Interview met mezelf

| Redactie

Vraag: wat doe je als je merkt dat je via de medezeggenschap op decentraal en centraal niveau niet gedaan krijgt wat jij en je achterban willen? Antwoord: je schrijft in arren moede een brief aan het UT-nieuws Vraag: wat is het probleem? Antwoord: ongewenste besluitvorming met betrekking tot de facultaire herindeling, in het bijzonder voor TW. Binnen TW zijn de meesten tegen opdeling van de facult

Vraag: wat doe je als je merkt dat je via de medezeggenschap op decentraal en centraal niveau niet gedaan krijgt wat jij en je achterban willen?

Antwoord: je schrijft in arren moede een brief aan het UT-nieuws

Vraag: wat is het probleem?

Antwoord: ongewenste besluitvorming met betrekking tot de facultaire herindeling, in het bijzonder voor TW. Binnen TW zijn de meesten tegen opdeling van de faculteit, vooral omdat dat, ook volgens de visitatiecommissie, rampzalig voor de opleiding is en omdat het zeer nadelig kan uitpakken voor de positie en organisatie van het serviceonderwijs in de wiskunde. Als vervolgens de vraag wordt gesteld bij welke faculteit TW als geheel dan zou moeten aansluiten, lopen de meningen uiteen. Deels is men voor een faculteit met plakplaatje ICT , deels voor plakplaatje Science. Allen vinden echter dat, voordat een dergelijke gezamenlijke keuze gemaakt zou kunnen worden, er een gesprek moet plaatsvinden met de mogelijke partners over gezamenlijke doelstelling(en), organisatievorm en middelenverdeling van die nieuwe faculteit.

Vraag: wie veroorzaakt het probleem?

Antwoord: eerst verantwoordelijke is het college en zijn werkgroepen. Zij hebben met hun werkwijze op zijn minst de indruk gewekt dat de keuze van leerstoelhouders bepalend is voor de facultaire herindeling; naar de faculteitsraden wordt niet noemenswaardig geluisterd; het college heeft geen strategische discussie op middenniveau met betrekking tot de facultaire herindeling tot stand gebracht; zij moeten bevorderen dat eerst inhoudelijk over samenwerking binnen een toekomstige faculteit wordt overlegd, na overeenstemming op hoofdlijnen een besluit over de vorming van die faculteit nemen, en dan pas de benoeming van een beoogd decaan in gang zetten. Maar in zijn tijdpadneurose heeft het CvB de decaanbenoemingsprocedure al eenzijdig vastgesteld en moeten vanuit onwillige faculteiten commissies worden ingesteld voor het opstellen van het profiel van een decaan van een faculteit, waarvan het profiel en organisatievorm onbekend is.

Mede verantwoordelijk zijn natuurlijk ook decanen en andere facultaire managers, die bilateraal dergelijke processen hadden moeten (proberen) afdwingen. En ook de medezeggenschap had (nog) duidelijker naar buiten moeten treden met betrekking tot de knelpunten in de besluitvorming en de gevolgde procedure.

Vraag: wat is de oplossing van het probleem?

Antwoord: waar er overeenstemming en draagvlak is voor faculteitsvorming moet het groen licht natuurlijk gegeven worden. Waar dat niet het geval is, niet. Daar moet voor verstandige besluitvorming nog een extra slag gemaakt worden. De bewering dat het nog slechts om het verwaarloosbare aantal van minder dan 5 % van de leerstoelen gaat, gaat niet op: het gaat om hele faculteiten: TW, EL en hun mogelijke samenwerkingspartners.

Vraag: nog een hartenkreet?

Antwoord: laten we de middelpuntvliedende krachten van eigen, bestuurlijke en korte-termijn-belangen bedwingen door in te zetten op zorgvuldige en zo breed mogelijk gedragen besluitvorming. Het zou het CvB in dat kader sieren bij de decaanbenoemingen zichzelf een meer afstandelijke rol toe te kennen. Het is immers niet zo dat het geschonden vertrouwen en gezag weer volledig hersteld is.

Vraag: hoe is dit interview bevallen?

Antwoord: heel goed, leuke vragen ook.

Dick Meijer, TW-er


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.