Klare taal over de voetangels en klemmen van een promotie

| Redactie

Een full-time baan als postdoc bij Bestuurskunde had hij liever niet, want hij moest en zou ook nog dat boekje schrijven. Nu ligt het er: 'Promoveren. Een wegwijzer voor de beginnend wetenschapper'. Auteur: Herman Lelieveldt, politicoloog en ervaringsdeskundige. 'Het omwille van de leesbaarheid veelvuldig gebruik van de gebiedende wijs, wekt wellicht de indruk dat ik zelf de ideale promovendus ben

Een full-time baan als postdoc bij Bestuurskunde had hij liever niet, want hij moest en zou ook nog dat boekje schrijven. Nu ligt het er: 'Promoveren. Een wegwijzer voor de beginnend wetenschapper'. Auteur: Herman Lelieveldt, politicoloog en ervaringsdeskundige.

'Het omwille van de leesbaarheid veelvuldig gebruik van de gebiedende wijs, wekt wellicht de indruk dat ik zelf de ideale promovendus ben geweest en het allemaal beter weet. Het tegendeel is het geval,' bekent Lelieveldt in zijn voorwoord.

Zijn promotieonderzoek deed Lelieveldt in Nijmegen, in vijf jaar: een jaar langer dan gepland. Op zich niet ongewoon, want de statistieken wijzen uit dat slechts een kleine veertig procent van de alfa- en gamma-promovendi en bijna zeventig procent van hun bèta-collega's zijn proefschrift binnen vier jaar afrondt. 'Maar ik had het makkelijk in vier jaar kunnen doen, met een beter resultaat,' constateert Lelieveldt achteraf.

'Ik heb veel momenten gehad, waarop ik dacht: 'Als ik dat eerder had geweten, dan had dat een heleboel ellende gescheeld.' Ongetwijfeld hebben een heleboel promovendi dat gedacht. En er zijn er waarschijnlijk ook al honderden geweest die na hun promotie dachten of zeiden dat ze hun ervaringen zouden moeten opschrijven. Alleen dat had tot nu toe nog nooit iemand gedaan.'

Nadat Lelieveldt tijdens zijn promotieonderzoek zelf in een dip was beland en meer mensen had gesproken die vast waren komen te zitten, nam hij zich voor om zijn ervaringen, tips en waarschuwingen te bundelen en vast te leggen voor de komende generatie promovendi en andere beginnende wetenschappers.

Dat was tegen de Kerst van 1998, een jaar voor zijn eigen promotie. Maar van het echte schrijfwerk kwam het pas in februari 2001, toen hij in Twente bij de BSK-vakgroep politicologie een aanstelling kreeg als postdoc. In zijn vorige functie, bij een adviesorgaan van het ministerie van VWS, bleek een vierdaagse werkweek niet te combineren met het schrijven van een boek, dus opteerde hij bij Bestuurskunde voor een driedaags contract. En het boek kwam er. Maar liefst drie uitgevers toonden interesse en sinds december ligt het in de winkel.

Op een toegankelijke, overzichtelijke manier en in een buitengeoon heldere stijl behandelt Lelieveldt in honderd pagina's het hele proces van promoveren - van oriëntatie tot postpromotiedip - en een groot aantal valkuilen waaraan de beginnende wetenschapper moet zien te ontkomen.

'Om te beginnen zijn de meeste beginnende wetenschappers te ambitieus. Die willen een kathedraal bouwen, met als gevolg dat ze een onvoltooid bouwwerk afleveren. Begin maar eens met een dorpskerkje, dat is al moeilijk genoeg. Maak rustig een plan dat voor je gevoel te klein lijkt, want daar krijg je toch wel je handen aan vol.'

Zelf worstelde Lelieveldt te lang met een onderzoeksvoorstel dat er al lag, maar door een ander was geschreven. 'Zoiets moet je van tafel durven te vegen. Die dingen zijn vaak geschreven om geld mee binnen te halen voor het onderzoek, maar het plan zelf hoeft wetenschappelijk nog niet helemaal doortimmerd te zijn. Als je te lang blijft doorwerken met een probleemstelling die niet goed is, gaat de rest ook fout. Vooral in de sociale wetenschappen zie je vaak dat mensen niet goed weten waarnaar ze nou eigenlijk op zoek zijn.'

Het in stukken hakken van het onderzoeksproject is volgens Lelieveldt ook een belangrijke aanrader. Veel promovendi staren zich blind op het proefschrift als abstract en veelomvattend eindresultaat, dat ook nog eens als magnum opus wordt gezien. Modulair werken en daarmee het creëren van stepping stones voorkomt veel ellende.

Een ander gevaar dat op de ler ligt is de veronderstelling dat alleen lezen en schrijven productieve bezigheden zijn. Praten met mensen over je onderzoek is volgens Lelieveldt minstens zo belangrijk en voorkomt dat de promovendus zich lam leest, terwijl een vraag of een paar gesprekken hem in veel kortere tijd op het juiste spoor hadden kunnen zetten.

De adviezen die Lelieveldt in zijn 'wegwijzer' heeft opgenomen, bestrijken het hele scala, van fundamenteel inhoudelijk tot puur praktisch. De rol van promotoren en begeleiders krijgt bijvoorbeeld even veel aandacht als de verschijnselen van dissertitis (eenzaamheid, verveling, twijfel). 'Verplichte kost derhalve voor alle promovendi en hun begeleiders', aldus de flaptkest van de uitgever.

Rijk zal Lelieveldt niet worden van zijn royalties, verwacht hij: 'De tijd die ik erin heb gestoken verdien ik waarschijnlijk nooit terug. Maar daarom heb ik het ook niet geschreven. Ik zag gewoon dat er te veel mensen te lang over hun promotie doen en dat somnmigen volledig kunnen afbranden. Met een beetje meer steun is dat helemaal niet nodig.'

Nu de klus klaar is, moet Lelieveldt nog bekijken wat hij doet: meer postdoc-werk, of toch wat anders. Nog een boek schrijven sluit hij niet uit. 'Dat kan van alles zijn. Behalve een roman over het universitaire leven. Ik ben een ontzettende non-fictie man.'

'Promoveren. Een wegwijzer voor de beginnend wetenschapper' van Herman Lelieveldt is verschenen bij Aksant in Amsterdam (ISBN 90 5260 002 3) en kost 15 Euro.

Menno van Duuren

Herman Lelieveldt: 'Ook mijn promotie hadsneller gekund'.


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.