Ook op andere punten zal het voorstel van minister Deetman aanzienlijk gewijzigd worden, maar de basisgedachte van het stelsel blijft wel degelijk overeind. De stemmingen hebben waarschijnlijk over twee weken plaats.
De verhoging van de bijdragevrije voet van f 21.000 naar f 26.000 zal bekostigd worden uit een verlaging met f 375 van de basisbeurs, dat wil zeggen van dat deel van de beurs dat alle studenten krijgen. Uit deze verlaging zal overigens nog meer betaald kunnen worden: bijvoorbeeld een verhoging van de studiekostenvergoeding van f 700 naar f 800.
Deze verlaging van de basisbeurs blijft echter ver onder de verlagingen die eerder becijferd waren. Dat komt omdat de verhoging van de bijdrage van ouders die meer dan f 26.000 verdienen nu sneller zal gaan dan oorspronkelijk door Deetman werd voorgesteld.
PvdA en CDA konden zich beide in een dergelijke versnelling van de lastenverzwaring vinden, omdat die neerkomt op een meer gespreide verdeling van de lasten over de laagbetaalden en de hogerbetaalden.
Over twee punten konden de parlementariërs het nog niet eens worden. Een meerderheid is het er wel over eens dat de leeftijdsgrens voor recht opstudiefinanciering bij de dertig jaar gelegd moet worden, maar dat alleen als er een mogelijkheid komt om met behoud van uitkering te studeren.
Dat is voor het kabinet een moeilijk punt, omdat dan de Algemene Bijstandswet moet worden herzien: het recht op bijstand is nu gekoppeld aan beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt. (...)
