trend om (ook) lid te worden van een gezelligheidsvereniging. In de 'oudere' universiteitssteden bestaat dit type vereniging al veel langer, aldus Buitink die daarom spreekt van 'een inhaalmanoeuvre'.
Aangezien er een duidelijke band is met de UT, moet je volgens hem de verenigingen de ruimte geven om zich te presenteren tijdens de introductieperiode. Het moet daarbij wel om het verstrekken van informatie en niet primair om ledenwerving gaan. 'Goede afspraken tussen de IK en verenigingen over het punt van werving zijn daarom belangrijk. Ik ben overigens van mening dat de toename van de verhuur van ruimten aan derden een groter gevaar voor het studentenleven op de campus is dan de opkomst van de gezelligheidsverenigingen.' (...)