De VSNU wil zo snel mogelijk met de vakbonden praten over de verstoorde onderlinge verhoudingen. In een brief nodigt de universiteitenvereniging ze uit voor een gesprek.
Half januari schortten de bonden alle overleg met de universiteiten over de lopende cao voor onbepaalde tijd op. Zij konden het niet met de werkgevers eens worden over de verdeling van de zogenoemde Van Rijngelden. De universiteiten kregen meer dan veertig miljoen euro om het werk aantrekkelijker te maken en de achterstand met de arbeidsvoorwaarden in de private sector in te lopen.
Volgens de vakbonden bleek overleg over de verdeling van het geld, omdat de VSNU geen onderhandelingsmandaat zou hebben. De universiteiten bieden hun brancheorganisatie geen ruimte om op centraal niveau te praten, omdat ze liever op lokaal niveau afspraken maken. De bonden besloten daarom voorlopig ook niet met de plaatselijke colleges van bestuur om de tafel te gaan zitten.
AbvaKabo-onderhandelaar Arno Lammeretz noemde de gang van zaken symptomatisch voor de onderlinge verhoudingen. 'Het lijkt wel of hun mening afhankelijk is van wie er precies bij hun laatste bestuursvergadering aanwezig was. Zo valt er niet te overleggen.'
De onderhandelaars botsten al eerder over vergelijkbare kwesties. Zo wilde de VSNU vorig jaar geen centrale afspraken maken om de wachtgeldproblematiek van jonge promovendi op te lossen.
De VSNU reageerde geschrokken. In mei loopt de huidige cao voor de universiteiten af, en dus moeten werkgevers en werknemers zo snel mogelijk weer met elkaar overleggen. 'Als de bonden het gevoel hebben dat we ze niet serieus nemen, moeten we dat zo snel mogelijk verhelpen', zegt een woordvoerder. De universiteitenvereniging stuurde de bonden gisteren een uitnodiging voor een gesprek, dat begin maart moet plaatsvinden. 'Daarin willen we achterhalen wat precies de pijnpunten zijn, om zo snel mogelijk weer 'on speaking terms' te komen.'
