Na mijn rechtenstudie heb ik mij gespecialiseerd in geweldsdelicten. Ik verdedigde de daders. Ja, dat ze het gedaan hadden stond meestal wel vast. Hun vuistafdrukken stonden op de slachtoffers. De vraag was alleen in hoeverre het ze viel aan te rekenen.
Het merkwaardige fenomeen doet zich voor dat het steeds dezelfde mensen zijn die in elkaar worden geslagen. Dat begint al op de basisschool. Voor verkrachtingen geldt hetzelfde. Na een paar jaar advocatuur herkende ik op straat al de mensen die binnenkort weer huilend in de getuigenbank zouden komen te staan. Dan moest ik alleen nog even afwachten wie het vuile werk zou gaan opknappen. Ik zeg niet dat de schuld hiermee bij de slachtoffers ligt, maar ik denk wel dat de samenleving een stuk beter af zou zijn wanneer deze mensen veilig zouden worden weggeborgen. Preventief. Maar dat was in mijn tijd niet aan de orde. Alleen criminelen mochten worden weggeborgen.
Tegenwoordig wordt hierover iets genuanceerder gedacht. Onlangs heeft een Nederlandse vrouw zich met een nieuwe identiteit in de VS kunnen vestigen op kosten van de Nederlandse Staat. Haar Nederlandse familie poogde haar keer op keer te vermoorden. Ze heeft een nogal grote familie. Daartoe reikt onze celcapaciteit niet. Het wegbergen van het slachtoffer is dan blijkbaar toch een aanvaardbare oplossing. Maar inmiddels houd ik mij niet meer met geweldsdelicten bezig.
Mijn aandachtsgebied is verlegd naar vermogensdelicten. Ik verdedig bedrijven en organisaties die worden verdacht van fraude. Veel verschil met mijn vroegere werk is er niet. Ook hier worden steeds dezelfden gedupeerd. Bouwfraude, hbo-fraude, het slachtoffer is telkens weer de overheid. Alsof ze er om vraagt. En dan kunnen we wel alle ondernemers en alle scholen in de beklaagdenbank zetten, maar daar wordt de economie niet beter van. Dat is alleen goed voor mijn portemonnee.
Dat de Nederlandse overheid zo gemakkelijk wordt belazerd mag niemand verwonderen. De Nederlandse overheid zelf is één grote frauderende organisatie. Die affaire rond de ESF-gelden is eerder regel dan uitzondering. De vergelijking met Enron dringt zich op. Of het nu is vanwege de aandelenkoers of vanwege de verkiezingen, voor de eindverantwoordelijken is het tonen van mooie cijfers van zo'n wezenlijk belang, dat alleen de accountants en ambtenaren die deze met veel creativiteit weten te presenteren zich kunnen handhaven. In de onderwereld gelden de regels van de onderwereld. Dus wie de overheid van dienst wil zijn, dient zich de mores van de overheid eigen te maken.